Een samenvatting voor het vak plantgezondheid van de opleiding Toegepaste Biologie. Het vak wordt gegeven in het tweede jaar en de samenvatting is geschreven voor studiejaar 2022/2023.
,Hoorcollege 1 resistentie
Waarom plantenziektenkunde?
• Opbrengstderving
o De wereldbevolking stijgt we hebben meer voedsel nodig op minder landbouwgrond.
Efficiënt werken is dus van belang, opbrengstderving tegen gaan.
o Kwantiteit: we willen geen verminderde hoeveelheid gewassen door plagen/ziekte.
o Kwaliteit: het eten heeft een bepaalde kwaliteit nodig voor de export/een goede prijs.
Voorbeeld: een appel met schurft vlekken is prima eetbaar maar wordt niet verkocht.
• Aantasting van het landschap
o Zieke bomen: maken het landschap lelijk maar kunnen ook een gevaar vormen.
• Volks- en diergezondheid
o Endofyt: symbiotische schimmel, kan de plant tegen insectenvraat beschermen maar kan
ook giftige stoffen uitscheiden.
o Bijvoorbeeld: leverschade door Jacobskruiskruid bij koeien en paarden.
Plantenziekten driehoek
Een ziekte kan worden gedifferentieerd als het resultaat van
een interactie tussen host, pathogeen en de omgeving.
Verschil termen
Plantenziektenkunde (Fytopathologie) is de studie van de
interactie tussen planten en plantpathogenen met als doel
het ontwikkelen van strategieën voor de preventie en
bestrijding van plantpathogenen. Ook het gevolg van de
werking van abiotische factoren worden bestudeerd. Simpel
gezegd: Plantenziektenkunde is de relatie tussen
beschadigder en plant.
Plantgezondheid: gewassen beter weerbaar maken tegen ziektes, hierdoor kan de sector duurzamer
produceren. Plantgezondheid verbeteren door:
- Weerbaar gewas
- Weerbare systemen (bodem/substraat/water en ecosystemen)
- Slimme en innovatieve technologieën
- Een effectief duurzaam (biologisch en chemisch) middelen- en maatregelenpakket,
Gewasbescherming is het nemen van maatregelen om de normale
ontwikkeling van een gewas te waarborgen. Hierbij gaat het vaak om
het bestrijden van niet gewenste plantengroei en plantenziekten.
2
,Oorzaak plantenziekten
Abiotische factoren:
• Nutriënten
• Neerslag (hagel)
• Herbicide
Biotische factoren:
• Plagen: waarneembare afwijkingen veroorzaakt door een dierlijk
organismen.
• (Parasitaire) onkruiden: planten die groeien op plaatsen die door
mensen niet gewenst zijn.
• Plantenziekten (schimmels, virussen): organismen die fysiologische
veranderingen te weeg brengen aan een plant zodat het beeld van de
plant afwijkt. Het is een gevolg van een proces.
Ziekteverwekkers = pathogenen
• Saprofyten kunnen voedsel alleen uit dood materiaal halen. Ze hebben geen
pathogeniteitsgenen
• Pathogenen kunnen voedsel uit levende plantencellen halen. Ze hebben wel
pathogeniteitsgenen. Pathogenen Kunnen zowel necotroof en biotroof zijn:
o Necotroof: maken plantencellen kapot en leven op vrijkomende voedingsstoffen.
o Biotroof: stelen voedingsstoffen uit levende cellen, gebruiken specifieke
voedingsstructuren (haustoria).
3
, Resistenties
Resistentie geeft minder planten met symptomen of minder symptomen per plant.
- Resistenties tegen biotische factoren zoals: fungi, bacteriën, virussen, insecten en nematoden.
- Resistenties tegen abiotische factoren zoals: herbiciden, zoute en arme bodem, kou en hitte.
Horizontale resistentie:
Fysio zijn verschillende varianten van hetzelfde virus. De resistentie is bij alle fysio’s gelijk. Nooit
100% resistent. Horizontale resistenties zijn stabiel en gebaseerd op meerdere genen. Een voorbeeld
van een horizontale resistentie is een dikke waslaag op de balderen of veel haren.
Verticale resistentie:
Planten met verticale resistentie zijn niet voor alle varianten/fysio resistent. Wanneer ze wel
resistent zijn is dit voor 100%. Verticale resistenties zijn instabiel (makkelijk doorbroken) en worden
bepaald door maar enkele genen. Verticale resistenties worden veel gebruikt door veredelaars.
Bij verticale resistentie kan een plant de pathogeen herkennen. De plant heeft receptoren waarmee
hij de elicitors van het pathogeen herkent.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jovado. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.