Dit is een samenvatting van het vak sociale psychologie en bestaat uit informatie uit de slides, gekoppeld aan lesnotities en het handboek. Het is een uitgebreide samenvatting met veel informatie, dus je kan het ook beschouwen als 'mini-cursus' waarvan je zelf nog een samenvatting kan maken (te vee...
1.1 Gebiedsomschrijving
Sociale psychologie = de wetenschappelijke studie die de manier waarop gedachten, gevoelens
en handelingen van de mens beïnvloed worden door de feitelijke,
voorgestelde of impliciete aanwezigheid van anderen.
1.1.1 ‘Een wetenschappelijke studie …’
Wetenschappelijke studie want resultaat van methodisch onderzoek en empirische toetsing van
beweringen dus geen intuïtieve kennis of gezond verstand.
1.1.1.1 Onderzoeksmethodes voor samenhang
3 onderzoeksmethodes om samenhang variabelen na te gaan
1) Begrijpende methode
• Kwalitatief onderzoek zonder cijfers.
• Gevalstudies gebruikt en ob daarvan hypothesen opgesteld om te onderzoeken.
o Gevalstudie = casus die als voorbeeld dient voor wat men wil onderzoeken.
• Subjectief want onderzoeker kiest meest aannemelijke verklaring, maar alle mogelijke
verklarende factoren worden onderzocht.
2) Correlationele methode
• Kwantitatief dus statistisch nagaan van verbanden.
• Niet per se causaal of oorzakelijk (wel samenhang tussen variabelen onderzocht).
• Kan +, - en 0 zijn
• Vb: agressieve film en agressief gedrag
o + à meer kijken hangt samen met meer agressief gedrag (omgekeerd).
o - à meer kijken hangt samen met minder agressief gedrag (omgekeerd).
o 0 à nulhypothese want geen samenhang tussen beide variabelen.
3) Experimentele methode
• Kwantitatief nagaan van verbanden.
• Variabele manipuleren om invloed op andere variabele te onderzoeken.
• Storende factoren uitgeschakeld.
• Equivalente en gelijkwaardige groepen (controle groep en experimentele groep).
• Gaat wel causale verbanden na (oorzakelijk).
• Onderdelen:
o OV - oorzaak dus beïnvloedt een AV.
o AV - gevolg dus wordt beïnvloed door OV.
o Experimentele groep - krijgt OV toegediend.
o Controle groep – krijgt OV niet toegediend.
§ We willen nagaan of toedienen van OV effect heeft op wat we onderzoeken.
§
Vb:
2 equivalente groepen jongeren en verband nagaan tussen kijken naar agressieve films en agressief
gedrag. AV is agressief gedrag en OV is agressieve film. Groep A kijkt naar agressieve films
(experimentele groep), terwijl groep B naar films kijkt zonder agressie. Nadien laten ze beiden
groepen een voetbalmatch spelen en tellen ze het aantal tackles. Groep A (agressieve films) tacklen
meer dan groep B (normale films). Voor het onderzoek waren beiden groepen gelijk dus kunnen we
zeggen dat het kijken naar agressieve films een invloed heeft op het gedrag en dus het al dan niet
agressief zijn (= causaal verband tussen beiden).
,Sociale psychologie Hoofdstuk 1
1.1.1.2 Empirische cyclus
Empirische cyclus doorlopen om antwoord te krijgen om onderzoeksvraag (doorlopend proces).
à Beweringen nooit definitief zijn want kan altijd onderuit gehaald worden.
à Beweringen die vaak empirisch getoetst zijn en nooit verworpen zijn, noemen we wetten.
Fasen van de empirische cyclus:
1) Toevallige vaststelling of empirie = emprisiche fase of observatiefase.
2) Formuleren van een hypothese (voorlopige theorie) = inductiefase.
3) Toetsbare voorspelling afleiden uit hypothese = deductiefase.
4) Gerichte observaties/toetsingen = toetsingsfase.
5) Concrete vaststelling (2de empirische fase of observatiefase) die de cyclus sluit en gaat na of
een hypothese houdbaar is of niet.
6) Bij + resultaat hypothese bevestigd, bij – resultaat hypothese verworpen dus nieuw onderzoek of
vervangen door een nieuwe hypothese die opnieuw onderzocht wordt in empirische cyclus.
Het gaat over hypothesen die je zelf maakt en nog empirisch moet toetsen voor ze iets betekenen
en als betrouwbare kennis worden aanvaard.
1.1.2 ‘… de gedachten, gevoelens en handelingen van mensen’
Sociale psychologie houdt zich niet enkel bezig met het zichtbare gedrag, maar ook met gedrag,
gedachten en gevoelens.
ABC-model van gedrag:
1) Affectieve component - gevoelens
2) Behaviour dus gedragscomponent - gedrag
3) Cognitieve aspecten – gedachten, geheugen en waarnemingen
Ook innerlijke gedragsaspecten moeten objectief geobserveerd worden:
1) Direct – feitelijke keuze laten maken tussen objecten en voorkeur uit afleiden.
2) Indirect – laten beoordelen van uitspraken op likertschaal.
1.1.3 ‘Beïnvloed wordt de feitelijke, voorgestelde of impliciete aanwezigheid van anderen’
We kunnen direct beïnvloed worden door feitelijke aanwezigheid van anderen, maar ook indirect
door de voorgestelde en impliciete/geïmpliceerde aanwezigheid van anderen.
De 3 soorten aanwezigheid:
1) Feitelijke of directe – andere persoon is echt aanwezig (vb: vrienden die je overhalen).
