samenvatting laagland b
-module 2 en module 3
(niet alle begrippen zijn erin benoemd, grootste gedeelte wel
-reynaert de vos (reinaert de vos)
-karel en de elegast
450-600: geleidelijke overgang van romeinse oudheid naar middeleeuwen
Macht van west-romeinse rijk wordt steeds minder
476: einde romeins keizerschap
Germanen vormen zelfstandige koninkrijkjes
Christelijke kerk breidt zijn macht uit door het te verkondigen overal in west-europa
In de middeleeuwen 1 erkende christelijke kerk; rooms-katholieke kerk
800 karel de grote keizer
Verenigd een groot deel van west-europa in zijn rijk (na zijn dood valt dit wel weer uit elkaar)
632 overlijdt mohammed
Hij was verkondiger van islam -> west-europa reageert op uitbreiding dmv kruistochten
Middelnederlands werd gebruikt in dialecten omdat er nog niet een eenheidsstaat was en dus ook
niet één taal
Standenmaatschappij
1. Bidders (geestelijkheid)
Iedereen moest het ware geloof aanhangen, wie dit niet deed was een ketter en werd vervolgd
2. Strijden (adel en ridders)
- Feodale maatschappij (8ste tm 11de eeuw): dienstrelatie van vrije mannen met adellijke
heer. Als beloning wapenuitrusting of inkomsten
- Dmv rituele gebeurtenis trouw tonen.
- Ridders waren kern middeleeuws leger (verdediging grondgebied), hierdoor nam hun
aanzien toe
- Ridderschap: groep ridders met ridderlijk gedrag: moed, trouw, dienstbaarheid… (ridders
zijn een speciale groep en niet alleen militair beroep)
- Eercultuur: aanzien en waardering uit door adel en ridders. Eer door dappere acties
3. Burgerij:
- Verstedelijking in west-europa door intensief handelsverkeer
- Burgerlijke mentaliteit: leergierigheid, slimheid, nuttigheid, individualiteit
- Streven naar vergroten van winst (nieuwe elite ontstaat)
Schrijfcultuur en boekdrukkunst
12de eeuw: Schrijfcultuur: meer mensen kunnen schrijven en lezen, niet alleen monniken
Eind 15de/begin 16de: Boekdrukkunst: maakt einde aan handmatige boekproductie tijdens
middeleeuwen
Deze culturen uiten zich vijandig en negatief over elkaar
Kerk drukt een duidelijke christelijke stempel op cultuur in middeleeuwen. Geloof boven kennis en
filosofie.
Hoofsheid
- 12de eeuw in zuid-frankrijk: hoofsheid
- Verspreidt zich over europa
- Hoofsheid: gedragsregels die bedoeld waren om onderlinge spanningen te voorkomen.
Beschaafde omgangsvormen aanleren aan bijv. ridders in opleiden.
Doel was om anderen niet nodeloos te kwetsen of prikkelen
- Mate: belangrijkste eigenschap bij hoofsheid (zelfbeheersing)
- Mannen moesten leren rekening te houden met vrouwen en aanwezigheid van vrouwen;
goeie manieren, geen grof taalgebruik, gekleed eruit zien
Hoofse teksten met hoofse liefde: het traditionele rollenspel wordt omgedraaid bij hoofse liefde;
man moet dienstbaar zijn aan de aanbeden vrouw.
- Zware maar lonende liefde
- Dienstbaarheid wordt benadrukt (bij hoofse liefde)
- Feodale verplichtingen werden als nastrevenswaardig gerepresenteerd
- In romans in hoofse lyriek konden mannen echt hun gevoelens uiten voor de vrouw en
deze dus ook echt hebben.
- Liefde van de man was niet meer onmannelijk
Hoofse cultuur: ontstaan aan de hoven
- Vanaf 13de eeuw ging elite de hoofse cultuur overnemen
- H cultuur presenteerde zich onafhankelijk tov de kerkelijke, christelijke cultuur.
- Tegenwicht tegen cultuur van de kerk
Literaire ontwikkelingen
Mecenas: opdrachtgever die gaf een opdracht om een literair werk te schrijven of vertalen
Schrijver kent zijn publiek goed dus weet hoe en wat hij moet schrijven.
- Leert het publiek iets
- Vermaakt het publiek
Literaire traditie: niet naar originaliteit streven, maar gaat terug op bronteksten
Voorleescultuur: middeleeuwse teksten werden voorgedragen en waren op rijm. Deel was
voorgelezen, ander was uit het hoofd geleerd.
Ridderroman: eliteliteratuur, voorgedragen aan ridders en ridders in opleiding. Ridderroman bood
lessen aan de hand van sprekende voorbeelden om de hoofse omgangsvormen onder de knie te
krijgen
- Voor ontspanning
- Voor educatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karolinajoldic. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.