Stromingen in de psychologie
1. De student kan herkennen wat psychologie wel en niet is.
- Psychologie betekent studie van de geest. Bij psychologie hou je je bezig met de
mentale processen en de gedragingen. Psychiaters hebben een medische
opleiding en zijn nog gespecialiseerd in een andere opleiding van geestelijke en
gedragsmatige problemen. Hierdoor richten psychiaters zich voornamelijk op het
behandelen van de cliënten en psychologen niet. Psychiatrie is ook een veel
kleiner vakgebied dan psychologie. Psychologie gaat over het gehele menselijk
gedrag en de geestelijke processen van hersenfuncties tot sociale interactie.
Psychologen zijn in het algemeen niet bevoegd om medicijnen voor te schrijven.
Psychologen zeggen ook cliënten in plaats van patiënten.
- Pseudo psychologie zijn niet onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd
2. De student kan de stromingen in de psychologie onderscheiden. Weet wat het inhoudt,
hoe er in de stromingen onderzoek wordt gedaan en kan de namen van de stromingen
koppelen.
- Er zijn 3 soorten psychologen:
1. Experimenteel psychologen: Kan ook wel onderzoek psychologen
worden genoemd. Voeren onderzoeken uit die nieuwe psychologische
kennis creëert.
2. Docenten psychologen: Deze psychologen werken in het onderwijs.
Ze geven les aan studenten van een bachelor opleiding. Op de
universiteit kunnen ze ook wetenschappelijke onderzoeken doen. Soms
behandelen ze ook mensen
3. Toegepaste psychologen: Hierbij wordt er gebruik gemaakt van de
kennis van Experimenteel psychologen om problemen van mensen op
te lossen, doormiddel van trainingen of psychologische behandelingen.
1. Arbeid en organisatiepsychologen: Wordt ook wel A&O psychologen genoemd.
Hebben zich gespecialiseerd in aanpassingen aan de werkplek die de productiviteit en
arbeidsmoraal van werknemers verhoogd en maximaliseert. Ze ontwikkelen
bijvoorbeeld programma’s om werknemers te motiveren.
2. Sportpsychologen: Helpen atleten hun prestatie en motivatie te verbeteren. Dit doen
ze door trainingssessies te plannen en door hen te leren hun emoties onder druk te
beheersen. Er kan door sportpsychologen ook onderzoek worden gedaan naar
verschillende persoonlijkheidstypen en risicovolle activiteiten.
3. Schoolpsychologen: Ze zijn deskundig op het gebied van lesgeven en leren. Ook
richten ze zich op de sociale omstandigheden van de leerlingen zoals
tienerzwangerschap en verslavingen. Ze werken meestal voor meerdere scholen
tegelijk. Ze stellen een diagnose voor leer/gedragsproblemen en adviseren de
ouders, leerlingen en docenten.
, 4. Klinische psychologen: Helpen mensen zich aan te passen op sociaal en emotioneel
gebied. Of om moeilijke keuzes te maken. Bijna de helft van alle psychologen op
masterniveau zijn klinische psychologen of counseling. De specialistenopleiding tot
klinisch specialisme.
5. Forensische psychologen: Leveren hun psychologische expertise aan het wets- en
rechtssysteem. Het is bekend geworden door series zoals CSI. Forensische
psychologen kunnen gevangenen in Tbs-inrichtingen testen om vast te stellen of ze
vrijgelaten kunnen worden of fit genoeg zijn om voor de rechtbank te verschijnen.
Ook is het mogelijk om verklaringen te beoordelen in mogelijke gevallen van
verkrachting of kindermishandeling en in sommige landen helpen ze bij selectie van
rechtbankjury.
6. Omgevingspsychologen: Proberen de interactie met ons milieu te verbeteren. Er
wordt bijvoorbeeld bestudeerd wat de invloed van groene ruimten in de binnenstad
op de schoolpresentaties van kinderen of verzinnen manieren om milieuvrie ndelijk
gedrag te stimuleren.
7. Gerontopsychologen: Dit zijn 1 van de nieuwste vakgroepen binnen de psychologie.
American psychological Association heeft gerontopsychologen in het leven geroepen
om ouderen te helpen hun gezondheid en welzijn te behouden en effectief te leren
omgaan met leeftijd gerelateerde problemen.
