Celbiologie begrippen
Hoofdstuk 1: structuur van biomoleculen
polair Hydrofiel/ wateraantrekkend/ wateroplosbaar
apolair Hydrofoob/ waterafstotend/lipofiel/ vet oplosbaar
ribose Bouwsteen RNA en ATP
hexose Bouwsteen polysachariden
Glycosidische binding covalente binding tussen een koolhydraat (suiker)
en een andere molecuul, al of niet een ander
koolhydraat.
glycanen Synoniem voor polysachariden
Fisherprojectie Is een lineaire structuur
Haworthprojectie Is een ringvormstructuur
micellen Vetzuren in water
katalyseren het versnellen van chemische reacties door gebruik
te maken van katalysator (enzymen)
glycoproteïne een eiwit met daaraan gekoppeld een of meer
suikereenheden, oligosachariden.
proteoglycanen Kerneiwit met 1 of meerdere covalent gebonden
ketens van GAG (=ketens van disachariden)
zwitterion Dipolair ion, draagt zowel kation als anion (pH7)
N-terminus (aminouiteinde) In peptides en polypeptides komt (links) een vrije
aminogroep voor (begin proteïne)
1
, C-terminus In peptides en polypeptides komt (rechts) een vrije
carboxylgroep voor
ATP Adenosinetrifosfaat
GTP Regulator in celcommunicatie
Gefosforyleerde suikers Fosfaatesters van suikers
thioësters Esters die gevormd worden tussen een zure groep
en sulfhydrylgroep (acetyl-CoA)
Hoofdstuk 2: algemene structuur van de cel
fylogenetica Op basis van genetische code
Indeling volgens Whittaker Onderscheiding van 5 rijken (monera, protisten,
schimmels, planten en dieren)
turgordruk is de druk van de celinhoud op de celwand.
glycocalyx een laag die aan de buitenkant van het
celmembraan bij eukaryotische cellen zitten (wnr
celwand ontbreekt) en aan de buitenkant van de
celwand bij prokaryotische cellen.
(suikerlaag x slijmlaag -> slijmkasel)
endosporen Sommige gram-positieve bacteriën vormen als
reactie op voedselgebrek endosporen.
Ze zijn omgeven door een speciale wand.
endotoxine zijn celwandbestanddelen van gram-negatieve
bacteriën. (Liposcharide met lipoproteïne)
Vormen prokaryoten • Coccus=rond
• Streptococcus=ketenvormig
• Staphylococcus=trosvormig
• Bacillus=staafvormig
• Spririllus=spiraalvormig
• Vibrio=kommavormig
pili Om genetisch materiaal uit te wisselen (bij
bacteriën)
heterotroof Organische voedingstoffen opnemen
• Parasieten: levend organisme ondervindt
nadeel
• Saprofieten: op dood materiaal
2
Hoofdstuk 1: structuur van biomoleculen
polair Hydrofiel/ wateraantrekkend/ wateroplosbaar
apolair Hydrofoob/ waterafstotend/lipofiel/ vet oplosbaar
ribose Bouwsteen RNA en ATP
hexose Bouwsteen polysachariden
Glycosidische binding covalente binding tussen een koolhydraat (suiker)
en een andere molecuul, al of niet een ander
koolhydraat.
glycanen Synoniem voor polysachariden
Fisherprojectie Is een lineaire structuur
Haworthprojectie Is een ringvormstructuur
micellen Vetzuren in water
katalyseren het versnellen van chemische reacties door gebruik
te maken van katalysator (enzymen)
glycoproteïne een eiwit met daaraan gekoppeld een of meer
suikereenheden, oligosachariden.
proteoglycanen Kerneiwit met 1 of meerdere covalent gebonden
ketens van GAG (=ketens van disachariden)
zwitterion Dipolair ion, draagt zowel kation als anion (pH7)
N-terminus (aminouiteinde) In peptides en polypeptides komt (links) een vrije
aminogroep voor (begin proteïne)
1
, C-terminus In peptides en polypeptides komt (rechts) een vrije
carboxylgroep voor
ATP Adenosinetrifosfaat
GTP Regulator in celcommunicatie
Gefosforyleerde suikers Fosfaatesters van suikers
thioësters Esters die gevormd worden tussen een zure groep
en sulfhydrylgroep (acetyl-CoA)
Hoofdstuk 2: algemene structuur van de cel
fylogenetica Op basis van genetische code
Indeling volgens Whittaker Onderscheiding van 5 rijken (monera, protisten,
schimmels, planten en dieren)
turgordruk is de druk van de celinhoud op de celwand.
glycocalyx een laag die aan de buitenkant van het
celmembraan bij eukaryotische cellen zitten (wnr
celwand ontbreekt) en aan de buitenkant van de
celwand bij prokaryotische cellen.
(suikerlaag x slijmlaag -> slijmkasel)
endosporen Sommige gram-positieve bacteriën vormen als
reactie op voedselgebrek endosporen.
Ze zijn omgeven door een speciale wand.
endotoxine zijn celwandbestanddelen van gram-negatieve
bacteriën. (Liposcharide met lipoproteïne)
Vormen prokaryoten • Coccus=rond
• Streptococcus=ketenvormig
• Staphylococcus=trosvormig
• Bacillus=staafvormig
• Spririllus=spiraalvormig
• Vibrio=kommavormig
pili Om genetisch materiaal uit te wisselen (bij
bacteriën)
heterotroof Organische voedingstoffen opnemen
• Parasieten: levend organisme ondervindt
nadeel
• Saprofieten: op dood materiaal
2