Theorieën van de internationale relaties (BKULS0A55C)
Summary
Samenvatting - Theorieën van de internationale relaties (B-KUL-S0A55C)
44 views 0 purchase
Course
Theorieën van de internationale relaties (BKULS0A55C)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvatting van de volledige leerstof voor het vak Theorieën van de internationale relaties, gedoceerd door Edith Drieskens aan de KULeuven. Met inbegrip van de belangrijkste inzichten uit de reader en het handboek van Jorgensen.
Theorieën van de internationale relaties (BKULS0A55C)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
clararummens
Reviews received
Content preview
Samenvatting Theorieën van de Internationale Relaties (TIR)
INLEIDING
theoros
= theoros beschrijft én verklaart wat hij ziet (passieve en actieve rol)
Theorie
Dingen zien = dingen niet zien: bepaalde dingen onderbelichten – oplichten – overbelichten
- Een bepaalde bril om naar de wereld te kijken (gekleurde lenzen) / een denkkader / framing
Moeilijkheid 1: aanbod
brede wereld → veel theorieën en dus veel brillen die goed verkocht worden
- Utilitaire view: theorieën als hulpmiddelen ipv slechts 1 correcte theorie (Steve Smith)
o Anders → partiële weergave van de werkelijkheid
Complicerende factor: theoretici willen hun bril als de enige correcte verkopen → alternatieven weggelaten + andere
theorieën bekritiseren (bvb Stephen Walt) + brillen niet geëxpliciteerd
Moeilijkheid 2: vraag
Theorieën gezien als keurslijf + te algemeen (Rosenau)
Believers – tussenin – non-believers
Non-believers: theorie kan + mag niet → er bestaan enkel unieke fenomenen, geen patronen / tendensen
Tussenin: theorie kan, maar er kunnen wel wat dingen aan veranderen om relevanter te worden
Believers:
relevantie van theorieën
+ onderzoek + kennis
leidraad bij onderzoek: van (complexe) IR → shortcut
uittekenen + uitvoeren
van het studiegebied van de IR (gedefinieerd door theoretici)
upgrade van onderzoek
(beschrijven → analyse) van (en bijdrage tot) wetenschapsfilosofie ~ meta-theorie
analytische competentie
van (en bijdrage tot) politieke actie → beleidsadvies
→ nood aan werkbare micro-theorie
kloof tussen theorie en praktijk Walt (= realist)
standpunt beleidsmaker : standpunt academicus : beleidsrelevant werk kan → nieuwe
inzichten, maar gebeurt weinig
weinig aandacht voor theoretische literatuur - Schrijven ifv collega’s (peer review)
- Aanbod = te algemeen, te divers en niet - Waarden en normen uit academische wereld
afgestemd op de noden
- ≠ logica’s: algemeen-specifiek, L-KT,
verklaren-toepassen
nut van theorie voor beleidsmakers
+ diagnose, advies, voorspelling, evaluatie
r
, Oplossing: academici moeten hand reiken
aan beleidswereld → nood aan meer
heterogene academische wereld
dalende interesse voor wisselwerking theorie en beleid Nye
< andere logica’s
< specialisatie
Methodologische onderbouwing
Jargon
Plagiaat vs. best practices
Think tanks vergroten kloof : hapklare informatie voor
Hebben tijd: schrijven te traag beleidsmakers → competitie
Werken minder in groep
Andere kijk op waarheid
Persoonlijke ervaring: ‘embedded
capital’ → ‘rugzakje’: open blik
STUDIEMATERIAAL
handboek Jørgensen
= overzichtelijke classificatie boom van theorieën + complementaire vertakkingen / blaadjes
< brede definitie van theorie : verklarend, normatief en betekenisgevend
< meta-theorie (aandacht voor gebruik) : ontologie, epistemologie en methodologie
< diversiteit en praktische toepassing
zombieboekje Drezner
wat?: verklarend karakter theorieën → welke reactie bij zombie-aanval ? = metafoor transnationaal veiligheidsprobleem
hoe?: combi van inzichten sociaalwetenschappelijke literatuur + populaire cultuur
< elk hoofdstuk → andere theorie / bril (combinatie inzichten) → andere reacties / oplossingen / gevolgen
Waarom zombies? → niet zombies omv de zombies
1) Van marginaal → mainstream, zowel in populaire cultuur als academische wereld
2) Weinig aandacht in sociale wetenschappen (‘zombie gap’)
3) Zombies als ‘perfect 21st century threath’ → beperkte kennis + grote gevolgen → onzekerheid
4) Populaire cultuur als uiting van onderdrukte/onuitgesproken angsten → disproportionele reacties op onzekere
situatie
5) Zombies ≠ zo onwaarschijnlijk (‘platina of plausibility’)
Conclusies voor theorie
- Beleidskeuzes verklaard door theoretische brillen → ≠ voorspellingen en aanbevelingen
- Ook gelijkenissen (uitroeiing van de mens = onwaarschijnlijk)
- Analytische capaciteit van theorieën onder druk ~ focus op staten → praktisch nut = kleiner dan theoretici stellen
- Belang empirisch onderzoek + nood aan werkbare microtheorie
r
,WERELD VAN DEBAT ~ wording discipline
Traditionele weergave ontwikkeling studiegebied = chronologische opeenvolging van debatten
< historisch verhaal : vier grote debatten
1. liberalisme ⟷ realisme
2. traditioneel ⟷ modern
3. (neo)marxisme ⟷ (neo)realisme /liberalisme
4. tradities ⟷ positivisme/post-positivisme
↔ Jørgensen : focus op inter-traditie én intra-traditiedebat (ruimere kijk op debat)
< na WO1 : ‘nooit meer oorlog’ → IO (instellingen, samenwerking) en kennis (onwetendheid als bron conflict)
< kritiek op liberalisme door realisten
- wereld zoals men ze wenst en niet zoals ze is (‘dromers’) : onderschatting macht en machtspolitiek +
overschatten mogelijkheden tot samenwerking en conflictpreventie
- normatieve en weinig systematische methode
- populair geworden ~ WO2
+ realisme
TWEEDE DEBAT (1950 – 1960)
traditionele aanpak ⟷ moderne aanpak
begrijpen
verklaren
normen en waarden
hypothesen, data en variabelen
interpretatie
meten en testen
historische kennis
wetenschappelijke kennis
< methodologisch debat : behaviouralisten (economische en sociaal/politiekwetenschappelijke scholing,
sterk in VS) stellen traditionele methode in vraag (filosofie, geschiedenis, recht) → richten zich op
natuurwetenschappen (meten is weten) = positivistische werkwijze
+ moderne aanpak : verwetenschappelijking → blijvende invloed op manier van werken binnen TIR (ondanks kritiek)
r
, > herdefiniëring realisme en liberalisme : neorealisme en neoliberalisme
r
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller clararummens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.