PREHELLEENSE CULTUREN
DEEL 1: DE CYCLADISCHE KUNST EN DE MINOÏSCHE BESCHAVING
1. Wat bedoelen we met de Prehelleense cultuur?
De Griekse beschaving zelf noemen we ook de Helleense beschaving – ‘Hellas’ is immers de naam waarmee de
Oude Grieken zelf Griekenland benoemden. De term Prehelleens betekent dan ook letterlijk ‘voor-Grieks’. Wij
bedoelen er met name de kunst mee van:
1. De Minoïsche cultuur op Kreta (en de cultuur die zich ontwikkelde op de Cycladische eilanden)
2. De Myceense cultuur op het vasteland, die gevolgd werd door de Dark Ages.
2. Bespreek de Cycladische beeldjes.
1. 2.
1. Vrouwenbeeldje, Cycladen, Prehelleens, ± 2300 v. Chr.
2. Harpspeler, Cycladen, Prehelleens, ± 2500 v. Chr
Vanaf 3000v. C. bloeit er een beschaving op de Cycladische eilanden een nieuwe beschaving op, die welvarend
wordt door de handel in obsidiaan (= zwart gesteente). De meest opvallende overblijfselen van die beschaving
zijn dit soort beeldjes, die gevonden worden in graven. Ze zijn gebeeldhouwd uit het witte marmer dat op deze
eilanden gevonden wordt en hebben typische, bijna geometrische vormen. Het gaat meestal om smalle, naakte
vrouwenbeelden met de armen gekruist, tenen gestrekt, een lange, driehoekige neus en een afgeplat
voorhoofd. Vaak wordt de venusheuvel duidelijk aangeduid, wat zou kunnen wijzen op een functie die met
vruchtbaarheid te maken heeft. Anderzijds is er ook gesuggereerd dat deze stijve, bleke figuren naar de
dood(sgodin) zouden verwijzen. Soms hebben ze afwijkende vormen: sommige lijken zwanger te zijn.
Er werden ook meerdere harpspelers teruggevonden. De functie van deze beeldjes is niet duidelijk, maar dit
laatste thema herinnert ons aan de belangrijke functie van zangers in deze culturen: zij bewaarden via hun
verhalen een groot deel van de traditionele kennis van de cultuur.
De zeer uitgepuurde Cycladische beeldtaal inspireerde heel wat kunstenaars uit de 20e eeuw, zoals Barbara
Hepworth en Constantin Brâncusi.
3. Vanwaar de naam ‘Minoïsche’ beschaving?
Naar het paleis van de legendarische koning Minos te Knossos wordt de Kretenzische beschaving ook wel
‘Minoïsche beschaving’ genoemd.
1
, 4. Beschrijf kort de Kretenzische godsdienst.
Het grootste probleem voor de kennis van de Kretenzische cultuur is het feit dat het Kretenzische schrift
tegenwoordig wel steeds beter gekend is, maar dat de inhoud van de teksten zeer eenzijdig is. Het betreft
hoofdzakelijk eentonige lijsten van gebruiksgoederen. Daarom blijft ook ons inzicht in de Kretenzische godsdienst
eerder beperkt.
Er zijn een aantal elementen die erop wijzen dat de vrouw in de vroegste Kretenzische beschaving een zeer
belangrijke plaats innam. Een gelijkaardig fenomeen is trouwens ook uit andere beschavingen gekend. De
belangrijkste godheid die door de Kretenzers vereerd werd, was een vrouwelijke natuurgodin die verschillende
verschijningsvormen kon aannemen en symbool stond voor leven en vruchtbaarheid en de kracht van de aarde.
Uit opgravingen blijkt dat de toppen van een groot aantal heuvels en bergen als heilige plaatsen beschouw
werden. Ook grotten konden als heiligdom gebruikt worden. Daarnaast bestonden ook heilige bomen. Dit alles
verwijst naar een natuurgodsdienst die vermoedelijk reeds gedurende de neolithische periode ontstond.
5. Wat kan de Griekse mythologie ons leren over de vermoedelijke geschiedenis van Kreta en de Minoïsche
beschaving?
In de Griekse mythologie wordt verteld dat Athene ooit onder het bewind stond van de koning van Kreta, een
zekere Minos: de Atheners waren verplicht om elk jaar zeven jonge mannen en vrouwen naar Kreta te sturen
als offer voor de Minotaurus, een monster met het lichaam van een man en het hoofd van een stier dat in een
labyrint huisde. De Atheense held Theseus zou mee zijn gegaan om hier een eind aan te maken: met behulp van
de draad van Ariadne, de dochter van Minos, vond hij zijn weg door het labyrint en versloeg hij de Minotaurus.
De mythe bevat wellicht een kern van waarheid: wellicht hadden de Minoïers in de bloeiperiode van hun
beschaving inderdaad een grote macht over het Griekse vasteland. Het labyrint zou dan weer een herinnering
kunnen bevatten aan de complexe Minoïsche paleizen. ‘Minos’ is wellicht gewoon de Kretenzische term voor
‘koning’. De koning werd in de Minoïsche cultuur – en overigens ook in andere culturen, zoals bv. de Babylonische
– nauw in verband gebracht met de stier.
6. Wie was Sir Arthur Evans?
Evans is de Engelse archeoloog die in het begin van de 20ste eeuw het paleis van Knossos heeft opgegraven.
7. Bespreek de Minoïsche paleizen.
Het karakteristieke element van een Kretenzisch paleis is de grote rechthoekige centrale binnenhof,
waaromheen de verschillende gebouwen zijn gegroepeerd. Deze dominerende binnenhof had klaarblijkelijk een
religieus aspect: in het paleis van Mallia staat een altaar in het midden van het binnenhof.
Ondanks het feit dat de paleizen bestaan uit een aaneenschakeling van rechthoekige binnenkoeren waarrond
telkens vertrekken zijn gegroepeerd, wordt de architectuur van deze paleizen toch onoverzichtelijk omwille van
het grote aantal ruimtes en de verschillende verdiepingen die ze bevatten. Het is deze uitgestrektheid die de
paleizen hun bijnaam van ‘labyrinten’ heeft bezorgd alhoewel het zeker niet de bedoeling was een doolhof te
bouwen.
Karakteristiek voor de paleizen zijn de ‘verjongende’ houten zuilen, die oorspronkelijk rood geverfd waren. Met
‘verjongend’ bedoelen we dat ze breder worden naar boven toe.
Opvallend is ook het comfort voor die tijd. In de paleizen was een ingenieus rioleringssysteem aangelegd. Tevens
was er stromend water en ingewikkelde verwarmings- en verluchtingssystemen. Ook werden goed uitgeruste
badkamers teruggevonden.
De paleizen waren niet van opvallende verdedigingswerken voorzien, net zomin als de steden trouwens. Toch
waren deze wel degelijk aanwezig onder de vorm van stevige buitenmuren met weinig of geen ramen. De
belangrijkste verdediging van de Kretenzers lag echter in het feit dat ze op een eiland woonden en zich tegen
vijanden van buitenaf trachtten te beschermen met behulp van hun vloot.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne-lisekrekels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.