Jeugdrecht
Planning
Het tentamen: 25 oktober 2016 (eerste kans) en 27 januari 2017 (hertentamen)
Datum Docent Onderwerp Stof
1 Wo 7 Ter Haar Civiel recht Jeugdrecht en
sept Jeugdhulp, H. 1,
Inleiding 2 en 5
Minderjarigheid
2 Wo 14 Kolkman Civiel recht Jeugdrecht en
sept Jeugdhulp H 3
Kind, gezag en en 4
echtscheiding
3 Wo 21 Ter Haar Civiel recht Jeugdrecht en
sept Jeugdhulp H 6
Kinderbeschermings-maatregelen
4 Wo 28 Kinderrechter Civiel recht Jeugdrecht en
sept Bosch Jeugdhulp H 12
De rol van de
Kinderrechter
5 Wo 9 Van Hattum Strafrecht Jeugdrecht en
okt Jeugdhulp
Het materiële H 9 en H 11 t/m
jeugdstrafrecht en het 11.9 + Digitale
IVRK klapper
6 Di 12 Van Hattum Strafrecht Jeugdrecht en
okt Jeugdhulp H10 +
Jeugdstrafprocesrecht Digitale klapper
7 Wo 19 Van Hattum Strafrecht Jeugdrecht en
okt Jeugdhulp H 11
IVRK (vervolg) (vervolg) en
Tenuitvoerlegging in JJI H 12.12, 12.14
+ Digitale
kapper
,Hoorcollege 1 Minderjarigheid
H7 is wat minder belangrijk
Jeugdrecht
-Algemeen civielrechtelijk jeugdrecht (boek 1 Bw, gezag, handelingsonbekwaamheid en afstamming
- civiel jeugdbeschermingsrecht -> kinderbeschermingsmaatregelen in boek 1 = heel belangrijk voor
tentamen!!
- jeugd (straf) procesrecht
- jeugdhulprecht -> voornamelijk in jeugdwet
Je moet wel kennis hebben van Jeugdzorg organisatie. Per 1 januari 2015 is dat allemaal gewijzigd.
Wat is er toen allemaal gewijzigd. Verantwoordelijkheid ligt daarvoor nu allemaal bij de gemeente.
College 1 Minderjarigheid algemeen
College 2 Kind en echtscheiding
College 3 Kinderbeschermingsmaatregelen (onder toezicht plaatsen, uit huis plaatsen etc.)
College 4 Kinderrechter gastcollege (over organisatie Jeugdzorg)
Ontwikkelingen
- Wet lesbisch ouderschap 1 april 2014 -> mogelijkheid voor lesbische stellen om kind te erkennen,
huwelijk met 2 moeders.
- Jeugdwet, 1 januari 2015 (voorheen Wet op de jeugdzorg)
- Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen, 1 januari 2015
- Wet tegengaan van huwelijksdwang, 5 december 2015 -> tot 5 december 2015 kon een kind vanaf
16 jaar nog trouwen, maar dat kan inmiddels niet meer, dat is afgeschaft. Nu moet je 18 jaar zijn om
te trouwen. Dus in ieder geval meerderjarig, dit omdat er anders evt. sprake zou kunnen zijn van
huwelijksdwang.
Internationale normen (zijn heel belangrijk voor dit vak)
- internationaal voor de rechten van het kind -> Werd op 20 november 1989 goedgekeurd door
Verenigde Naties. Bijna alle lidstaten hebben het verdrag geratificeerd, behalve de VS, Somalië en
Zuid-Soedan.
- Europees Verdragen voor de Rechten van de Mens (EVRM), met name art. 8 -> respect van
privéleven, familie en gezinsleven, woning en correspondentie. Restrictief overheidsingrijpen. Gaat
over het ingrijpen van overheid op privéleven, de overheid moet daar terughoudend in zijn. Het
EVRM rept niet over kinderen, het EVRM geldt voor ieder mens, ook voor kinderen. Via het IVRK is
het ERVM ook voor kinderen van belang.
