100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bestuursrecht alle lessen met voorbeelden $10.18   Add to cart

Summary

Samenvatting bestuursrecht alle lessen met voorbeelden

2 reviews
 295 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Alle lesnotities staan erin, aangevuld met boek. Voorbeelden en schema’s aanwezig. Heel makkelijk te verstaan, duidelijk en schematisch uitgeschreven. Met deze samenvatting was ik in de eerste zit geslaagd.

Preview 10 out of 59  pages

  • June 28, 2023
  • 59
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: femkemeir1 • 5 months ago

review-writer-avatar

By: ikrameea • 1 year ago

avatar-seller
Les 1 en 2
1. Basisbegrippen en centrale thema’s
Bestuursrecht:
◦Recht dat geldt tussen burgers en overheid.
◦Regelt organisatie en werking van bestuursorganen.
◦Beslecht administratieve geschillen.
Bestuur: Art. 14, paragraaf 1 RvS-wet -> hier in algemeen begrip van bestuur.
◦organen en instellingen van de uitvoerende macht.
‣ bv. lokale besturen
◦materiële wetgeving
‣ bv. gemeentereglement
◦bestuurlijke rechtscolleges
‣ bv. Raad van State
Ook WM en RM nemen bestuurlijke beslissingen (bv. Als de rechter oordeelt dat de bestuurlijke
beslissing onrechtmatig is, kan hij of zij de beslissing vernietigen of wijzigen.)

Gelaagde rechtsorde: er zijn verschillende niveaus vh rechtssysteem.

Verticale machtenscheiding:
◦verdeling v taken, binnen verschillende territoriaal omschreven overheden/
overheidsverbanden/ niveaus.
‣ Niveaus; lokale, regionale, supranationale en internationale.
‣ Vb Federale overheid & gemeenschappen en gewesten.

Horizontale machtenscheiding: vb fed OH
◦versch taken v één overheid w verdeelt tss meerdere instellingen v diezelfde overheid.
◦Op hetz niveau hebben we 3 machten -> trias politica.
-> geen absolute scheiding van machten. Checks and balances. Er zijn 3 functies.

Federalisme: streven naar de stichting van een federatie.
‣ Federatie: verbond van organisaties of staten die met elkaar samenwerken.

Impact verticale machtenscheiding
• besturen zijn in een gelaagde rechtsorde.
• federalisme: spreiding van bevoegdheden tussen verschillende autonome rechtsordes.
• burger maakt deel uit van verschillende overheidsniveaus.
• verhoudingen tussen verschillende bestuursniveaus met eigen bevoegdheden en administratie

Bestuur in een gelaagde rechtsorde
-> Impact van verticale machtenscheiding.


2. Opdracht vh bestuur
(2) taken:
◦Taak v tenuitvoerlegging; beleid voeren
◦Taak v algemeen belang.

,A. Taak v tenuitvoerlegging: beleid voeren
Vele rechtsdomeinen; onderwijs, sociale zekerheid, milieu, ruimtelijke ordening
-> ze kunnen niets anders doen dan decentraliseren.
‣ Decentraliseren: bev aan lagere eenheden geven.

IVA en EVA’s:
◦Beide zijn publieke organisaties
◦Beide soorten agentschappen hebben een zekere mate van autonomie ten opzichte van de
overheid en hebben een specifieke opdracht om uit te voeren.


◦Verschil:
‣ IVA’s: “interne verzelfstandigde agentschappen”; werken binnen de structuur van een
bepaalde overheid/administratie.
‣ EVA’s: “externe verzelfstandigde agentschappen”; werken buiten de structuur van een
bepaalde overheid/administratie.

B. Taak van algemeen belang
Het bestuur zorgt voor het algemeen belang en oefent gezag uit.
Onderscheid tss (2) bev:
◦discretionaire vs. gebonden bevoegdheid.