3. De student weet van welke 6 perspectieven gedrag bekeken kan worden. Begrijpt wat
deze perspectieven inhoudt en kan deze herkennen in een korte casusbeschrijving
1. Biologisch perspectief: (Renee Descartes) Dat het lichaam apart van de geest
kan worden bestudeerd. Het gedrag wordt bepaald door de hersenen,
zenuwstelsel, hormoonstelsel en de genen.
2. Cognitief perspectief: (Wiliam James/Wilhelm Wundt) De wetenschappelijke
methode kan worden gebruikt om de geest te bestuderen. Het gedrag wordt
bepaald door iemand waarnemingen, interpretaties, verwachtingen,
overtuigingen en herinneringen.
3. Behavioristische perspectief: (John Watson/ B.F. Skinner) Psychologie moet
de wetenschap van observeerbaar gedrag zijn, niet van de mentale
processen. Het gedrag wordt hierbij bepaald door de prikkels in onze
omgeving en de voorgaande consequenties van ons gedrag.
4. De perspectief vanuit de gehele persoon:
Psychodynamische psychologie: (Sigmund Freud)
Persoonlijkheid en psychische stoornissen komen voort uit
processen in het onbewuste. Het gedrag wordt hierbij bepaald
door de processen in onze onbewuste geest.
Humanistische psychologie: ( Carl Rogers/ Abraham Maslow)
Psychologie oet de nadruk leggen op menselijke groei en
potentieel in plaats van op psychische stoornissen. Het gedrag
wordt hierbij bepaalt door onze aangeboren behoeftes om te
groeien en ons potentieel zo goed mogelijk te verwezenlijken.
Psychologie van karaktertrekken en temperament: ( De oude
grieken) Individuen kunnen worden begrepen in termen van
hun temperament en blijvende karaktertrekken. Het gedrag
, wordt hierbij bepaalt door unieke persoonlijkheidskenmerken
die in de tijd en in alle situaties consistent zijn.
5. Ontwikkelingsperspectief: Mensen veranderen als gevolg van een interactie
tussen erfelijke eigenschappen en de omgeving. Het gedrag wordt hierbij
bepaalt door de interactie tussen erfelijkheid en omgeving, die zich het hele
leven door uit in voorspelbare patronen.
6. Sociocultureel perspectief: (Stanley Milgram, Philip Zimbardo en vele
anderen) Sociale en culturele invloeden kunnen de invloed overstemmen van
alle anderen factoren die gedrag beïnvloeden. Het gedrag wordt bepaalt door
de kracht van de situatie.
Extra:
-Anekdotisch bewijsmateriaal: Getuigenissen die de ervaringen van iemand of
enkele personen schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs
worden aangezien.
- Neurowetenschap: Het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen
gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale
processen creëren.
- Evolutionaire psychologie: Hierin wordt er aangegeven dat een groot deel van het
menselijk gedrag voort ui overgeërfde neigingen.
- Structuralisme: Historische stroming binnen de psychologie die de
basisstructuren van de geest en gedachten, elementen van de bewuste ervaring.
Biopsychologie
4. De student weet wat onder biopsychologie wordt verstaan
- Biopsychologie: Specialisme in de psychologie dat de interactie tussen biologie,
gedrag en de omgeving bestudeert. In Vlaanderen ook wel bekend als
gedragsbiologie. Het is voornamelijk gericht op het gedrag van dieren, maar ze
proberen ook de gevonden principes door te trekken naar de mens.
5. De student weet wat de begrippen evolutie en natuurlijke selectie inhoudt.
- Evolutie: Het proces waarbij soorten organismen geleidelijk veranderen doordat
ze zich aanpassen aan een veranderde omgeving. Op microscopisch niveau
kunnen we de evolutie in actie zien als bacteriën zich aanpassen aan antibiotica.
- Natuurlijke selectie: Het proces van uitwieden. Doormiddel van natuurlijke
selectie is de kans groot dat de individuen die het best aan hun omgeving zijn
aangepast goed gedijen en zich voortplanten. Degene die slecht zijn aangepast,
hebben meestal minder nakomelingen en mogelijk sterft hun bloedlijn uit. Het
organisme dat het best in hun leefomgeving passen, overleven. Via natuurlijke
selectie veranderd een soort geleidelijk.
6. De student weet wat de begrippen genotype en fenotype inhoudt en kan in een korte
casus herkennen of het gaat om genotype of fenotype, weet hoe de genen zijn
opgebouwd.
- Genotype: Een genetische patroon waarin je van alle andere mensen op aarde
verschilt. Het gaat hierbij om kenmerken van beide ouders die zijn doorgegeven
aan jou.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller oumaimaboulayoun. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.