Het IVRK
- Geldt in Nederland sinds 8 maart 1995
- Bevat eenieder verbindende bepalingen (art. 93 en 94 GW)
- Art. 3 IVRK: belang van kind vormt bij maatregelen betreffende kinderen altijd de eerste overweging
- Eens in de vijf jaar rapportage: is het verdrag voldoende geïmplementeerd (laatste rapport 5 juni
2015). Dan wordt er bijv. gekeken naar vluchtelingenkinderen
Kinderombudsman
- Sinds 1 april 2011
- Nu mevr. Kalverboer
- Die wijst erop dat overheid in sommige situaties ook aan minderjarigen moet denken.
,Art. 8 EVRM
- Afstammingsrecht (Marckx arrest), gezag en omgang. Ging over mevrouw Marckx die onderscheid
maakte in kinderen die in een huwelijk en buiten een huwelijk waren geboren v.w.b. erven van
dingen. Dit is in strijd met art. 8 EVRM, je mag niet onderscheid maken tussen kinderen voor wat
betreft rechtspositie als ze wel of niet binnen een huwelijk zijn geboren. Arrest is uit België. Naar
aanleiding van dit arrest is dit in Nederland de wetgeving het afstammingsrecht ook drastisch
aangepakt zodat dit niet meer kan. Want in Nederland bestond destijds ook een onderscheid tussen
wettige en buitenwettige kinderen.
- Restrictief overheidsingrijpen (EHRM, zaak Venema tegen Nederland) ->
kind was geboren in ziekenhuis, en moeder zou vermoedelijk lijden aan
syndroom van munchhausen by proxy, waardoor je jezelf maar ook je
kinderen verminkingen aan gaat doen om aandacht te trekken. Er werd
toen een voorlopige ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing bevolen
zonder de moeder daarover te hebben gehoord. Proces. Ziekenhuis is
veilige omgeving, mag je kind niet zomaar weghalen zonder moeder te
hebben gehoord, dit is in strijd met 8 EVRM.
- Privéleven kind en inmenging ouders NJ 1994,140 -> Vaak is het niet alleen de overheid die ingrijpt
in privéleven van kinderen, maar ook de ouders. In deze zaak wilde vader wilde in het kader van
echtscheidingsprocedure dagboekfragmenten lezen van kind, om in te brengen in de procedure.
Rechter zei: dagboekfragmenten zijn in strijd met private life, dus in strijd met art. 8 EVRM. Mochten
dus niet in de procedure gebruikt worden.
- Bolderkaraffaire (NJ 1994, 140) -> In deze zaak was
er sprake van een kinderdagverblijf waar
geëxperimenteerd werd met een methode om te
ontdekken of er vermoedens van seksueel misbruik
zijn. Er werden anatomisch correcte poppen gebruikt
waarmee kinderen werden geïnterviewd, om te
ontdekken of er evt. seksueel misbruik aan de hand
is thuis bijv. door de vader. De vader van het
vierjarige kind waar het destijds om ging wilde de
interviews beluisteren. Hoge Raad zei: Nee,
interviews mogen niet worden beluisterd, in strijd
met privacy van het kind.
Nu gaan we verder met 4 onderwerpen:
1. Minderjarigheid bij de geboorte, daarvoor en daarna
2. Gezag en beperking handelingsbekwaamheid
3. Processuele handelings (on) bekwaamheid
4. Bewind over vermogen en toezicht kantonrechter
1. Minderjarigheid bij de geboorte, daarvoor en daarna
Minderjarigheid
Geboorte -> dan bestaat er een rechtsobject
- Naam (voornaam en geslachtsnaam) -> is wezenlijk voor je nationaliteit
- Nationaliteit -> is belangrijk voor paspoort etc.
- Woonplaats -> van belang voor het voeren van bepaalde procedures, dagvaarding en
verzoekschriftprocedures etc., maar ook voor Jeugdhulp welke instanties dan bevoegd zijn.
,Afstamming en gezagsverhouding -> nadat een kind geboren is, is het van belang om te weten: van
wie stamt het kind af? Heeft het 2 moeders, 2 vaders, 1 moeder, 1 vader etc? Is van belang voor wie
het gezag over het kind heeft en voor het afstammingsrecht.
Beperking handelingsbekwaamheid -> op moment van geboren worden is kind feitelijk handelings
(on) bekwaam. Maar kind wordt ouder, en wat betekent het dan uiteindelijk.