PO
‣ Discretionaire: beleidsvrijheid; keuzeruimte.
• Vb. Omgevingsvergunning; ze mogen kiezen of een burger het krijgt of niet. Hier
geen subjectieve recht voor de burger.
‣ Gebonden: geen keuzevrijheid. Ze hangen vast aan dwingende regels. Hier wel
subjectieve recht voor de burger.
• Vb. Vergoeding voor ambtenaren.

Dit leidt tot bijzondere prerogatieven (=voorrechten) (2) van het bestuur
• 1: bijzonder statuut van overheidsgoederen
◦= geen beslag kan gelegd w, omdat ze nodig zijn voor de uitoefening van hun taak
‣ vb; auto Alexander de Croo.
• 2: eenzijdige bestuurlijke rechtshandelingen: zelf eenzijdig dingen beslissen.
‣ Rechtshandeling: daad met als doel een rechtsgevolg.
◦Vb. onteigening, belastingen heffen, een discotheek sluiten, een omgevingsvergunning
toekennen of weigeren (=discretionaire bev vd overheid).
‣ Moet wel zijn in de taak van algemeen belang!

voorrechten van de bestuurlijke rechtshandelingen (theorie) 3 kenmerken:
Rh hebben een:
• verbindende kracht = zijn bindend.
• instemming van de bestuurde is niet vereist (= je moet er niet mee akkoord zijn)
• dwingende kracht = je moet het gehoorzamen
• uitvoerbare kracht
• op zichzelf uitvoerbaar zonder tussenkomst van de rechter, (maar geen gedwongen uitvoering
(=met geweld) dan wel rechter)

Er zijn bijzondere verplichtingen van het bestuur:
• beginselen van behoorlijk bestuur
• letten op de openbare dienst (bv. continuïteitsbeginsel; altijd moet blijven doorlopen, vb openbaar
vervoer -> zorgen voor minimum dienstverlening)

,• formele, materiele motivering
• hiërarchisch of bestuurlijk toezicht;
◦Hiërarchisch: -> deconsentratie
◦Bestuurlijk: -> decentralisatie
• openbaarheid van bestuur; inzage vragen in doc waarmee men tot bepaalde beslissing is gekomen,
vb ambtenaar kan vragen doc bekijken van beslissing wrm hij niet werd benoemd.


3. Verhouding tussen overheid en burger
Algemeen belang gaat voor op privaat belang.
• dat leidt tot fundamentele ongelijkheid tussen burger en overheid
• zorgt voor afwijkingen van gemeen recht wnr het gaat over verhouding tss burger en overheid
‣ Gemeen recht: de algemene rechtsbeginselen die ten grondslag liggen aan het Belgische
rechtssysteem, zoals de scheiding der machten, de gelijkheid van burgers voor de wet,
het recht op een eerlijk proces en de naleving van rechterlijke beslissingen. Het is
ontstaan uit gewoonten en gebruiken van de rechtspraak en de rechtspraktijk.

Extra’s:
• Overheidsgoederen = domeinsgoederen (syn)
• Je kan pas naar de burgerlijke rechtbank wnr je een subjectief recht hebt.
• Administratieve rechtbanken: passen objectief contentieux toe




‣ De administratieve rechtbanken hebben als taak om te controleren of de beslissingen van
overheidsinstanties in overeenstemming zijn met de wet (=legaliteit) en de algemene
rechtsbeginselen (BBB). Als dit niet het geval is, kan de administratieve rechtbank de
beslissing vernietigen en de overheid verplichten een nieuwe beslissing te nemen in
overeenstemming met de wet.
‣ Vb. RvS, raad voor vergunningsbetwisting, …

Aanbestedingsprocedure:
• overheid zoekt iem voor iets. Vb bep werken uit te voeren.
◦Het is een procedure waarbij bedrijven zich kunnen inschrijven (=zo krijgt iedereen de kans om
mee te doen)
◦Ze moeten voldoen aan de gestelde voorw en selectiecriteria.
◦Ze sluiten met winnende kandidaat een contract. Het contract bevat de afspraken over de
uitvoering van de opdracht, zoals de leveringstermijn, de prijs en de kwaliteit van de geleverde
diensten of producten.
• ! overheid moet kiezen voor meest voordeligste, goedkoopste -> want het is geld vd burgers;
belastingsgeld. -> kiezen voor meest gunstige offerte.
‣ Offerte: beschrijving van werkzaamheden die iemand of een bedrijf aanbiedt met
prijsopgave.

