Wijziging Grondwet Bij een flexibele grondwet gaat de wijziging zoals de
wetgevingsprocedure. Bij een rigide grondwet is er een zwaardere
procedure voorgeschreven dan voor gewone wetgeving.
Kenmerken Staat - Territorium (grondgebied)
- Volk (gemeenschap van mensen)
- Gezag (uitgeoefend over het volk)
- Regering (door een organisatie)
Elementen klassieke - Legaliteitsbeginsel HR Fluorideringsarrest
liberale rechtsstaat - Machtenscheiding
- Grondrechten
- Rechterlijke controle
Beginselen - Actief en passief kiesrecht (4 Gw jo. 3 EVRM)
democratische - Politieke grondrechten (7 Gw)
rechtsstaat - Pluriforme media
- Openbaarheid van bestuur (actieve en passieve
openbaarheidsplicht)
Democratie In een directe democratie kunnen burgers rechtstreeks invloed
uitoefenen op de besluiten van de staat. In een indirecte democratie
kunnen de burgers indirect invloed uitoefenen op de besluiten van de
staat.
Kenmerken - Legaliteitsbeginsel (formeel)
rechtsstaat - Machtenscheiding (formeel)
- Grondrechten (materieel)
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter (formeel)
Trias Politica en De wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten zijn
checks and balances gescheiden. In Nederland is er een machtenspreiding (Montesquieu). In
Nederland gebruiken we checks en balances, de een kan geen besluit
nemen zonder de ander. Er is een verdeling tussen verschillende organen,
dit voorkomt dat een van de machten kan overheersen.
Constitutie Het Nederlands constitutionele recht bestaat uit de grondwet, het statuut
en ongeschreven regels en beginselen.
Grondwetswijziging 1. Indiening
2. 1e lezing
3. Ontbinding 2e kamer
4. 2e lezing (2/3 meerderheid)
5. Ondertekening (47 Gw)
6. Bekrachtiging (Staatsblad)
Rule of Law Het parlement heeft de hoogste macht en is de bron van het recht. Er
bestaat geen grondwet. Een hoge mate van democratie. Het gaat uit van
het concept van machtenscheiding, bescherming van fundamentele
rechten en dat de overheid conform de wet handelt.
Meerderheidsstelsel Er wordt 1 kandidaat oer district gekozen. Deze kandidaat krijgt 1 zetel.
Bij een absolute meerderheid krijgt de kandidaat een zetel als hij de
absolute meerderheid heeft behaald, 50% of meer. Soms zijn er
meerdere rondes nodig om de bepalen wie de absolute meerderheid
heeft (USA). Bij een relatieve meerderheid wordt een land verdeeld in
districten. De kandidaat met de meeste stemmen krijgt de zetel in dat
district (UK). Het voordeel van de meerderheidsstelsel is een sterke band
tussen de burgers en kiezers en er bestaan weinig kleine partijen. Een
nadeel is dat er geen duidelijke relatie tussen de stemmen en de zetels is.
Evenredige Het aantal zetels komt overeen met het aantal keren de partij de
, vertegenwoordiging kiesdeler heeft behaald. Kleinere partijen kunnen ook een plek krijgen in
de kamer. Bij een personenstelsel kunnen kiezers stemmen uitbrengen
op personen met voorkeursstemmen. Bij een lijstenstelsel is de
kandidaatstelling in handen van politieke partijen. Het voordeel van
evenredige vertegenwoordiging is dat het een goede afspiegeling van de
samenleving is. Het nadeel is dat de band tussen burgers en gekozenen
niet sterk is en er veel versplintering van partijen bestaat.
Legaliteitsbeginsel Elk overheidsoptreden dient op een wettelijke grondslag te berusten
HR Fluorideringsarrest. De 1e fase van dit beginsel begon met een
presterende overheid, de 2e fase de goede bedoelingen van de overheid
en de 3e fase feitelijke handelingen.
HR Fluorideringsarrest Bredere interpretatie van het legaliteitsbeginsel. Maatregelen die
ingrijpen van aard zijn vereisen altijd een wettelijke grondslag. Ook
handelingen die geen inbreuk maken op rechten of plichten maar wel
ingrijpend zijn, dienen te herleiden aan de grondwet.
Overheidsbesluiten Materiële kenmerken zijn dat een besluit algemeen, individueel, concreet
en abstract kan zijn. algemeen abstract is regelgeving. Algemeen concreet
is een algemene groep en eenmalig, individueel abstract is een
stadionverbod en individueel concreet is een beschikking.
Formele kenmerken is de normen hiërarchie:
1. Wetten in formele zin
2. AMvB (Groot Koninklijk Besluit)
3. ‘Kleine’ Koninklijke Besluiten
4. Ministeriële regeling
5. Provinciale en gemeentelijke verordeningen
Wet in materiële zin Algemeen verbindend voorschrift (AVV) moeten algemeen zijn (kring van
(overheidsbesluit van personen), abstract zijn (herhaaldelijk toepasbaar), een externe werking
algemene strekking) hebben (bindt burgers) en een wettelijke grondslag hebben
(legaliteitsbeginsel).
Beleidsregels Door een bestuursorgaan vastgestelde regels over de uitoefening van
(overheidsbesluit van bestuursbevoegdheden die dit bestuursorgaan heeft of waar het
algemene strekking) verantwoordelijk is. Het werkt intern en kunnen burgers geen
verplichtingen opleggen, het bindt vooral het bestuursorgaan bij het
maken van besluiten.
Beschikkingen Niet bedoeld voor een open groep personen maar bedoeld voor 1
(overheidsbesluit van specifiek persoon. Ze zijn concreet geformuleerd en slechts toepasbaar
individuele strekking) op een concreet geval.
Attributie Het creëren en toedelen van een nieuwe regelgevende bevoegdheid. De
Grondwet attribueert, waarbij de Grondwet stelt dat de wetgever
bepaalde bevoegdheden dient uit te voeren. Daarnaast attribueert de
Grondwet een algemene bevoegdheid toe aan de wetgever in formele zin
(81 Gw).
Delegatie Het overdragen van een regelgevende bevoegdheid aan een ander
orgaan.
‘bij wet’ geen delegatie mogelijk
‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’ geen
delegatie mogelijk
‘bij of krachtens de wet’ delegatie mogelijk
‘de wet regelt’ of ‘de wet stelt regels’ delegatie mogelijk
Subdelegatie Een wetgevend orgaan die zijn regelgevnde bevoegdheid toebedeeld
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller trijntjebogers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.76. You're not tied to anything after your purchase.