Afstammingsrecht
Moederschap (art. 1:198 BW)
- Mater semper certa est -> (belangrijk beginsel) De afstamming van moederszijde staat altijd vast.
Uit wie het kind komt, wordt gezien als moeder. (natuurlijk heb je in Nederland ook iets als
draagmoederschap, daarvoor geldt natuurlijk dat uit wie het kind komt niet de biologische moeder
maar wel de juridische moeder)
- Geboorte tijdens Huwelijk / geregistreerd partnerschap (sinds 1 april 2014) -> Hierdoor is het
mogelijk dat een kind ook een duomoeder kan krijgen. Dat kan van rechtswege zijn, maar dat is niet
altijd zo. Het is alleen maar zo als aangetoond kan worden dat het kind geboren is uit een onbekende
donor (dus eigenlijk verwekt is met sperma van de sperma van spermabank). Als dat het geval is dan
kun je op grond van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap van rechtswege moeder worden.
En als het niet zo is, bijvoorbeeld omdat er een bekende donor is, een goede vriend die sperma heeft
gegeven, ookal ben je dan getrouwd of heb je geregistreerd partnerschap, dan ben je niet van
rechtswege ouder. Dan kan een vrouw (als je samenleeft met een andere vrouw) of een man het kind
wel erkennen.
- Erkenning (sinds 1 april 2014) -> Een man die getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft
met de moeder van het kind, is automatisch (wettelijk) de vader. In andere gevallen kan hij het kind
erkennen. Door de erkenning is de vader nog geen wettelijke vertegenwoordiger van het kind.
Daarvoor moet hij eerst het ouderlijk gezag aanvragen. Ook duomoeders kunnen een kind erkennen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Info erkenning door vader/moeder
U kunt uw kind erkennen als u niet de juridische vader van uw kind bent. Dat wil zeggen als u niet
getrouwd bent of geen geregistreerd partnerschap heeft met de moeder van uw kind. Ook een
ongetrouwde of ongeregistreerde duomoeder kan het kind van haar partner erkennen. Getrouwde
en geregistreerde duomoeders kunnen een kind erkennen als hun partner zwanger is geworden van
een bekende donor.
Automatisch juridisch ouderschap verkrijgen
Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap en krijgt uw partner een kind? Dan hoeft
u het kind niet te erkennen. U bent dan automatisch de juridische vader. Ook als u niet de
biologische vader van het kind bent.
Erkenning is ook niet nodig als 2 vrouwen getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben.
De duomoeder wordt automatisch moeder van het kind. Voorwaarde is wel dat voor de
zwangerschap gebruik gemaakt is van een onbekende donor volgens de wet.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
- Gerechtelijke vaststelling ouderschap -> Bij gerechtelijke vaststelling ouderschap gaat het ook om
de vraag of de vrouwelijke partner van de moeder heeft ingestemd met een daad die kan resulteren
in de verwekking van het kind. (sinds 1 april 2014, 1:207 BW)
- Adoptie -> 2 vrouwen of 2 mannen kunnen bijv. kind adopteren.
Afstamming
Vaderschap (1:199 BW)
,- geboorte tijdens huwelijk (geregistreerd partnerschap) -> dan ben je van rechtswege vader als
moeder zwanger worden.
- erkenning: Je kunt als vader je kind erkennen als je niet de juridische vader van uw kind bent. Dat
wil zeggen als u niet getrouwd bent of geen geregistreerd partnerschap heeft met de moeder van uw
kind.
- ontkenning vaderschap: Blijkt de juridische vader niet de verwekker van een kind, dan is het
mogelijk om het vaderschap van de juridische vader te ontkennen. U kunt de rechter vragen om het
vaderschap met terugwerkende kracht ongedaan te maken.
Is de wettelijk echtgenoot van de moeder van het kind overleden? Was deze man wel de juridische
vader, maar niet de biologische vader van het kind? De moeder kan dit laten vastleggen. Deze
ontkenning van het biologisch vaderschap legt de gemeente vast in de ‘Akte ontkenning vaderschap’.
- Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap (art. 1:207 BW) -> Wil je zeker weten wie de
verwekker van een kind is? Dat kan bijvoorbeeld van belang zijn als:
* de verwekker weigert het kind te erkennen
* de moeder niet weet of de man die het kind heeft erkend ook de verwekker is
* het kind de verwekker als juridische vader wil
De rechtbank kan beslissen om het vaderschap te laten vaststellen door DNA-onderzoek. Dit
heet een gerechtelijke vaststelling van het vaderschap (gvv).
Zelfs na overlijden van de vader kan nog gerechtelijke vaststelling van vaderschap plaatsvinden in
verband met erven.
-Adoptie -> bijv. voor 2 vaders die een kind willen
Wat van belang is voor het afstammingsrecht (dus vader/moederschap):Als een kind betrokken
wordt in een dergelijke procedure, dan wordt er altijd een afstammingscurator bij betrokken.
Afstammingscurator 1:212 BW -> wordt altijd opgevoerd als er sprake is van gerechtelijke procedure
omtrent vader of moederschap, dan wordt kind vertegenwoordigd door die afstammingscurator.
Minderjarigheid vóór de geboorte
- Art. 1:2 BW: kind wordt als reeds geboren aangemerkt zo dikwijls zijn belang dit vordert. Dit kan
heel belangrijk zijn, met name voor:
* erfrecht -> als het kind nog niet geboren is en zijn opa overlijdt, dan kan als dat uit het
erfrecht of uit het testament voortvloeit wel degelijk erfgenaam zijn.
* OTS -> is ook al mogelijk als het kind nog niet geboren is. Dit is met name als op voorhand
al duidelijk is dat het kind geen ouders heeft, of ouders niet voor het kind kunnen zorgen etc.
* Onrechtmatige daad (van behandelend arts of zelfs ouders) -> als arts bij geboorte
onzorgvuldig heeft gehandeld en daardoor geboren vrucht schade heeft opgelopen., bijv.
hersenletsel (wrongfull birth arrest), dan bestaat de ongeboren vrucht al ihkv onrechtmatige
daad.
NB: art. 1:2 ziet niet op abortus. Zie hiervoor Wet afbreking Zwangerschap
- Kind dat dood geboren wordt kan nog wel degelijk erkend worden, en ihkv rouwverwerking kunnen
er zelfs procedures over worden gevolgd v.w.b. vaststelling vader en moederschap.
Wie is minderjarig?
- Van 25 (voor 1838) naar 23 (van 1838 tot 1905) naar 21 (1 januari 1988) naar 18 jaar = nu (art.
1:233 BW) -> als je nog geen 18 bent dan ben je minderjarig volgens het huidige recht. Dit is
ongeveer wel wereldwijd hetzelfde, ook het IVRK neemt deze leeftijd in acht.
- Één uitzondering -> je kunt je alleen als vrouw meerderjarig laten verklaren als je 16 bent en een
kind hebt en als je het gezag over je kind wil! (art. 1:253ha BW). Kan een man/vader dus niet.
,- Wet tegengaan huwelijksdwang
- Venia aetatis -> bestaat niet meer. Betekent algemeen meerderjarigverklaring om wat voor reden
dan ook, maar dan moest je al wel 20 zijn. Eerder was leeftijd meerderjarigheid 21, verzoek moest je
indienen bij Hoge Raad, behalve voor onroerende zaken daar kon je dan nog niets mee doen als 20
jarige.
Leeftijd van 18 (art. 1:233)
- Voortgezette hulp jeugdzorg is mogelijk tot 23 jaar (art. 1.1 Jw) -> geldt alleen voor kinderen die
voordat ze 18 zijn al in het jeugdzorgtraject zitten. Daarvan kan de gemeente een half jaar voordat ze
18 worden zeggen oke we gaan door met de jeugdhulp. Dit kan ook nog een half jaar nadat iemand
18 is geworden.
- Art. 6.1.2. lid 4 Jw: Voor wat betreft gesloten jeugdzorg is voortgezette hulp heel erg terughoudend
na je 18e. Het is slechts alleen tot 6 maand na bereiken van 18 jarige leeftijd mogelijk. Heeft te maken
met 5 EVRM
- Verhouding tot art. 5 EVRM -> vrijheid van leven voor meerderjarige. Kan niet zo zijn dat
maatregelen die zijn getroffen als je minderjarig bent, dat als je meerderjarig bent je daardoor in je
vrijheid beperkt wordt.
