Hoofdstuk 6: Aandoeningen van het hart- en vaatstelsel (Thema 5)
6.1 Je bent in staat om de normale anatomie en fysiologie van hart en bloedvaten te beschrijven
,6.2 Je bent in staat om de belangrijkste kenmerken van hart- en vaatziekten te noemen
3
6.3 Je bent in staat om het verband tussen arterio- en atherosclerose te beschrijven
arteriosclerose is een ziekte die door veroudering de wand van slagaders blokkeert. Terwijl
atherosclerose een medische aandoening is die het lumen van de slagaders beschadigt door plaque-
afzettingen . is allebei ader blokkering alleen twee verschillende oorzaken
6.4 Je bent in staat om de rol van hyperlipidemie bij atherosclerose te beschrijven
Wat is hyperlipidemie? Hyperlipidemie betekent
dat er een te hoge concentratie lipiden in het
bloed zit. Lipiden zijn vetten en bestaan uit
onder andere triglyceriden en cholesterol.
6.5 Je bent in staat om de etiologie, symptomen en complicaties van hoge bloeddruk te noemen
Wat is hypertensie? Een stoornis van de arteriële druk. Bij gezonde volwassenen hoort de bloeddruk
120/80 te zijn. Er is sprake van hypertensie als de gemiddelde arteriële bloeddruk hoger is dan
140/90.
Wat zijn de risicofactoren? Hogere leeftijd, tekort aan lichaamsbeweging, overgewicht, hoge zout en
alcoholconsumptie en hoge bloeddruk in de familie. Ook mensen van het negroïde ras hebben
eveneens een hoger risico. Hypertensie is de meest voorkomende aandoening en komt bij ongeveer
40 procent van de volwassen wereldbevolking voor. Hypertensie is ook een belangrijke risicofactor
voor andere hartaandoeningen, beroerte en nieraandoeningen.
duizelig zijn, wazig zien, hoofdpijn hebben of overgeven.
6.6 Je bent in staat om het verschil tussen 'gewone' en pulmonale hypertensie uit te leggen
Wat is het verschil tussen hypertensie en pulmonale hypertensie?
De term pulmonale hypertensie verwijst naar hoge bloeddruk in de longen . Terwijl bij normale
hypertensie (ook bekend als hoge bloeddruk) de slagaders door het hele lichaam vernauwd zijn, heeft
PH voornamelijk invloed op de bloedvaten in de longen, waardoor de rechterkant van het hart harder
moet werken.
6.7 Je bent in staat om de betekenis van spataderen bij perifere vaatziekten toe te lichten
Perifeer Arterieel Vaatlijden is een vernauwing of afsluiting in de slagader naar het been veroorzaakt
door slagaderverkalking. Hierdoor stroomt minder of zelfs geen bloed naar de benen en ontstaat een
gebrek aan zuurstof in de benen of voeten. wat kan leiden tot spataderen, waarbij de aangetaste
aderen opzwellen en verkleuren.
6.8 Je bent in staat om de complicaties van veneuze trombose te noemen
Een diep veneuze trombose geeft een verhoogd risico op een longembolie (een bloedpropje dat in de
longen terechtkomt). Hierdoor raakt een van de longslagaders verstopt, waardoor uw longen
gedeeltelijk niet goed meer functioneren.
6.9 Je bent in staat om het verschil tussen klepstenose en klepinsufficiëntie toe te lichten
Wat is het verschil tussen klepstenose en klepinsufficiëntie?
Een aortaklepstenose is een vernauwing van de aortaklep. De hartklep gaat niet helemaal goed open.
Hierdoor stroomt het bloed minder gemakkelijk van de linkerhartkamer naar de aorta. De aortaklep
bevindt zich in de linkerhartkamer, tussen de linkerkamer en de aorta.
Klepinsufficiëntie: kleppen die niet goed afsluiten waardoor het bloed onvoldoende wordt
,doorgepompt en er telkens een deel terugstroomt. Klepstenose: kleppen waarvan de klepblaadjes
vergroeid of verkalkt zijn. Daardoor opent de klep niet naar behoren en wordt er onvoldoende bloed
doorgepompt.
