Summary
Samenvatting 4VWO Maatschappijleer thema 3 Democratie
- Course
- Level
Samenvatting over hoofdstuk 3 uit het boek Thema's maatschappijleer
[Show more]
Seller
Follow
sterretrenite
Content preview
Samenvatting thema 3Wat is democratie?
Soeverein = een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag
uitoefent en het monopolie van geweldsuitoefening heeft.
Politiek = het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden.
Algemeen belang = noodzakelijk.
Participatie = een lang proces om politieke besluiten te nemen.
Representatieve democratie = het volk vertegenwoordigers kiest die de beslissingen nemen
en met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten
afleggen over hun beleid.
Kenmerken democratie =
Er is individuele vrijheid
Er gelden politieke grondrechten
Politiek en politie hebben wettelijk beperkte bevoegdheden
Er bestaat onafhankelijke rechtspraak
Er bestaat persvrijheid
Volksstemming = bij een democratie stemt het volk.
Directe democratie = het tegenovergestelde van representatieve democratie, een snelle
vorm van besluiten nemen (handen omhoog om te stemmen).
Parlementair stelsel = het gekozen parlement heeft een het hoogste machtsorgaan.
Constitutionele monarchie = wanneer het staatshoofd een koning is.
Presidentieel stelsel = de president staat aan het hoofd van de regering maar hij heeft wel
Ontbindingsrecht = het recht om het parlement te ontbinden.
Parlementaire democratie = Nederland heeft een parlementair stelsel met ene
constitutionele vorst.
De grondwet in onze democratie =
Taken en bevoegdheden van de drie politieke machten staan omschreven.
Alle Nederlanders vanaf 18 jaar mogen stemmen.
De regels voor de politieke besluitvorming zijn vastgelegd.
De overheid laat de media vrij, maar de media moet ook over de juiste informatie
kunnen beschikken.
Dictatuur = de drie machten niet van elkaar gescheiden zijn, maar in de handen is van een
kleine groep mensen.
, Kenmerken dictatuur =
Er is een beperkte individuele vrijheid.
Er is nauwelijks politieke vrijheid.
Er is dikwijls overheidsgeweld.
Er bestaat geen onafhankelijke rechtstaat.
De massamedia en ook kunstuitingen staan onder censuur van de overheid.
Soorten dictaturen:
Ideologie = communistische partij heeft alle macht.
o Indoctrinatie= de bevolking krijgt de partijideologie met de paplepel
ingegoten.
Theocratie/ Religieuze dictatuur = de godsdienst is verheven tot staatsideologie
Militaire dictatuur = een dictatuur waar veel geweld wordt gebruikt.
Politieke stromingen
Ideologie = een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting
van de samenleving. Bij ideologieën gaat het om de volgende twee aspecten =
Normen en waarden = uitgangspunten die leiden tot normen. Een partij moet
dezelfde waarden hebben om op afspraken te komen.
Sociaaleconomische verhouding = de rechtvaardige verdeling van welvaart
o Links = ongelijkheid tussen mensen verminderen. Eerlijke verdeling tussen
inkomen, actieve overheid, gelijke kansen en uitgebreide verzorgingsstaat.
o Rechts = zo weinig mogelijk bemoeienis met de overheid. Lage belastingen,
passieve overheid, economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
Politieke middelen = tussen de linkse en rechtse partijen.
Drie hoofdstromingen =
Liberalisme = een rechtse partij, ze vinden vrijheid en individuele
verantwoordelijkheid belangrijk. VVD
o Persoonlijke vrijheid = lage belastingen
o Economische vrijheid = passieve overheid en eigen verantwoordelijkheid
o Vrijemarkteconomie = de overheid moet zich beperken tot defensie,
onderwijs en bescherming van rechtstaat.
Socialisme = een linkse partij vind gelijkheid, solidariteit en eerlijke verdeling van
inkomen, macht en kennis belangrijk. PvdA
o Solidariteit = de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.
o Gelijkheid = iedereen gelijkwaardig is. Er zijn twee groepen socialisten:
o Sociaaldemocraten = ze willen maatschappelijke verbeteringen bereiken langs
parlementaire weg.
o Communisten = ze willen dat de arbeiders alle macht kregen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterretrenite. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
75632 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now