Samenvatting uit het VWO 4 boek van Nectar biologie. De samenvatting behandelt alle paragrafen en de bijbehorende belangrijkste begrippen uit het hoofdstuk over cel en leven. Het gaat hier om dierlijke- en plantencellen. Alle onderdelen van de cel (bijv. organellen) worden beschreven.
Begripp...
NEC T A R B IO LO GIE H O O F D S TU K 4 , C E L EN LE VE N
Nectar biologie – samenvatting hoofdstuk 4, cel en leven
Paragraaf 1
Organisatieniveaus: niveau waarop het leven kan worden bestudeerd (laag = cel, hoog =
ecosysteem). Elk niveau heeft zijn eigen onderzoekstechniek: organismen in
een ecosysteem kun je bijvoorbeeld tellen.
Organisatieniveaus op oplopende grootte:
• Organel (mitochondrium)
• Cel (zenuwcel)
• Weefsel (zenuwweefsel)
• Orgaan (hersenen)
• Orgaanstelsel (zenuwstelsel)
• Organisme (keizermaanvis)
• Populatie (alle keizermaanvissen die op dit koraalrif leven)
• Soort (keizermaanvis)
• Levensgemeenschap (alle organismen die in een gebied samenleven)
• Ecosysteem (koraalrif)
• Systeem (aarde)
Organellen: structuren binnen de cel. Hiervoor worden o.a. microscopen gebruikt.
Levenskenmerken
- Opgebouwd uit een of meer cellen.
- Groei.
- Voortplanting.
- Stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen).
- Waarnemen van en reageren op veranderingen in de omgeving.
- Organisatie van erfelijk materiaal.
Alle organismen zijn opgebouwd uit één of meerdere cellen.
Cellen zijn de kleinste eenheid van het leven. Ze bevatten allemaal één of meer structuren
(organellen) die allemaal een eigen taak hebben om te overleven. Elke celkern bevat DNA.
DNA: bevat de eigenschappen voor het leven.
Cellen hebben zuurstof nodig, dus hoe groter de cel is, hoe groter de behoefte aan zuurstof.
De oppervlakte van cellen is beperkt door hun oppervlak-volumeverhouding.
De grootte van het oppervlak, bepaalt de snelheid van de uitwisseling (bijv. zuurstof).
Een voorbeeld van een eencellig dier is een pantoffeldiertje. Deze neemt via het celmembraan
zuurstof op en geeft koolstofdioxide af aan het omringende water. Ze hebben een groot oppervlak
ten opzichte van een klein volume.
Cel differentiatie: proces waarbij cellen steeds meer gaan verschillen in vorm en functie. Ook
verschillen ze in de eiwitten (enzymen, bouweiwitten etc.) die ze maken.
Weefsel: groep cellen met dezelfde bouw en functie.
• Spiercellen à kunnen samentrekken, maken spiereiwitten en zijn lang.
• Speekselklier à is rond en maakt speekselenzymen.
Hoe beter het weefselverband (samenwerking) is, hoe beter je iets kunt.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rcjm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.