6.10 Je bent in staat om de verschillende typen atriale en ventriculaire ritmestoornissen te beschrijven
trioventriculair blok
Wat is ventriculaire ritmestoornissen?
Ventriculaire ritmestoornissen komen uit de ventrikels. Er is meestal AV-dissociatie. Ventriculaire
ritmestoornissen zijn over het algemeen gevaarlijk omdat ze kunnen overgaan in ventrikelfibrilleren,
waardoor het hart niet meer pompt: een mechanische hartstilstand.
Voorkamerfibrillatie (VKF) is één van de meest voorkomende ritmestoornissen. Ze ontstaat door snelle
impulsen vanuit de longvenen, die uitmonden in de linker voorkamer, waar deze impulsen totaal
chaotisch gaan circuleren, zodat de voorkamers gaan 'trillen'.
6.11 Je bent in staat om de oorzaken van shock te benoemen
bloedverlies, hartfalen of problemen met de bloedvaten zijn. Symptomen kunnen onder andere
overmatig zweten, een snelle ademhaling en rillen zijn. Een directe behandeling is van levensbelang,
bel gelijk een ambulance wanneer je iemand ziet die een shock heeft
6.12 Je bent in staat de cardiovasculaire veranderingen en complicaties bij ouderen te beschrijven|
, Hoofdstuk 7: Aandoeningen van het bloed (Thema 5)
7.1 Je bent in staat om de vloeibare en vaste bestanddelen van het bloed te onderscheiden
Het bloed bestaat uit een
vloeibare tussencelstof, het
bloedplasma, waarin de rode en
witte bloedcellen en
bloedplaatjes vervoerd worden.
Ongeveer 55% is bloedplasma,
dat vooral uit vocht (91,5% water)
en eiwitten (8,5%) bestaat en
ongeveer 45% is bloedcellen
(rode en witte bloedcellen en
bloedplaatjes).
7.2 Je bent in staat om de functie van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes te noemen
De rode bloedcellen vervoeren zuurstof en kooldioxide door je lichaam. De witte bloedcellen kunnen
schadelijke stoffen en ziekteverwekkers herkennen en onschadelijk maken. Bloedplaatjes zijn stukjes
cel die zorgen voor het korstje op een wondje
7.3 Je bent in staat om de etiologie, symptomen, diagnostiek en behandeling van de belangrijkste
soorten anemie te beschrijven
We spreken over bloedarmoede als er te weinig rode bloedcellen in het bloed zitten, waardoor er ook
te weinig hemoglobine aanwezig is. Hemoglobine is een eiwit dat de bloedcellen hun rode kleur geeft.
Het dient om zuurstof te binden en via de rode bloedcellen overal in het lichaam rond te brengen.
Er zijn twee grote oorzaken van bloedarmoede:
Verlies van rode bloedcellen en/of hemoglobine door verhoogde afbraak van de rode bloedcellen of
door bloedverlies bij bloedingen.
Verminderde aanmaak van nieuwe rode bloedcellen in het beenmerg, bijv. bij
beenmergaandoeningen zoals bloedkanker (leukemie) en na bestraling, of door bepaalde tekorten
aan bouwstoffen voor de aanmaak van rode bloedcellen en hemoglobine (ijzer, vitamine B12,
foliumzuur).
Bloedarmoede wordt vooral gekenmerkt door bleekheid en snelle vermoeidheid. De bleekheid zie je
vooral aan de huid en aan de slijmvliezen van de ogen en de lippen.
7.4 Je bent in staat om de etiologie, symptomen, diagnostiek en behandeling van de belangrijkste
stollingsstoornissen te beschrijven
Stollingsstoornissen verwijzen naar aandoeningen die leiden tot abnormale bloedstolling. Hier zijn beknopte
beschrijvingen van de belangrijkste aspecten van stollingsstoornissen:
Etiologie: Stollingsstoornissen kunnen erfelijk zijn, zoals hemofilie, von Willebrandziekte en erfelijke
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller raymondhuissen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.