Dit is een overzichtelijke en structurele samenvatting voor het het thema vertering in de Biologie. Heb je moeite met deze stof dan is dit een ideale samenvatting die al door meer dan 300 mensen is gebruikt!
Biologie samenvatting hs. 1 vertering
vwo 6
Er zijn 6 soorten voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen.
Via het bloed worden de aminozuren (uit de eiwitten die worden ingenomen) vervoerd naar de lever en
vandaaruit naar alle organen. Bij eiwitsynthese worden aminozuren weer aan elkaar gekoppeld tot
eiwitmoleculen.
eiwitten
In het eiwit van mensen komen 20 verschillende aminozuren voor. Twaalf daarvan kunnen wij zelf maken
en 8 niet, dit zijn de essentiële aminozuren en die moet je binnenkrijgen via voeding. Het lichaam maakt
zelf aminozuren uit andere aminozuren door overplaatsing van een aminogroep. Dit heet transaminering.
Eiwitten reguleren bijna alle processen in organismes.
Wanneer er niet voldoende glucose beschikbaar is, verbrand je de eiwitten uit je spieren waardoor je
spiermassa afneemt.
Koolhydraten
koolhydraten zijn op te verdelen in mono- , di- en polysachariden. Lactose in melk is een disacharide.
Koolhydraten zijn belangrijke brandstoffen in je lichaam. je grootste energiebehoefte wordt gevuld door
het eten van koolhydraten en de verbranding hiervan. Als je teveel koolhydraten eet, zorgt het hormoon
insuline ervoor dat een klein deel daarvan wordt omgezet in de polysacharide glycogeen wat een
reservestof is voor de lever en in spieren. het grootste overtollige deel koolhydraten wordt omgezet in vet
opgeslagen onder de huid en rondom de organen.
Koolhydraten kunnen ook een rol spelen als bouwstof. DNA molecuul bevat de monosacharide
desoxyribose en ATP bevat de monosacharide ribose.
Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet verteerd kunnen worden door enzymen van de mens. In de
darmen kan een deel hiervan wel worden afgebroken door enzymen van bacteriën. Ze bevorderen de
darmwerking en de stoelgang.
Vetten
Veel vetten zijn opgebouwd uit een glycerolmolecuul met drie vetzuurmoleculen. Dit worden triglyceriden
genoemd. de vetzuren kunnen verzadigd en onverzadigd zijn. Bij een verzadigd zijn alle bindingsplaatsen
van de c atomen bezet door h atomen. Bij onverzadigd niet (dubbele binding). Je lichaam kan glycerol en
vetzuren zelf ook maken, daarom heb je niet veel vetten nodig. Er zijn enkele essentiële vetzuren:
linolzuur.
Vetten dienen naast brandstof ook als bouwstof. Fosfolipiden zijn belangrijke vetten waar 1
vetzuurmolecuul vervangen is door een fosforzuur. Cholesterol krijg je voor een klein deel via voeding
binnen. De meeste wordt aangemaakt door de lever. Het wordt gebruikt bij de productie van hormonen,
gal en vitamine D.
Water
water is een belangrijke bouwstof voor lichaamscellen en oplosmiddel voor allerlei stoffen. Water is ook
een transportmiddel in het bloed. Ook speelt water een belangrijke rol bij de temperatuursregeling in het
lichaam.
mineralen
mineralen zijn anorganische stoffen zoals calcium, fosfor, kalium en natrium. Fosfor geeft stevigheid aan de
botten en tanden net als calcium. Calcium is ook nodig voor bloedstolling. Kalium zorgt er samen met
natrium voor dat neuronen impulsen kunnen geleiden. Spoorelementen zijn mineralen die je echt een mini
beetje nodig hebt. dit zijn vaak bestandsdelen van enzymen en hormonen.
, Par 2 het verteringsstelsel
Het darmkanaal
Grote organische moleculen worden in de darmen door enzymen afgebroken tot kleine moleculen:
verteringsproducten. Deze moleculen gaan door de darmwand heen het lichaam in waar ze door
voortgezette assimilatie weer grote moleculen worden gemaakt.
Darmperistaltiek: kringspieren en lengtespieren in darmen trekken afwisselend samen zodat de
voedselbrij voort wordt geduwd.
Verteringsklieren geven verteringssappen af.
Voedingsvezels stimuleren de darmperistaltiek.
Mechanische vertering is de vertering doormiddel van kneden (van de darmen) en kauwen van de tanden.
De vertering door enzymen noem je chemische vertering.
De verteringsorganen
Door het kauwen van voedsel kan het enzym in de mond goed inwerken op het voedsel.
Bij slikken van voedsel beweegt het strottenhoofd iets naar boven waardoor het strotklepje dicht gaat.
In maagzuur zit een enzym, HCL, en slijm. Het slijm zorgt ervoor dat de binnenzijde van de maagwand
beschermt blijft tegen het sterke zoutzuur.
Elke keer in korte tijden ontspant de maagportier weer zodat er kleine hoeveelheden voedsel van de maag
naar de twaalfvingerige darm kan. In dit deel van de darm monden ook de afvoerbuizen van de lever en de
alvleesklier uit.
Gal en darmsap
De lever produceert gal. Dit wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas. In gal zitten galkleurstoffen en
galzouten. Galkleurstoffen zijn afbraakproducten van rode bloedcellen wat de ontlasting een bruine kleur
geeft. Galzouten maken van grote vetdruppels uit voedsel kleine vetdruppeltjes emulgeren. Darmsap
en alvleessap bevatten verschillende enzymen.
Vertering bij dieren
Eencelligen nemen voedsel op door fagocytose: het omstulpen van een membraan.
Bij amoeben en pantoffeldiertjes versmelten de voeding en het diertje met elkaar, enzymen maken hier
verteringsproducten van die via het membraan in het cytoplasma worden opgenomen. hier wordt de
vertering in de cel plaatsgevonden: intracellulaire vertering.
Eenvoudige eencellige organismen hebben een spijsverteringsstelsel. De vertering vindt dan plaats in een
ruimte : de maagdarmholte. Dit is een holte met één opening dat de anus en de mond tegelijk is. Dit is
extracellulaire vertering.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thomasernes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.