LEERDOELEN TAAK 1:
1. Maslow’s model verschillende levels (gerelateerd aan elkaar?), assumpties algemene
uitkomst
Maslows hiërarchie bestaat uit fysiologische needs (seks, voedsel), safety needs (veilige omgeving),
love needs (blijvende nauwe emotionele relaties), waarderings need (respect voor jezelf en respect
van anderen) en self actualisatie needs (je optimale zelf worden)
Je doorloopt de hiërarchie op deze volgorde, en moet eerst een helemaal vervullen wil je door
kunnen naar de volgende.
Familie steun, levensvoldoening en traditionele waarden zijn positief gecorreleerd met deze
stappen en angst/zorgen maken is negatief gecorreleerd.
2. Cognitieve attributie theorie
Stelt dat emoties veroorzaakt zijn door 3 oorzaken: causale locus (intern – door jezelf en extern- door
andere), causale stabiliteit (kan een situatie wel/niet veranderen) en causale controle (of je er wel of
geen controle over hebt – aanleg/inzet). Emoties resulteren van cognitieve evaluaties van
gebeurtenissen, die leiden tot verschillende reacties in verschillende mensen.
3. 12 law’s of emotions wat betekend “emotions have to obey certain laws’ en hoe
beschrijft hij emoties?
Frijda definieert emoties als veranderingen in de neigingen/bereidheid tot actie die worden
veroorzaakt door de interpretatie van een bepaalde gebeurtenis. Emoties bevatten zowel affectieve
(leuk/niet leuk vinden) als lichamelijke veranderingen (autonome/hormonale) oproept.
Hoe sterk deze emoties zijn en welke richting ze uit gaan hangt af van laws die voortkomen uit emotie
mechanismen. We hebben hier zelf weinig vrijwillige controle over, het gebeurd vooral onvrijwillig.
4. Reflecteren emoties bewuste subjectieve gevoelens?
Emoties bestaan als psychologische kernprocessen, die objectief waarneembare kenmerken hebben,
en die zowel met als zonder bewuste subjectieve gevoelens kunnen optreden. Alleen LeDoux denkt
dat emoties altijd bewuste en subjectief zijn.
5. Delen we emoties met dieren?
Sommige denken van wel aangezien we overeenkomsten hebben met sommige dieren hun
emotionele processen en hersenmechanismen ze tonen soortgelijke affectieve reacties en
handelingen.
Maar LeDoux denkt van niet omdat hij zegt dat emoties alleen bewust kunnen zijn.
Maar in werkelijkheid weten we het niet omdat we niet met dieren kunnen communiceren en ze hun
gevoel en emotie aan ons kunnen vertellen.
6. Hoe/waarom overtreft de incentive-salience-perspectief op emotiesmotivatie de drive-
reductie perspectieven
De drive theorie stelt dat motivatie voortkomt uit aversieve gedachten en om homeostase te behalen
en drive (honger) te verminderen. Ze gaan een actie uitvoeren om deze aversieve gedachten te
verminderen en dus beloning te behalen.
De incentive theory stelt dat motivatie gericht is op positieve beloningen. De incentive cue (lekker
eten) motiveert actie (eten) sneller dan de drive (honger). Bij incentive-salience theorie praten ze
meer over het verlangen naar wat ze ook wel “wanting” noemen.
Bij incentive verhoogd motivatie door beloning te verhogen, en bij drive moet de aversieve staat
verminderen om motivatie te verhogen.
,Taormina, R.J., Gao, J.H. (2013). Maslow and the
motivation hierarchy: measuring satisfaction of the
needs. The American Journal of Psychology, 126(2);
155-177
Maslow’s motivatie hierarchy:
1. Fysiologische behoeften= het gebrek aan chemicaliën, voedingsstoffen of interne (bijv.
sport/gezondheid, sex) of omgeving (bijv. temperatuur) condities die nodig zijn voor het
lichaam om te overleven. In zulke mate dat wanneer deze afwezig zijn je kan leiden aan
psychologische stress of dood gaat.