- Rapport Kinderombudsman “In kan het niet zelf’ -> gaat over kinderen die 18 worden, die behoefte
hebben aan hulp ondanks dat overheid vanaf 18 zich niet meer daarmee mag bemoeien. -> bijv.
mentorschap, minderjarigenbewind.
2. Gezag en beperking handelingsbekwaamheid
Minderjarige vs. oudere.
Waarom is een minderjarige beperkt in zijn handelingsbekwaamheid, en een meerderjarige dat niet,
terwijl een jongere al veel beter overweg kan met bijv. pc en oudere mensen soms niet. Wat
rechtvaardigt het nou dat een minderjarige beperkt is in zijn handelingsbekwaamheid?
Waarom beperkingen minderjarige?
- Aan begin minderjarigheid is vertegenwoordiging noodzakelijk -> kind is handelingsonbekwaam
- Bijzondere band ouders/ gezinsverband -> ouders hebben gezag over kind en voeden het op.
- Ontwikkelingspsychologie -> minderjarigen zijn impulsiever dan meerderjarigen zo blijkt uit
onderzoek, dus mogen ze beperkt worden voor hun eigen bestwil.
- Belang maatschappij positieve ontwikkeling -> maatschappij heeft er belang bij dat kinderen goed
met centen kunnen omgaan, dat ze oud genoeg zijn om te begrijpen hoe de maatschappij in elkaar
zit als ze zelfstandig aan gaan deelnemen eraan.
- Belang eenvoudig rechtsverkeer -> je kunt niet elk kind een assessment laten afnemen om te kijken
of hij of zij wel geschikt is om deel te gaan nemen aan de maatschappij. Daarom is er een eenvoudige
regel van minderjarigheid en meerderjarigheid.
- Verzachtende omstandigheden (is eigenlijk het belangrijkst)
* gelijke initiatie (iedereen is gelijk en moet wachten tot 18 tot hij of zij meerderjarig is),
uitzicht op bekwaamheid, eenvoud
Citaat oratie J. de Ruyter
“Voor de sterken onder de jeugdigen, die geen behoefte hebben aan bijzondere hulp en al –
praktisch en juridisch – reiken naar volwassenheid, is de meerderjarigheid een ‘kwaal’ die vanzelf
overgaat.”
Handelings (on) bekwaamheid en gezag
- Rapport Commissie Wiarda -> rapport over herziening van kinderbeschermingsrecht. Hierdoor is
een wijziging van het gezagsrecht.
- Beleidsnotitie rechtspositie minderjarigen 1989
,- Huidige (civiele) regelgeving minderjarigen: 2 november 1995 o.a. ouderlijk gezag i.p.v. ouderlijke
macht. -> macht straat iets uit dat ouders de baas zijn, en dat was niet helemaal juist. Daarom
ouderlijk gezag, dit dekte de lading het best voor de wetgever i.p.v. macht.
Gezag hebben ouders, derden hebben altijd voogdij.
Gezag
- ouders (ouderlijk gezag) -> wordt uitgeoefend door 1 of 2 ouders
- Voogden (voogdij) -> voorbehouden aan anderen dat ouders.
- Ouder die met een ander dan een ouder gezag heeft (art. 1:253 sa en 1:253t BW) -> is een
uitzondering op dat enkel de ouders gezag kunnen hebben. Voorbeeld is als iemand gescheiden is, en
dat de moeder een nieuwe vriend heeft, en dat stiefvader dan ook gezag krijgt over kinderen als bijv.
de vader een beetje uit beeld is.
Invulling gezag (wat houdt gezag nou eigenlijk in). Daar zijn een paar regels over opgesomd, niet
heel uitgebreid want ouders hebben natuurlijk daar de vrijheid in.
- art. 1:245 lid 4 BW: persoon minderjarige, bewind over zijn vermogen, vertegenwoordiging met
handelingen.
- ouderlijk gezag: art. 1:247 lid 1 BW plicht en recht kinderen te verzorgen en op te voeden -> ouders
zijn ook onderhoudsplichtig.
- Voogdij: art. 1:248 BW en art. 1:336 BW: zorg dragen dat kind overeenkomstig diens vermogen
wordt verzorgd en opgevoed.