Evolutie naar horizontalere verhouding tussen bestuur en burger
• Participatie op alle bestuursniveaus
• bevolking recht op inspraak inzake milieubeslissingen
• openbaar onderzoek voor opmaak RUP (ruimtelijke uitvoeringsplan; gaat over inplanting v
gebouwen en bestemming v gronden)
• Gevolg: beginsel behoorlijk bestuur èn behoorlijk burgerschap
◦Dat zijn belangrijkste principes in het Belgische rechtssysteem:

, ‣ Beginsel v behoorlijk bestuur: de plicht van overheidsinstanties om op een eerlijke,
transparante en zorgvuldige manier te handelen in de uitoefening van hun bevoegdheden.
= overheid: de wet en rechten van burgers moet respecteren + rekening houden met de
belangen van burgers.
‣ Beginsel v behoorlijk burgerschap: verplichtingen die burgers hebben tov de samenleving
en de overheid. = burgers: de wet moeten respecteren en bijdragen aan het algemeen
belang. Vb. verplichting om belastingen te betalen en om de openbare orde en veiligheid
te respecteren.

4. Verhouding tussen regering (=politiek) en administratie
(Politiek) spanningsveld
• klassieke actoren (=persoon die een actieve rol speelt in een bepaald proces) v UM: koning en
regering van ministers en staatssecretarissen
• politieke verantwoordelijkheid v UM aan parlement voor handelen van de regering en haar leden en
ministers.
• ontslag van minister; als die handelt in strijd met (grond)wet
• motie van wantrouwen; als meerderheid van de leden van de Kamer van mening is dat de
regering/ minister niet langer hun vertrouwen verdient, kan er een motie van wantrouwen worden
ingediend. Als de motie wordt aangenomen, betekent dit dat de regering/ minister moet aftreden.

• organen en instellingen & ambtenaren
◦er zijn versch organen en instellingen die wegen op het beleid
‣ vb. RvS; onafhankelijk rechtscollege dat adviseert over wetsontwerpen en verordeningen,
en dat geschillen beslecht tussen burgers en de overheid.
‣ De Nationale Bank van België: heeft als taak het bewaken van de financiële stabiliteit.
◦er zijn binnen de Belgische overheid gespecialiseerde en permanente equipes (ploegen) die
een belangrijke rol spelen bij het formuleren en uitvoeren van beleid.
‣ De FOD Financiën: een federale overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het innen
van belastingen en het beheer van de financiën van de overheid.
‣ De FOD Volksgezondheid: een federale overheidsdienst die verantwoordelijk is voor het
beleid op het gebied van volksgezondheid.

Politisering: mate waarin politieke partijen/politici invloed uitoefenen op de besluitvorming en
uitvoering van beleid. Dit kan leiden tot een vermenging van politiek en administratie, en kan de
onafhankelijkheid en neutraliteit van de administratie in gevaar brengen.

Administratieve rekenplichtigheid
• verplichting voor administratie om rekenschap (=verantwoording) af te leggen.
• inzicht krijgen in beleid en motieven (=redenen)
• verplichting tot openbaarheid van bestuur; welke motieven, burgers kunnen vragen om
inzage te krijgen in documenten.


• audits (=kritische onderzoek), jaarverslag -> controle op administratie
• klokkenluidersbescherming: wnr een ambtenaar merkt dat het fout loopt, dan w die
beschermd. Beschermt tegen tuchtsancties, ontslag.
• administratief en tuchtrechtelijk verantwoordelijk; men kan sancties krijgen wnr men geen
rekenschap kan afleggen.
• ombudsdienst: onpartijdige klachtbehandelaar die (on)gevraagd onderzoek verricht naar de
rechtmatigheid van gedragingen van overheden/ particuliere instellingen.