- Sommige vinden de plek van deze need niet goed, omdat ze zeggen dat
fysiologische needs minder belangrijk zijn dan sociale (relatie) needs.
2. Veiligheid-beveiligings behoeften= het gebrek aan bescherming zoals schuilen voor
omgevingsgevaren en rampen, persoonlijke bescherming van fysieke schade, financiële
bescherming van armoede, wettelijke bescherming tegen aanvallen op iemand recht op een
vreedzaam bestaan of een gebrek aan stabiliteit in je leven.
- Is in de basis van mensen angstreactie in baby’s instinctief om te overleven
3. Erbij horen/love behoefte= gebrek aan nauwe, blijvende, emotioneel fijne interacties met
andere mensen. In zowel groepen als in intieme tweetallen, die persoonlijke relaties
opleveren die worden gekenmerkt door wederzijds affectieve zorg
- Vormen van verbindingen met andere mensen zorgt voor overleving
aangeboren en universeel in de mens
- Sociale buitensluiting is een van de meest belangrijke oorzaken van angst
4. Waarderingsbehoefte= gebrek aan respect voor jezelf of het gebrek aan respect die een
persoon ontvangt van andere mensen. Verdeelt in 2 onderdelen;
- Waardering voor jezelf= een persoon zijn attitude evaluatie van, en de respect
die hij/zij heeft voor zichzelf en zijn karakter en de gerelateerde gevoelens van
iemands waardigheid, verdienste of waarde als persoon
- Waardering van anderen= de attitude evaluatie en respect die een persoon krijgt
van andere mensen met betrekking tot de aard of het karakter van die persoon
en hun gerelateerde gevoelens over een persoon zijn waardigheid, verdienste of
waarde als persoon
- Om een voldoende waarderingsbehoefte te hebben heb je zowel eigen
waardering nodig als die van andere.
logisch dat deze na de behoefte om erbij te horen (3) komt, beide bevatten sociale
interacties iemand heeft andere nodig om zich goed over zichzelf te voelen
5. Zelfactualisatie= Het proces waarbij een persoon wordt wat hij/zij werkelijk en uniek is, dat
wil zeggen idiosyncratisch (= individuele aanleg; een bijzonderheid van constitutie of
temperament die specifiek is voor een persoon)
- Komt logischerwijs na waarderingsbehoefte je moet namelijk genoeg
zelfverzekerd zijn in je sociale standpunt tussen andere mensen zodat je je
zelfactualisatie kan bereiken (worden wat jezelf wilt worden)
assumptie van Maslow: mensen zijn gemotiveerd om de hiërarchische needs te vervullen om self-
actualisatie te bereiken. Je moet de eerste need vervullen wil je door kunnen naar de volgende. En zo
blijft dit doorgaan tot je self-actualisatie hebt bereikt.
Door de bevrediging van behoeften (dus begin bij 1), ga je door naar de volgende behoefte (2)
de toename in de bevrediging van de 1e behoefte moet zorgen voor een toename in de bevrediging
van de 2e behoefte
,Variabelen die geassocieerd zijn met de 5 behoeften:
- Familie emotionele steun:
o Geeft verzorging en bescherming bevredigd behoefte 1 en 2
o Geven liefde en emotionele steun bevredigd behoefte 3
o Geeft zelfvertrouwen bevredigd behoefte 4
o Daardoor worden ze meer uitgaand in sociale activiteiten en krijgen ze meer respect
van anderen bevredigd behoefte 5
- Traditionele waarden:
o Familie banden bevredigd behoefte 1 en 2
o Nauwe familie zorgt voor gevoel van liefde bevredigd behoefte 3
o Persoonlijke integriteit zorgt voor sneller leuk gevonden te worden door andere
bevredigd behoefte 4
o Iemand met hogere persoonlijke integriteit wordt sneller gerespecteerd door andere
bevredigd behoefte 5
- Angst/zorgen maken (facet van neuroticisme):
o Hoe meer iemand angst heeft of zich zorgen maak, hoe minder bevredigd die is in
alle 5 de behoefte
o Neuroticisme heeft dus negatieve correlatie met alle 5 de behoefte
- Levensvoldoening:
o Hoe meer bevrediging mensen hebben van alle 5 de behoeften, hoe meer
levensvoldoening ze hebben.