Invulling gezag
Art. 1:247 lid 2 BW
- zorg en verantwoordelijkheid geestelijk en lichamelijk welzijn en veiligheid van het kind
- bevorderen ontwikkeling persoonlijkheid
- geen geestelijk/ lichamelijk geweld of andere vernederingen (sinds 8-3-2007) -> wisten we wel dat
het natuurlijk niet mag, maar pas in 2007 in de wet zodat daar geen discussie meer over is.
Invulling gezag ouders na scheiding -> na de scheiding komt er toch nog wat meer bij kijken als je
ouder bent.
- sinds 1-3-2009, Stb. 2009, 56
- Art. 1:247 lid 3 BW: plicht om ouder om ontwikkeling band met andere ouder te bevorderen, dit ten
behoeve van welzijn van het kind.
- Art. 1:247 lid 4 en 5 BW: recht van kind op de gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide
ouders. -> hier ontstaat vaak strijd over tussen ouders die gescheiden zijn.
Invulling gezag
- art. 1:247 lid 3 ontwerp 23012
“Bij de uitoefening van het ouderlijk gezag dient de ouder in toenemende mate, in aanmerking
nemende het leeftijds- en ontwikkelingsniveau van het kind, rekening te houden met diens mening
over hem betreffende aangelegenheden, alsmede met diens toenemende bekwaamheid en behoefte
zelfstandig te handelen en zijn leven naar eigen inzicht in te richten”
-> deze bepaling heeft de wet niet gehaald, maar men was dan te bang dat je kinderen krijgt die
teveel mogen/willen zonder dat de ouders daar wat over te zeggen hebben.
Invulling gezag
Evolving capacities of the child, art. 5 IVRK:
Staten die partij zijn bij IVRK, eerbiedigen de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van ouders
(enz.), voor het voorzien in passende leiding en begeleiding bij de uitoefening door het kind van de in
,dit verdrag erkende rechten op een wijze die verenigbaar is met de zich ontwikkelende vermogens
van het kind
Plicht minderjarige -> Naast de ouders heeft minderjarige zelf ook nog een plicht
- art. 1:249 BW
* De minderjarige dient rekening te houden met de aan de ouder of voogd in het kader van de
uitoefening van het gezag toekomende bevoegdheden, alsmede met de belangen van de overige
leden van het gezin waarvan hij deel uitmaakt.
Beperking handelingsbekwaamheid
- art. 1:234 BW -> is hoeverre is een minderjarige bekwaam om zelfstandig rechtshandelingen te
verrichten?
- Een minderjarige is handelingsbekwaam, mits hij handelt met toestemming wettelijke
vertegenwoordiger -> voor 1995 was een minderjarige nog onbekwaam en kon hij niets, maar nu zie
je dat er dus wel mogelijkheden voor bekwaamheid zij, mits toestemming wettelijk
vertegenwoordiger.
- Veronderstelde toestemming voor rechtshandelingen ten aanzien waarvan in het maatschappelijk
verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten. (toestemming
wordt dan veronderstelt te zijn gegeven)
-> wat als kind van 16 jaar brommer gaat kopen, kan dat? In de praktijk gaat dat zonder ouders
meestal wel goed, maar als hij dan thuiskomt met brommer en ouders weten er niets vanaf hebben
zij wel degelijk recht van spreken hebben.
Van belang is wel dat als een ouder aan derden kenbaar heeft gemaakt geen toestemming te hebben
gegeven, dan is er geen sprake meer van veronderstelde toestemming ookal is de rechtshandeling
van de minderjarige in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk.
Wat zijn dat de rechtsgevolgen?
- Art. 3:32 lid 2: rechtshandelingen door onbekwame zijn vernietigbaar, en een eenzijdige
rechtshandeling is nietig.
Hoelang kun je je dan nog op die nietigheid / vernietigbaarheid beroepen?