,6. Enkele centrale thema’s van publiekrecht
Verankering
• Counter-majoritarian difficulty (=tegen de meerderheid moeilijkheid): het is noodzakelijk dat er een
GW is die niet gwn met meerderheid kan verandert w, soort rem die beschermt.
-> beschermen:
• procedurele afspraken, bescherming (senaat niet zomaar kunnen afschaffen)
• inhoudelijke component: bescherming van minderheden en persoonlijke vrijheden

Toezicht op de overheid
• Controle op het bestuur door rechterlijke macht (checks and balances), toezicht overheid: UM door
rechterlijke macht. opstellen
Mnd
◦Vb. RvS; kan beslissingen vernietigen. Maar rechters moeten zich inhouden want ze
controleren beleid -> mag niet zeggen dat hij het een slechte maatregel vindt. Niet zeggen dat
ze meer moeten doen. (Rechter niet moeien met taken v UM)
‣ Vaak enkel marginale toetsing; bij toetsing van wetten en regelgeving; kijkt rechter alleen
of niet in strijd is met wetgeving. Hij beoordeelt of de wet of regelgeving binnen de
grenzen blijft van wat is toegestaan volgens de hogere rechtsnormen.
• bevoegdheidsverdeling: hoven en rechtbanken en administratieve rechtscolleges
• Maar bestuur controleert ook zichzelf bv. omgevingsvergunning
-> toezicht op en van de overheid.


Les 3 en 4
I. Publiekrecht in perspectief
HDN
-Supra- en internationaal recht: vb. Wetten europese unie, internationale verdragen
-Grondwet som mrmet onwaarde
(Bijzondere meerderheidswetten)
-Wetten/decreten/ordonnanties (uitgevaardigd WM)
-Besluiten en verordeningen
Bnr
- KB,
◦regionaal besluit (=besluit v gewest/gemeenschap vb organisatie onderwijs)
- MB, MB
- provinciale verordening, gemeentelijke verordening
-Gewoonterecht
-
-Omzendbrieven, dienstnota’s



1) Grondwet - relevante artikelen
• Gewapende macht: politiediensten (art. 184 GW)
• Territoriale decentralisatie (art. 41, 162-166 GW)
• Rechtsbescherming van de burger
◦art. 144, 145 en 146 GW: bevoegdheidsverdeling tussen administratieve en burgerlijke
rechters.
◦art. 158 GW: rol van het Hof van Cassatie in attributieconflicten.
‣ attributieconflicten: verwijst naar situaties waarin meerdere overheidsinstanties bev zijn
om een specifieke taak uit te voeren, maar waarbij het niet duidelijk is welke instantie
verantwoordelijk is voor het nemen van een bepaalde beslissing of actie.
◦art. 159 GW: exceptie van onwettigheid (rechter)

, ◦art. 160-161 GW: Raad van State en administratieve rechtscolleges.

2) Wetten/decreten/ordonnanties



we
Ï iii

aan
MÖN
4) Gewoonterecht (niet in wetgeving opgenomen)
Voorbeeld: ontslagnemende regering kan enkel nog ‘lopende zaken’ regelen.

