100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting periode 2.3 Diversiteit $8.07   Add to cart

Summary

Samenvatting periode 2.3 Diversiteit

12 reviews
 208 views  16 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting omvat alle stof van periode 2.3 Diversiteit en een aantal pagina's met oefenstellingen!! Je kunt dus ook meteen checken of je de stof kent. De vakken sociologie, (sociale) psychologie en pedagogiek. In deze samenvatting is alle belangrijke stof uitgewerkt. De samenvatting is gema...

[Show more]
Last document update: 7 year ago

Preview 3 out of 46  pages

  • April 8, 2017
  • April 10, 2017
  • 46
  • 2016/2017
  • Summary

12  reviews

review-writer-avatar

By: hoog6077 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: romyydig • 3 year ago

review-writer-avatar

By: eline_bouckaert • 4 year ago

review-writer-avatar

By: charleenbaggen93 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: marouanrazine • 4 year ago

review-writer-avatar

By: sharonaax • 4 year ago

review-writer-avatar

By: dilarac_ • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 61 Flashcards
$3.77 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

De definitie van cultuur omschrijft cultuur als het geheel van voorstellingen, opvattingen, kennis, waarden en normen, dat mensen al individu overdragen en verwerven. - Juist of onjuist.

Answer: Onjuist. Cultuur is het geheel van voorstellingen, opvattingen, kennis, waarden en normen, dat mensen als lid van een samenleving overdragen en verwerven (dmv leerprocessen)

2.

Volgens de theorie van Hofstede bestaat cultuur uit: - de cognitieve mentale programmeringen - de ongeschreven regels van het sociale spel - juist of onjuist?

Answer: Juist

3.

Cultuurrelativisme omschrijft een manier om culturen eenvoudig met elkaar te vergelijken. Uit die manier komt naar voren welke normen en waarden universeel zijn. - Juist of onjuist

Answer: Onjuist. cultuurrelativisme gaat ervan uit dat culturen niet eenvoudigweg met elkaar vergeleken kunnen worden en dat normen en waarden niet universeel zijn, maar enkel begrepen kunnen worden, door de cultuur, waar zij in zijn ontstaan.

4.

Er zijn drie niveau\'s van mentale programmering. - het niveau van de natuur - het niveau van de cultuur - het niveau van de persoonlijkheid Het niveau van de cultuur wordt ook wel gezien als het niveau met zowel aangeleerd, als aangeboren mentale programmering. - Juist of onjuist?

Answer: Onjuist. de niveau\'s van mentale programmering kloppen, maar de omschrijving bij het niveau van de cultuur niet. hieronder de toelichting: - het niveau van de natuur (de genen) --> aangeboren - het niveau van de cultuur (de groep) --> aangeleerd - het niveau van de persoonlijkheid (het individu) --> een combinatie van aangeleerd en aangeboren.

5.

Het Ui-diagram is een model, dat cultuuruitingen van oppervlakkig naar diep in kaart brengt. De vier cultuuruitingen zijn: - symbolen - helden - rituelen - waarden Een van de bekendste rituelen, die wij in Nederland hebben, is de sinterklaasviering op 5 december. - Juist of onjuist?

Answer: Onjuist. Sinterklaas is een traditie, geen ritueel. Bij een ritueel gaat het om collectieve groepsactiviteiten om bijzondere gebeurtenissen te markeren of te vieren. (Bijvoorbeeld: een bepaalde begroeting; zoals een high five)

Flashcards 79 Flashcards
$3.77 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

met \"need to belong\" wordt bedoeld, dat de mens behoefte heeft aan sociale contacten en erbij te horen. - juist of onjuist?

Answer: Juist

2.

Sociale contacten verminderen de kans op hart/vaat ziektes en vormen een buffer tegen stress. - juist of onjuist

Answer: Juist. Sociale contacten hebben meerdere positieve gevolgen: - minder eenzaamheid - minder depressies - minder kans op hart/vaat ziekte - minder kans op vroeg overlijden - minder kans op opname in een psychiatrische inrichting - buffer tegen stress

3.

Evolutionaire psychologen verklaren het sociale gedrag van de mens, aan het feit dat het de overlevingskansen vergroot. -juist of onjuist?

Answer: juist

4.

Sociale contacten dragen bij aan de overlevingskansen, omdat ze: - zorgen voor sociale steun - samenwerking mogelijk maken - voortplanting mogelijk maken. Wanneer deze sociale contacten er niet zouden zijn, zijn er op deze niveau\'s dus ook gevolgen. Welke gevolgen zijn dit? Noem ze per niveau.

