Dit is een samenvatting van het vak boekhouden. Dit vak wordt gegeven in semester 1, jaar 1 in de richting Vastgoed aan de Hogeschool Odisee in Aalst. Het document bevat alle theorie, verduidelijkingen, afbeeldingen, schema's, ...
Er wordt ook verwezen naar belangrijke slides in de powerpoint. B...
Jaarrekening
Is verplicht als je in een vennootschap zit
Het bj loopt meestal gelijk met het kalenderjaar
Als je een zelfstandige bent zonder vennootschap, ben je verplicht om volgens het
kalenderjaar te werken
Bestaat uit 3 belangrijke elementen:
1. Balans
2. Resultantenrekening
3. Toelichting
Door de systematische verwerking van de gegevens kan er op elk moment een beeld opgevraagd
worden van:
- De vermogenstoestand:
de toestand van werk- en financieringsmiddelen op een bepaald ogenblik.
- Het resultaat:
het overschot/tekort dat ontstaat uit de commerciële, financiële en uitz. Activiteiten
uitgevoerd in een bepaalde periode.
Vereenvoudigde vs dubbele boekhouding
Bij een dubbele boekhouding boekt men de finan. verrichtingen ook.
= enkel. boekhouding + het boeken van finan. verrichtingen.
, 1. Het systeem van dubbel boekhouden
De balans is een statisch gegeven, zoals een foto, een momentopname.
De balans
De balans= een staat waarin op een bepaald moment haar bezittingen (activa) en haar
financieringsbronnen (passiva) worden weergegeven.
Iedere verrichting kent een tegenverrichting boekhouding in E
Ik koop papier voor in de printer komt op de actiefzijde, want het is een bezitting. Maar aan de
rechterzijde (passief), komt een schuld te staan.
Balans bestaat uit:
- Activa aanwending van vermogen: auto, cash geld, …
- Passiva oorsprong van vermogen: schulden, ….
ACTIVA = PASSIVA
Extra:
EV: Als je als eigenaar zelf geld in het bedrijf brengt. = zelffinanciering
VV: ingebracht door aandeelhouders, banken,…
Indeling van de actiefzijde
Doel actiefzijde: (is gerangschikt volgens liquiditeit)
Het vermeldt de werkmiddelen + geeft de graad van liquiditeit weer van de bezittingen
Minder liquide boven (Vaste activa)
Meer liquide beneden (Vlottende activa)
Vaste activa: vb een gebouw niet liquide, want het is niet snel omzetbaar in geld.
Wel liquide: cash geld (= geld op de bank)
, VASTE ACTIVA
a) Oprichtingskosten
Oprichtingskosten= Kosten die je gemaakt heb om een bedrijf te richten.
Vb voor het maken van een plan/ een herstructureringsplan
b) Immateriële vaste activa
Niet tastbaar
In deze rubriek worden geboekt:
- De kosten van ontw.
- De licenties, octrooien, knowhow
- De goodwill (=cliënteel, je mag vb het logo gebruiken)
- De vooruitbetalingen op immateriële vaste activa
c) Materiële vaste activa
Tastbaar
Langer dan één jaar in gebruik
De rubriek bestaat uit:
- Terreinen en gebouwen
- Installaties, machines en uitrusting
- Meubilair en rollend materieel
- …
de rubriek bevat investeringen die langdurig gebruikt worden.
Alles <€1000 incl. btw direct in kosten nemen vb: een stylo, een computer, een bureaustoel,…
d) Financiële vaste activa
Als je als vennoot aandelen hebt in een ander bedrijf vb een dochterbedrijf.
In dat geval: financiële vaste activa = aandelen
, VLOTTENDE ACTIVA
a) Vorderingen op meer dan één jaar
= Handels- en overige vorderingen op meer dan één jaar
vervallen niet binnen het termijn van 12 maanden
b) Voorraden en bestellingen in uitvoering
De voorraden bestaan uit:
- Grond- en hulpstoffen
- Goederen in bewerking
- Gereed product
- Handelsgoederen
- …
De voorraden= de producten die op een bepaald ogenblik nog in de o’ing aanwezig zijn en nog niet
verkocht zijn.
Extra:
Handelsgoederen: Ik koop goederen neem er een marche op verkoop ze. (Je bent geen producent)
c) Vorderingen op ten hoogste één jaar
= handels- en overige vorderingen met een looptijd van ten hoogste één jaar.
d) Geldbeleggingen
Voorbeelden:
- Beleggingen in aandelen die niet verbonden zijn met de o’ing
- Termijndeposito’s
- Kasbon, obligatie
- …
e) Liquide middelen
Omvat:
1. De bankrekeningen van de o’ing
2. Het contante geld in kas van de o’ing
f) Overlopende rekeningen
worden gebruikt om de O & K aan het juiste bj toe te kennen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vandenbergheyenthe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $27.25. You're not tied to anything after your purchase.