5) Algemene rechtsbeginselen
Bij gebrek aan wettelijk kader hebben deze beginselen vorm gekregen via de rechtspraak.
-> Twee soorten:
• algemene rechtsbeginselen
◦Vb gelijkheidsbeginsel (art. 10, 11 GW), rechtszekerheidsbeginsel, …
• beginselen van behoorlijk bestuur
◦Vb hoorplicht, motiveringsplicht, …

6) Omzendbrieven, dienstnota’s, beleidsregels
Drie types omzendbrieven: (herkennen welke soort brief)
• Interpretatieve omzendbrieven
◦instructies over hoe een wet of besluit moet geïnterpreteerd worden (niets nieuws/
‘handleiding’)
• Indicatieve omzendbrieven
◦richtlijnen als leidraad voor invullen van discretionaire bevoegdheden (beleidskeuze ->
beleidsvrijheid)
• Normatieve omzendbrieven (sommige van mening dat dit onwettig is)
◦bedoeld om bindende instructies te geven aan ambtenaren en andere betrokkenen bij de
uitvoering van de wetgeving. Deze omzendbrieven kunnen worden beschouwd als een vorm
van "pseudo-wetgeving", omdat ze juridisch bindend zijn, ook al zijn ze niet formeel door het
parlement aangenomen.
◦aanvechtbaar bij Raad van State als ze niet in overeenstemming zijn met hogere wetgeving.



Pseudo-wetgeving: informele regels of instructies die de status van wetgeving lijken te hebben, maar
die niet formeel zijn aangenomen als wet of decreet.
‣ Vb. Omzendbrieven, richtlijnen

7) Draagwijdte van pseudo-wetgeving
• voor ambtenaren bindend op basis van het hiërarchisch toezicht (deconcentratie)
◦ =bindend voor ambtenaren en instellingen die onder de bev van de uitgevende overheid
vallen.
• voor gedecentraliseerd bestuur zijn omzendbrieven slechts een aanbeveling, geen verplichting
(decentralisatie)

, ◦Decentralisatie; vb. Territoriale -> lokale besturen: gemeenten en provincies.
• voor burgers niet bindend, maar ze kunnen er wel rechten aan ontlenen (vb behoorlijk bestuur,
rechtszekerheid)

II. Bestuur en zijn verschijningsvormen




(in codex)
Art. I.3 Bestuursdecreet (we zitten op niveau Vlaams gewest -> administratieve overheid lijst)
‣ OCMW: is een lokale overheid
art. II.28 Bestuursdecreet
‣ Bij milieu-instanties vb. Bond Beter Leefmilieu; kunnen we inzage vragen in de
beslissingen/ bestuursdocumenten; moeten zich enkel voor beslissingen van milieu
verantw.
‣ Ook instellingen met een publieke taak vb. Woonzorgcentrum
Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering (=formeel) van bestuurshandelingen – 29 juli 1991
Art. 1: ‘bestuur’, ‘bestuurshandeling’ - def

2: criteria voor “administratieve overheid”
• Administratieve overheden:
◦Vb federale en deelstatelijke overheden, gemeenten en provincies, Vlaamse regering
◦Art. 14 RvS-wet

KU Leuven -> is niet opgericht door de overheid. Het voert een overheidstaak uit.
‣ = Sommige beslissingen v KULeuven zijn aanvechtbaar in andere rechtbanken dan dez
beslissingen v UGent.
UGent -> rijksuniversiteit, het is een overheidsorgaan. Alle beslissingen aanvechtbaar voor RvS.


Art. 14 RvS-wet
Onderscheiden: (2 bolletjes)
• adm OH
• instellingen opgesomd vd WM en RM “mbt …”
‣ = Wat betekent als instellingen vd WM en RM (die in art w opgesomd) die handelingen
nemen; die handelingen kun je aanvechten voor de RvS.

, nor at 14 en met
• Organieke criteria TT
2 soorten criteria - overzicht; om administratieve OH te zijn
nagaan
◦oprichting/ erkenning/ financiering door overheid
‣ Vb. UGent is opgericht door de OH.
‣ Vb. KULeuven erkent en gefinancierd (alle onderwijs instellingen).
◦controle/ toezicht van de overheid op die instellingen
‣ = administratief/bestuurlijk toezicht
‣ MAAR bv. CREG (Commissie voor de regulering van het gas en de elektriciteit ->
overheidsinstantie)
• geen controle door OH, maar toch een overheidsorgaan, opgericht door de OH als
onafhankelijke instantie en controleorgaan
• Functionele criteria
rasmag het
◦behartiging taken van algemeen belang H publieke
gaan overomopen
‣ = als commercieel belang dan geen OH
‣ Vb. KU Leuven: private rechtspers die in algemeen belang optreedt (=aanbieden v hoger
onderwijs).
‣ Vb. Bpost die een beslissing neemt ivm postbedeling; adm OH.
◦eenzijdig bindende beslissingen nemen die derden binden (z dat die derden daarmee akkoord
gaan) -> dit checken enkel bij private RP
‣ = imperiumbevoegdheid:
j
Kroning