2) Voorgestelde – andere persoon is niet aanwezig, maar je houdt rekening met die persoon (vb:
mening van anderen over kleding die je wil kopen tijdens het winkelen).
3) Impliciete – gedrag gestuurd door onzichtbare instanties, het is ooit beslist door iemand die je
niet kent en je denkt er niet over na (vb: rood licht dus stoppen, reclame …).
à Gedrag wordt vaker beïnvloed door onzichtbare instanties dan we denken.
1.1.3.1 Aanvulling op definitie van Alport
Gaat niet enkel over hoe mensen beïnvloed worden door anderen, maar ook over hoe ze zelf actief
inspelen op anderen (interactie) à beïnvloeding kan bewust en onbewust.
,Sociale psychologie Hoofdstuk 1
Al ons gedrag is sociaal want we beïnvloeden elkaar voortdurend (bewust/onbewust) dus het gaat
over hoe we naar gedrag kijken en niet over het gedrag zelf.
1.1.2 Eigen invalshoek van de sociale psychologie
1.1.2.1 Sociologie vs sociale psychologie
Er is een onderscheid tussen sociale psychologie en sociologie (andere invalshoek):
1) Sociologie – bestudeert gedrag op groepsniveau.
2) Sociale psychologie – onderzoekt invloed sociale omgeving op 1 persoon.
à Bij sociale psychologie ligt de focus op het individu voor zover het gedrag beïnvloed wordt door
het gedrag van anderen.
Voorbeeld onderzoek agressie:
Sociologen – komt agressie voor bij specifieke groepen en waaraan kan dit liggen (cultuur, waarden
en normen, leeftijdsgroepen …)?
Psychologen – waarom is die persoon agressief? Beïnvloed door frustraties? Waarom leiden deze
frustraties tot agressie?
1.1.2.2 Eigen plek binnen de psychologie
De 4 soorten psychologie binnen domein van theoretische psychologie
1) Algemene psychologie functieleer
• Bestudeert processen die rol spelen voor alle individuen (waarneming, geheugen, emoties),
zonder in te gaan op sociale invloeden.
2) Persoonlijkheidspsychologie
• Bestudeert persoonlijkheids- en gedragskenmerken dus focus op innerlijke factoren die aan
basis liggen van gedrag (verklaring in 1 bron, nl. aanleg persoon).
4) Sociale psychologie
• Bestudeert gedrag van een individu voor zover het beïnvloed wordt door gedrag van
anderen dus focus op externe factoren zoals situatie en omgeving.
à Vaak multidisciplinaire aanpak om verschillende aspecten van gedrag te onderzoeken. Ze
werken samen om tot goede conclusies te komen.
1.2 Enkele belangrijke evoluties
Sociale psychologie heeft veel evoluties doorstaan, enkele zaken vandaag nog zichtbaar die er al
waren vanaf het prille begin, andere zaken veel recenter dus sterk geëvolueerde wetenschap.
, Sociale psychologie Hoofdstuk 1
1.2.1 Kenmerken van bij het ontstaan
1.2.1.1 Een sterke experimentele traditie
Veel onderzoek in sociale psychologie maakt gebruik van experimenten waarbij een variabele wordt
gemanipuleerd om inlvoed op een andere variabele te onderzoeken.
Kenmerken:
• Eenduidige manier om aan te tonen welke factoren een invloed hebben.
• Storende factoren worden onder controle gehouden.
Eerste sociaal-psychologische experimenten al in de 19de eeuw.
Experiment van Norman Triplett:
Kinderen moesten motorische taken uitvoeren enerzijds in een alleen-conditie en anderzijds in
groep en hen werd gevraagd zo goed mogelijk te presteren. De aanwezigheid van anderen had in
dit experiment een positieve invloed op de prestatie van de kinderen, want ze deden het beter in
groep dan alleen.
à Max Ringelman was hem al voor maar in zijn experiment omgekeerde resultaten of bevindingen
want kinderen presteerden slechter in groepsverband.
1.2.1.2 Sterke band tussen theorie en praktijk
WO2 veel invloed gehad op ontwikkeling social psychologie want veel problemen die opgelost
dienden te worden (vb: mobiliseren van bevolking, moreel van troepen op peil houden, bevolking
aanzetten om zuinig om te gaan met voedsel en groendstoffen …).
à Vanaf 1950 explosie aan theorieën en veel nieuwe onderzoeken tot gevolg.
Vader van sociale psychologie is Kurt Lewin, want hij gaf aan dat gedrag van mensen afhankelijk is
van persoonlijkheid/karakter en omgeving/situatie waarin ze zich bevinden.
Meeste klassieke theorieën ontstaan in de jaren ’50 en ’60.
1.2.2 Latere aandachtspunten
1.2.2.1 Ethische aandachtspunten
Kritiek op experimenten waarbij mensen blootgesteld werden aan ethisch betwistbare handelingen
zoals het toedienen van elekrische schokken.
à Internationaal een deontologische code opgesteld waarin stond waaraan onderzoekers zich
Moesten houden tijdens een experiment: 1) Informeren van proefpersoon
2) Schriftelijke bevestiging van deelname
3) Na het experiment verder informeren
1.2.2.2 Culturele verscheidenheid
Bevindingen kunnen we niet veralgemenen want verschillen tussen groepen en culturen, ook
werden studenten van proefleiders gebruikt bij experimenten, maar zij leverden niet altijd dezelfde
resultaten op.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jentecarion. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.