Familie steun, traditionele waarden, levensvoldoening hebben sign. Positieve correlatie met de
voldoening van alle 5 de needs en angst/zorgen maken facetten van neuroticisme hadden negatieve
correlaties met de voldoening van alle needs.
Studie van Taormina:
Resultaten:
- Er is een positieve correlatie tussen de mate van bevrediging van twee aan elkaar grenzende
behoeften in de hiërarchie
- Bevrediging van lagere-niveau behoeften voorspelde de bevrediging van de opvolgende,
hoger-niveau behoeften
- Sterke betrouwbaarheid en validiteit van de 5 behoeften
ondersteund dus de hiërarchische opbouw van Maslow
, Weiner, 2014. The Attribution Approach to Emotion and
Motivation: History, Hypotheses, Home Runs,
Headaches/Heartaches. Emotion Review, Vol. 6, No. 4
(October 2014) 353–361.
Vroeger werden emoties gezien vanuit plezier (happy)/pijn(unhappy) principe, maar hierbij herkende
ze specifieke emoties niet.
- Doordat ze op dieren testte dieren kunnen hun emoties niet rapporteren dus was moeilijk
- Erna gingen ze op mensen experimenteren bronnen van motivatie veranderde van
viscerogenic needs (honger/dorst) naar psychogenic desires (status, macht over anderen,
doelen behalen)
veranderde toen Atkinson zijn theorie van achievement motivation introduceerde.
Theorie van achievement motivation (Atkinson)
Theorie van achievement motivation (Atkinson)= stelde dat prestatiestreven worden bepaald door
de verwachte emoties van trots en schaamte. Hij identificeerde ook taak moeilijkheidsgraad die de
sterkte van het ervaren van deze emoties bepaald
- Falen op een taak zorgt voor schaamte
o Hoe makkelijker de taak hoe meer schaamte, en andersom
o De waarde van anticiperende competitieve emoties bepalen de keuze of richting van
gedrag;
Als de verwachtte trots op succes groter is dan de verwachtte schaamte
gegeven de mislukking, dan zal een taak worden benaderd
Als je meer schaamte verwacht door falen, dan trots door succes, remt
prestatiestreven en bevordert terugtrekking uit de prestatie-instelling
- We ervaren ook emoties wanneer we zien dat andere slagen/falen
Attribution theory (Heider)
Attribution theory (Heider)= stelt dat emoties veroorzaakt zijn door de 3 causale redenen (hieronder)
- Bijv: Gebeurtenis (auto start niet) causale info (benzinemeter aflezen) causale
inferentie (te weinig benzine waardoor auto niet start) motivationele actie (benzine in
auto doen en auto starten)
o Dit is een negatieve gebeurtenis, deze veroorzaken sneller causale zoektocht en
begrip (i.t.t. positieve gebeurtenissen) bijv: we vragen nooit waarom doet de auto
het wel?
Assumptie:
- Dat gevoelens worden bepaald door gedachten en overtuigingen over causaliteit. Emoties
resulteren van cognitieve evaluaties (beoordeling, evaluatie, interpretatie) van
gebeurtenissen, die leiden tot verschillende reacties in verschillende mensen.
Probleem:
- Er zijn heel veel mogelijke attributies voor uitkomsten, veel meer dan dat er emoties zijn
- Oplossing identificeren van de basiseigenschappen/kenmerken of dimensies die alle
oorzaken zouden kenmerken hierdoor kwam de mogelijkheid dat het zo kan zijn dat
meerdere causale overtuigingen dezelfde affectieve ervaring kan opwekken omdat ze 1 of
meer eigenschappen delen
- 3 oorzakelijke eigenschappen zijn ontdekt:
1. Causal locus= locatie van een oorzaak
Interne locus= (Bijv: denken dat je geluk hebt gehad dat je de toets hebt
gehaald)
Externe locus= (Bijv: door leraar heb ik de toets gehaald)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentFPN. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.32. You're not tied to anything after your purchase.