Answer: - zonder sociale steun: slechtere psychische en fysieke gezondheid. - zonder samenwerking: sommige doelen blijven onbereikbaar. - zonder voortplanting: geen nageslacht, dus de mens sterft uit.

5.

Er zijn verschillende vormen van sociale steun. - Hanneke moet nodig een telefoontje plegen naar haar dochter. Ze heeft een spoedvergadering, waardoor ze niet thuis kan eten. Dit wilt ze dus graag even aan haar dochter laten weten, die thuis op haar zit te wachten. Haar mobiel is alleen leeg. Ze vraagt aan haar collega Marieke of ze haar telefoon even mag lenen. Dat mag en opgelucht belt Hanneke haar dochter. Na het telefoontje geeft ze haar collega de telefoon terug en vertelt haar dat ze het ontzettend waardeert, dat ze hem mocht lenen. Daarna gaan ze snel samen de vergadering in. - Dit is een voorbeeld van waarderende steun. - juist of onjuist?

Answer: Onjuist. Dit is instrumentele steun. het gaat om praktische ondersteuning. Bij waarderende steun gaat het echt om steun, waar iemand zich door gewaardeerd voelt. Bijvoorbeeld complimenten. informele steun: is het overdragen van informatie, kennis of advies. Emotionele steun is steun in de vorm van luisteren, inleven en meeleven.

Flashcards 44 Flashcards
$3.77 1 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wanneer je kinderen opvoedt vanuit normen en waarden, die jij belangrijk vindt spreekt men over waarden opvoeding.

Answer: Juist

2.

De cultuur pedagogische kwestie is een onderdeel van waardenopvoeding. Het nastreven van waarden verwijst naar doelen. - De cultuur pedagogische kwestie houdt zich bezig met de vraag welke doelen wij nastreven en wat het goede is, dat wij kinderen willen leren.

Answer: Juist

3.

De morele opvoeding: het opvoeden tot een goede burger en een bepaalde na te leven ethiek. Dit bestaat uit 7 basisonderdelen: - De ontwikkeling van ideeën, wat het leven zinvol en waardig maakt. - de ontwikkeling over denkbeelden over een respectvolle omgang met anderen. - het aanleren van morele gewoontehandelingen - het ontwikkelen en aanleren van morele emoties - het krachtig maken van de wil - leren reflecteren - het nemen van verantwoordelijkheid

Answer: Juist

4.

Joost zat vroeger bij een Afrikaans meisje in de klas. Iedereen vond haar anders en niemand speelde met haar. Ze werd buitengesloten en geplaagd. Joost vond dit oneerlijk en ging met haar spelen. - Dit is een voorbeeld van morele moed

Answer: Juist Morele moed: Het vermogen om een eigen standpunt in te nemen en te doen, wat het juiste is om te doen.

5.

Volgens Kroon en Lodewijcks-Frencken is morele opvoeding per definitie een taak vanuit de theorie.

Answer: Onjuist Ze omschrijven het juist als een taak van de praktijk. Je leert van anderen en kinderen moeten het goede voorbeeld krijgen.

Samenvatting
Periode 2.3: Diversiteit

Sociologie
Hoorcollege 1 & Werkcollege 1
Cultuur is het geheel van voorstellingen, opvattingen, kennis, waarden en normen, dat
mensen als lid van een samenleving overdragen en verwerven. (d.m.v. leerprocessen).
Hofstede:
Volgens Hofstede is cultuur:
- Cognitieve mentale programmeringen.
- De ongeschreven regels van het sociale spel.
Cultuurrelativisme gaat ervanuit dat culturen niet eenvoudigweg met elkaar vergeleken
kunnen worden en dat normen en waarden niet universeel zijn, maar enkel begrepen kunnen
worden door de cultuur, waarin ze zijn ontstaan.

Niveau’s van mentale programmering:
1. Door de (menselijke)natuur. – de genen – aangeboren.
2. Door de cultuur. – de groep – aangeleerd.
3. Door de persoonlijkheid – individu – zowel aangeboren, als aangeleerd.
Door beiden wordt de persoonlijkheid gevormd.




Het UI-diagram:
Cultuuruitingen van oppervlakkig naar diep.

,Vier cultuuruitingen; van oppervlakkig naar diep, ui- afpellend:
1. Symbolen: betekenisvolle afbeeldingen, woorden, voorwerpen of gebaren
Bijvoorbeeld; een vlag, kleding, taalgebruik.

2. Helden: levende of dode personen, fictief of echt, sociale rolmodellen /
voorbeeldfiguren
Bijvoorbeeld; het koningshuis, bekende nederlanders, sport, muziek, soaps, vader,
voetbalcoach.