◦ dit is sws voldaan (4): examenbeslissingen, opleggen v een administratieve
sanctie, onteigening, statutaire aanstelling v een personeelslid (vb in KB/MB ze
benoemen een pers daarin; er is geen co)
◦dit is sws niet voldaan (1): beslissing inzake overheidsopdrachten.
Waytien ‣ Vb. KULeuven die een overheidsopdracht uitschrijft.

IgG in a
dienen
gunngt dden
◦dit ook niet voldaan (1): ontslag v een personeelslid.
‣ = niet voldaan; niet naar RvS.

Conclusie:
Publiek RP; bijna altijd een administratieve OH, tenzij commercieel belang.
Privaat RP: bijna nooit een administratieve OH, behalve wnr ze een imperiumbev uitoefenen.


Wet v 21 maart 1991: betreffende de hervorming v sommige eco overheidsbedrijven (bundel)
= hierin opgesomd; enkele autonome OHbedrijven die een commerciële taken kunnen uitvoeren.




1 wie
äÏ werkt kgroenaar




i

,Voorbeelden:




jr
1) Bpost, 2) NMBS, 3) VRT, 4) Infrabel (=infrastructuurbeheerder spoorwegen), 5) skeyes
(=luchtveiligheidsorganisatie; luchtverkeer), 6) proximus
-> allemaal publieke RP; door OH opgericht, zijn OHbedrijven, w allemaal gefinancierd (soms),
erkend, staan onder toezicht,
◦algemeen belang:
‣ 1) postbedeling, 2) openbaar
je personenvervoer, 3) aanbieden van radio- en
televisieprogramma's; vb programma’s om publiek te informeren over belangrijke
maatschappelijke kwesties, 4) besluit om spoorwegennet te verbeteren voor veiligheid, 5)
invoeren van beperkingen voor het gebruik van drones in de buurt van luchthavens en het
nemen van maatregelen om de geluidsoverlast te beperken, 6) investeren in de uitbreiding
van hun glasvezelnetwerk om breedbandinternet toegankelijker te maken voor mensen in
afgelegen gebieden

◦maar commercieel belang: (voor deze beslissingen geen adm OH)
‣ 1) pakjesdienst, 2) goederenvervoer op aanvraag van bedrijven, 3) meer te investeren in
populaire entertainmentprogramma's om de kijkcijfers te verhogen, 4) besluit om
spoorwegennet te moderniseren om de concurrentiepositie te verbeteren/aanpassen van
bepaalde trajecten om meer goederenvervoer mogelijk te maken, 5) investering in nieuwe
technologieën om de efficiëntie van de luchtverkeersleiding te verbeteren; om kosten te
besparen en concurrentiepositie verbeteren, 6) nieuw mobiel telefoonabonnement te
lanceren om klanten aan te trekken

Publieke rechtspersoon: is RP die is opgericht door de OH en die deel uitmaakt van de publieke
sector. Als publieke rechtspersoon heeft een organisatie een eigen rechtspersoonlijkheid en kan deze
zelfstandig optreden en verplichtingen aangaan. Dit betekent dat deze organisaties bijvoorbeeld
contracten kunnen afsluiten en in rechte kunnen optreden.