- Verjaring mogelijkheid tot vernietiging: art. 3:52 lid 1 sub a BW
3:52 lid 1: Rechtsvorderingen tot vernietiging van een rechtshandeling verjaren:
a. in geval van onbekwaamheid: drie jaren nadat de onbekwaamheid is geëindigd, of, indien de onbekwame
een wettelijke vertegenwoordiger heeft, drie jaren nadat de handeling ter kennis van de wettelijke
vertegenwoordiger is gekomen;
Uitzonderingen op art. 1:234 BW
- Art. 4:55 BW, uiterste wil (16 jaar)
- Art. 7:447 lid 1 BW Geneeskundige behandelingsovereenkomst (16 jaar) -> gaat over medische
toepassingen
- Wet op de lijkbezorging, codicil (16 jaar) -> je kun teen codicil opmaken als vanaf je 16e.
- Erkennen kind, art. 1:204 onder b (16 jaar)
- Arbeidsrecht, art. 7:612 lid 1 (16 jaar) en lid 2 (jonger) -> je mag vanaf je 16e arbeidsovereenkomst
sluiten, en je wordt dan ook min of meer als meerderjarige beschouwd.
Uitzonderingen op art. 1:234
In staat geacht tot een redelijke waardering van belangen ter zake:
- Art 1:377g (omgang)
- Art. 7:465 lid 2, art. 7:450 lid 3 BW
,- Art. 2 lid 2 en 3 Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding
- Art. 9 lid 1 Wet op de orgaandonatie
- Art. 8:21 lid 2 AWB (bekwaamheid om te procederen in bestuursrechtzaken)
Oefening Handelingsonbekwaamheid
- 15 jarige verkoopt oude schoolboeken op rommelmarkt -> dat kan, omdat je van een 15 jarige mag
verwachten dat hij van zijn ouders oude schoolboeken op een rommelmarkt mag verkopen.
- 17 jarige met verstandelijke beperking verkoopt zijn tweedehands brommer voor € 100,00 -> gaat
om verstandelijke beperking, als wil ontbreekt bij rechtshandeling, kijken naar 3:33 BW, of de wil
overeenkomt met verklaring.
- 16 jarige verkoopt van zij tante geërfd zomerhuis voor € 150.000 euro -> Kan eigenlijk niet, ondanks
dat 16 jarige misschien best weet wat hij doet. Ouders moeten op zijn minst toestemming geven.
Kantonrechter kan als toezichthouder voor dit soort rechtshandelingen ook nog een machtiging voor
geven.
- 7 jarige verkoopt schilderij Mondriaan op veiling met toestemming ouders -> in theorie kan het wel,
met toestemming van de ouders wordt een 7 jarige handelingsbekwaam geacht, maar in de praktijk
is een 7 jarig kind niet zo verstandig en heeft hij niet het beoordelingsvermogen wat nodig is om een
Mondriaanschilderij te verkopen.
Handlichting
Foto Ben Woldering -> 13 jarig jongetje die al zijn eigen sites en bedrijfje had, verdiende er veel mee.
Maar hij was minderjarig en mocht dus niet zomaar allerlei rechtshandelingen verrichten. Hiervoor
bestaat mogelijkheid tot handlichting. Kantonrechter kan je dan, vanaf je 16e toestemming geven om
bepaalde rechtshandelingen te verrichten.
Handlichting door kantonrechter
Art. 1:235 – 237 BW
- 16 jaar en ouder
- Bepaalde rechtshandelingen -> dus niet alles, bijv. rechtshandelingen met registergoederen daar
kun je geen toestemming voor krijgen.
- Beperking: art. 1:235 lid 3 BW
- Niet tegen wil van ouders (art. 1:235 lid 2 BW). NB: HR 13 maart 1987, NJ 1988, 190 -> handlichting
door de kantonrechter kan nooit worden gegeven tegen de wil van de ouders. De ouders moeten er
dus mee instemmen dat de kantonrechter handlichting geeft aan hun minderjarige kind.
Uitzondering is de zaak die hierboven wordt genoemd: In deze zaak ging het om een minderjarig
meisje dat ruzie had met haar ouders en daarom bij haar vriend ging wonen. Haar ouders
blokkeerden toen haar bankrekening, in de hoop dat ze snel terug zou keren. Daar is een procedure
over gekomen, en rechter heeft in eerste instantie de handlichting afgewezen. Echter, toen de zaak
bij de Hoge Raad kwam zie de Hoge Raad dat wanneer ouders misbruik maken van de
minderjarigheid van het kind, het weigeren van toestemming door de ouders in dit geval onder deze
omstandigheden wordt genegeerd.
