Psychografische kenmerken Attitudes, interesses en opinies die niet direct
betrekking hebben op het merk of product.
Algemeen niveau Doelgroepsegmenten beschreven door middel
van algemene variabelen. (persoonsgebonden)
Domeinspecifieke niveau De variabelen die betrekking hebben op het
productgebruik. (productgroepgebonden)
Merkspecifiek niveau De variabelen die betrekking hebben op het
merk. (merkgebonden)
Achterwaartse segmentatie Merkspecifiek -> Algemeen
Voorwaartse segmentatie Algemeen -> Merkspecifiek
Pareto-principe Elk merk heeft een groep trouwe kopers (20%)
en deze groep is verantwoordelijk voor 80% van
de omzet van het merk.
Brand recall De actieve bekendheid met een merknaam.
Brand recognition De passieve herkenning van een merknaam uit
een reeks van merknamen.
Communicatiestrategieonderzoek Gebeurt vooraf aan het ontwikkelen van een
communicatiecampagne.
Achtergrondonderzoek In dit onderzoek wordt de markt met de
producten en merken onderzocht.
Kwantitatief onderzoek Onderzoek die doorgaans wordt uitgevoerd met
grote steekproeven en levert een getalsmatige
beschrijving van de communicatiedoelgroep.
Kwalitatief onderzoek Onderzoek die noodzakelijk is om de
achterliggende oorzaken van het
consumentengedrag op te sporen.
Schemata Netwerken in het geheugen van associaties met
een product of merk.
Photo sort Hierbij zoeken de respondenten passende foto’s
van mensen, dieren of objecten bij bepaalde
merken.
Store traffic Het bezoeken van een winkel.
Bereiksdoelstelling Heeft te maken met de doelgroep die bereikt
moet worden via de massamedia.
Procesdoelstelling Heeft betrekking op het proces van
communicatiewerking.
Effectdoelstelling Heeft betrekking op het effect dat met de
communicatiecampagne bereikt wordt.
Actieve merkbekendheid Als de consument de merknaam uit eigen
geheugen zonder hulp kan noemen.
TOMA (top-of-mind-awareness) De mate waarin het merk door de doelgroep als
eerste merk genoemd wordt.
Passieve of geholpen merkbekendheid Het herkennen van een merknaam.
Merkattitude De houding ten opzichte van het merk en in het
bijzonder de voorkeur voor het merk.
Koopintentie Het voornemen om een product te kopen.
Open propositie Als een campagne erop gericht is om de
doelgroep informatie te laten opvragen of een
winkel of showroom te bezoeken.
Gesloten propositie Een directe verkoopdoelstelling.
Abstracte ondernemingsdoelstellingen Hebben betrekking op de missie van de
, onderneming.
Concrete ondernemingsdoelstellingen Worden afgeleid van de abstracte
ondernemingsdoelstellingen.
Categorie- of productbehoefte De primaire vraag en behoefte bij de consument
aan een productcategorie en niet noodzakelijk
aan een bepaald merk.
Gedragsfacilitatie Het verschaffen van informatie over waar,
wanneer en hoe het product gekocht kan
worden.
Clutter De term die in de mediawereld wordt gebruikt
voor de enorme hoeveelheid
communicatieboodschappen waar een
consument dagelijks mee wordt
geconfronteerd.
Mediafragmentatie Mensen gebruiken steeds meer media en ze
gebruiken deze media minder intensief.
Product placement Het merk van de sponsor wordt tijdens het
programma in beeld gebracht.
Mediadoelgroep De groep mensen waar media op worden
ingekocht.
Verspilling (waste) De mensen die de boodschap wel te zien of te
horen krijgen, maar niet tot de doelgroep
behoren.
Conversatiewaarde Een stroom van earned media tot stand
brengen.
Persoonlijke triomf Berichten worden eerder gedeeld als de
verzender van het bericht een overwinning op
zichzelf ondergaat.
Communicatievermogen De mate van geschiktheid van een medium om
een specifieke communicatie-uiting bij de
doelgroep over te brengen.
Actieve reclamevermijding Het verschijnsel dat mensen moeite doen om
reclame te ontlopen, bijvoorbeeld door deze
weg te zappen.
Passieve reclamevermijding Het verschijnsel dat mensen de commercials in
een reclameblok missen doordat ze tijdens een
reclameblok de kamer uitlopen of iets anders
gaan doen.
Billboarding Een korte vermelding aan het begin of het eind
van een programma wordt duidelijk gemaakt
dat een programma mede mogelijk wordt
gemaakt door een bepaald merk.
Inscript sponsering Het merk gaat deel uitmaken van het script.
Prijssponsering De sponsor stelt de prijzen voor een
spelprogramma beschikbaar.
Programmaparticipatie Het programma wordt in nauw overleg met de
sponsor gemaakt.
Externe pacing Minder geschikt voor complexe boodschappen.
Interne pacing Een medium waarbij de consument zelf kan
bepalen in welk tempo hij de boodschap tot
zich neemt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Noaveldmaat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.