Oefeningen:
Casus 1
De NMBS (=OH bedrijf) schrijft een overheidsopdracht uit voor de aankoop van 10
hogesnelheidstreinen. Zij beslist de opdracht te gunnen aan bedrijf X. Bedrijf Y, wiens offerte niet
werd weerhouden (= niet gekozen voor hun “aanbod”), wenst deze beslissing aan te vechten en stapt
naar de Raad van State. Is dit beroep ontvankelijk?
1: organieke criteria:
◦Oprichting/ erkenning/ financiering door OH: ja, alle 3
◦Controle/ toezicht vd OH (=administratief/bestuurlijk toezicht): ja (art 1, 23 wet 21 maart 1991)
2: functionele criteria
◦Behartigen taken v algemeen belang/ openbare dienst: taak van algemeen belang =
personenvervoer
◦(Imperiumbevoegdheid: private RP): /
-> (ja NMBS is hier een administratieve OH)
-> ja, beroep is ontvankelijk bij RvS.


Casus 2a
De middelbare school vzw ‘Instituut Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis’ werft een leerkracht
aan, de heer X. Mevrouw Y, die ook heeft gekandideerd, wenst tegen deze beslissing beroep aan te
tekenen. Is haar beroep bij de Raad van State ontvankelijk?

, 1: organieke criteria:
◦Oprichting/ erkenning/ financiering door OH: niet opgericht door OH; is een private RP = vzw.
wordt wel erkend (=is nodig om diploma’s te kunnen uitreiken) en w gefinancierd (alle scholen).
◦Controle/ toezicht vd OH (=administratief/bestuurlijk toezicht): ja, het moet voldoen aan de
regels mbt onderwijs.
2: functionele criteria
◦Behartigen taken v algemeen belang/ openbare dienst: ja, algemeen belang is hier onderwijs.
◦(Imperiumbevoegdheid: private RP): nee, beslissing bindt geen derde (=derde is iem die
helemaal daarbuiten staat, geen kandidaat)
-> (nee, geen administratieve OH)
-> nee, beroep niet ontvankelijk bij RvS.

Casus 2b
• Wat wanneer dezelfde vzw beslist een leerling te schorsen bij wijze van tuchtmaatregel? De interne
beroepsprocedure is uitgeput en de leerling wenst de beslissing aan te vechten. Is bij tuchtmaatregel
beroep bij RvS mogelijk?
Idem als hierboven, behalve;
2: functionele criteria
◦(Imperiumbevoegdheid: private RP): nee, beslissing bindt geen derde. Hier bindt beslissing
enkel die leerling zelf (+ouders zijn ook geen derde).
-> nee, beroep niet ontvankelijk bij RvS.

Casus 2c
• Wat wanneer dezelfde vzw beslist dezelfde leerling aan het einde van het schooljaar een C-attest te
geven?
Idem als hierboven, behalve;
2: functionele criteria
◦(Imperiumbevoegdheid: private RP): ja, beslissing bindt derden. Vb andere scholen zijn ook
gebonden.
-> (ja, een administratieve OH)
-> ja, beroep mogelijk bij RvS.

Casus 3
• Bpost beslist om het aantal sorteercentra in de regio Antwerpen te reduceren van 5 naar 3. Kun je
een beroep tegen deze beslissing bij de Raad van State indienen?
1: organieke criteria:
◦Oprichting/ erkenning/ financiering door OH: ja, is opgericht = publieke RP, erkent en
gefinancierd (soms).
◦Controle/ toezicht vd OH (=administratief/bestuurlijk toezicht): ja, staat onder toezicht.
2: functionele criteria
◦Behartigen taken v algemeen belang/ openbare dienst: nee, deze beslissing is voornamelijk
genomen in commercieel belang. Die kan dit gedaan hebben om financieel gezond te blijven;
door kosten te besparen.
◦(Imperiumbevoegdheid: private RP)
-> (nee, geen administratieve OH)
-> nee, beroep niet ontvankelijk bij RvS.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alekseevnablinova. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.18  14x  sold
  • (2)
  Add to cart