- Handlichting moet gepubliceerd worden in Staatscourant en 2 dagbladen.
Wat nog van belang is:
Het verzoek om handlichting aan de kantonrechter moet je niet voor niets doen bij de kantonrechter.
Als het gaat om gezag aangelegenheden die de persoon van de minderjarige betreft, zoals voogdij,
dan is de civiele rechter bevoegd. Als het gaat om vermogensaangelegenheden, zoals handlichting en
toezicht, dan is de kantonrechter bevoegd.
3. Processuele handelingsonbekwaamheid
, In principe is een minderjarige processueel onbekwaam, heeft er mee te maken dat ouders
minderjarige wettelijk vertegenwoordigen en daar in het civiele recht geen uitzondering op wordt
gemaakt.
- Processuele handeling minderjarige is nietig; niet-ontvankelijk in vordering, tenzij
vertegenwoordiger op zitting verschijnt, dan fout gedekt;
- Uitzonderingen op processuele onbekwaamheid:
* art. 8:21 AWB, administratief procesrecht
* verzoek bijzondere curator (art. 1:250)
* soms in kort geding bij belangenconflict met wettelijke vertegenwoordiger
* informele rechtsingang -> dat is wanneer het gaat om omgangsregelingen of kwesties
omtrent gezag
Informele rechtsingang vanaf 12 jaar
- art. 1:377g (omgang)
- Art. 1:253a lid 4 (geschillen gezamenlijk gezag) en art. 1:251a lid 4 (toewijzen eenhoofdig gezag) ->
als ouders met elkaar overhoop liggen omtrent minderjarige
- In jurisprudentie ook toegewezen voor wijziging hoofdverbijfplaats -> dus alleen bij vader of
moeder
- Bij wijze van briefje
- Nadeel: geen raadsman en geen motivering rechter -> minderjarige moet zelf vertellen waarom hij
bij zijn vader of moeder wil wonen. Rechter hoeft beslissing die hij neemt vervolgens ook niet te
motiveren.
- Geen hoger beroep mogelijk van beslissing voor minderjarige
Bijzondere curator (art. 1:250 BW) -> deze wordt op dit moment steeds belangrijker
- Belangenstrijd op gebied van verzorging en opvoeding of vermogen; -> dan is het dus handig dat
een minderjarige ook door iemand wordt vertegenwoordigd.
- Bijzondere curator benoemen; op verzoek of ambtshalve (sinds 1 maart 2009 door iedere rechter);
- Op vermogensrechtelijk gebied door kantonrechter, vb bij slecht bewind ouder;
- Vertegenwoordigt minderjarige in en buiten rechte. -> dus die kan ook ouders aansprakelijk stellen.
Bijzondere curator
- Bijzondere curator van hierboven moet je onderscheiden van de eerder in dit college genoemde
(bijzondere) afstammingscurator (art. 1:212 BW)
De bijzondere curator in Jeugdzaken is er speciaal voor de rechtsbescherming van minderjarige
kinderen en om tegemoet te komen aan het feit dat zij in beginsel geen zelfstandige rechtsgang
genieten. Artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek schrijft voor dat de rechter in bepaalde gevallen,
waarin sprake is van een dusdanige conflictsituatie, kan bepalen dat een bijzondere curator moet
worden ingezet. Artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek is een lex speciales van artikel 1:250 BW en
betreft afstammingszaken.
De bijzondere curator in Jeugdzaken treedt op vanwege een rechterlijke benoeming en
vertegenwoordigt de belangen van minderjarige kinderen in en buiten rechte.
Na de benoeming door de rechter krijgt de bijzondere curator een specifieke taakomschrijving mee.
De bijzondere curator heeft een bemiddelende rol ten aanzien van het conflict, neemt een
overkoepelende visie in om vervolgens tot een advies te kunnen komen richting de rechter. De
belangen van de minderjarige vormen hierbij steeds de primaire overweging.
De bijzonder curator kan optreden op het gebied van afstammingszaken,
kinderbeschermingsmaatregelen of familierechtelijke vraagstukken. Voor de benoeming van een
bijzondere curator moet er sprake zijn van dusdanige strijd tussen de belangen van het kind en de