3. Rituelen: colectieve groepsactiviteiten om bijzondere gebeurtenissen te markeren of
te ‘vieren’ (ceremonie)
Bijvoorbeeld: diplomering, ontgroening, begroeting (social kissing, hugs, high fives
etc.)
(Geen tradities!!!: gebruiken en gewoonten die worden doorgegeven tussen
generaties, door een volk, stam, lang, religie, regio.
Bijvoorbeeld: verjaardagsvisite, sinterklaas, ramadan. )

4. Waarden: vroeg aangeleerde overtuigingen, om te bepalen wat goed en wat niet
goed is..
Bijvoorbeeld (eindigt vaak op ….heid): vrijheid, gelijkheid, eerlijkheid.
Normen, ofwel gedragsregels: wat mag en wat niet mag.
Bijvoorbeeld: je mag alles zeggen wat je denkt, mannen en vrouwen zijn
gelijkwaardig, niet liegen.

De symbolen, helden en rituelen zijn waarneembaar. Dit is 1/9e deel van de cultuur.
Waarden en normen vormen het andere 8/9e deel. Dit is niet-waarneembaar.
Denk aan cultuur als drijvende ijsberg.

Het aanleren van waarden en praktijken
Je blijft jezelf je hele leven ontwikkelen. Wel is
er een duidelijk verschuiving, waarin je je
ontwikkelt. Wanneer je jong bent (10<) dan
zijn waarden nog het belangrijkste punt om te
ontwikkelen. Wanneer je ouder wordt (10>),
gaat het leren van praktijken een steeds
grotere rol spelen.




Verbale en non-verbale communicatie
Crossculturele communicatie: Onderzoek waarin men nagaat of en in welk opzicht
culturen van elkaar verschillen in communicatie gewoonten

Interculturele communicatie: Onderzoek naar wat er gebeurt als mensen uit verschillende
culturen met elkaar communiceren (en hoe je dit kunt aanpakken)

Interculturele competenties: welke vaardigheden moet je als pedagoog hebben in het
werken met interculturele communicatie.

, Culturele misverstanden:
Sentimenten:
- Soort zoekt soort instinct.
- Groepsdruk en conformisme.
- Xeno-fobie: angst voor de vreemde ander.
- Nimby-effect: Het is allemaal prima en goed, maar niet te dicht bij mij. Niet in mijn
buurt. (tegen asielzoekers, tegen pedofielen etc.) “Not in my backyard”.

Denkpatronen:
- Stereotypen: een generaliserende mening over een groep mensen, waarin alle
individuen dezelfde (karakter) eigenschappen lijken te hebben. Een versimpeld beeld,
wat vaak niet helemaal met de werkelijkheid overeenkomt. (vb. asielzoekers =
gelukszoekers, blondjes = dom)
- Vooroordelen: een vijandige of negatieve houding aannemen, ten opzichte van
een te onderscheiden groep van mensen. De houding is slechts gebasseerd op het
feit, dat deze mensen lid zijn van deze specifieke groep. Een simpel beeld van een
groep met een negatieve lading, die berust op gebrek aan kennis. (vb. asielzoekers =
onbetrouwbaar)
- Discriminatie: een niet te rechtvaardige pijnlijke of negatieve actie tegen een
persoon, die tot een bepaalde groep behoort, gebaseerd op het feit dat deze persoon
lid is van deze specifieke groep. Ernaar handelen, door groepen buiten te sluiten. (bv.
Alle asielzoekers moeten opgesloten worden, want zij zijn crimineel.)
- Racisme: de overtuiging dat het eigen ras superieur is, beter dan anderen.

Denkpatronen op een rij:
• Stereotypen: Simpel beeld bij een groep
• Vooroordeel: + negatieve lading
• Discriminatie: + buitensluiten
• Racisme: + vreemdelingenhaat

Cultuurverschillen zijn te vinden op een hele hoop verschillende niveau’s, van landen, tot
regio’s, tot sekse, tot gezinnen, tot generaties.


Hoorcollege 2 & Werkcollege 2
Culturele competenties
- Kennis van eigen culturele bagage
- Kennis van andere culturen en effecten van migratie
- Onbevooroordeeld – open houding
- Erkennen dat wat je weet subjectief en individueel van aard is
- Bewust zijn van verborgen dimensies en blinde vlekken

Verschillende mensen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd voor
waardenonderzoek!
• Antropologie
– - Kluckhohn en StroKluckhohn & Strodtbeck
– Kluckhohn en Strodtbeck

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkestudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.07. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.07  16x  sold
  • (12)
  Add to cart