Hoofdstuk 1
Paragraaf 1
Een goede reputatie voldoet steeds aan de verwachtingen van alle interne en externe stakeholders.
Identiteit en reputatie zijn hier in balans. Dit is in de praktijk zelden het geval.
Wat is het verschil tussen imago en reputatie?
De reputatie is de totaalindruk van een organisatie of persoon. Het imago kan over één aspect gaan:
bijvoorbeeld je imago als werkgever. Het imago is oppervlakkiger en kan sneller veranderen.
Sommige deskundigen maken echter geen onderscheid. In de praktijk wordt dit vaak ook niet gedaan.
Wat is de corporate reputatie?
De corporate reputatie van een organisatie is de perceptie, beoordeling en waardering van de
onderneming bij alle stakeholders. Een perceptie is een feit, hoe men daarmee omgaat is de
beoordeling en deze beoordeling bepaalt uiteindelijk de waardering. Bijvoorbeeld: H&M gebruikt
kinderen in hun fabrieken (perceptie), stakeholders vinden dit absoluut niet kunnen (beoordeling) en
keurt het bedrijf af (waardering).
Identiteit: het totaal aan signalen dat een organisatie uitzendt naar haar doelgroepen: de tastbare
manifestatie van de persoonlijkheid van een organisatie. Bestaat uit gedrag, symbolen en
communicatie.
Paragraaf 2
Formule reputatie: reputation = sum of images = performance + behavior + communications x
authenticity factor*
*De mate waarin de organisatie er in slaagt haar identiteit werkelijk waar te maken. Zegt iets over
echtheid, oorspronkelijkheid en geloofwaardigheid.
Paragraaf 3
Volgens Cees van Riel zijn er zeven pijlers waar een reputatie op is gebaseerd. Het model van deze
zeven pijlers heet de ReptrackPulse van the Reputation Institute.
Centraal in het model staat de pulse. Deze pulse wordt beïnvloed door de feeling, de esteem, de
admire en de trust. Deze waarden worden bepaald door de zeven pijlers. Deze zijn als volgt:
1. Products/services: hoe zitten je producten in elkaar? Hebben ze een hoge kwaliteit? Zijn ze
goedkoop of duur? Hoe is de prijs-kwaliteitverhouding? Etc.
2. Innovation: kijk je ook naar de wereld om je heen? Zullen je producten blijven bestaan? Zo
nee, hoe kun je dit veranderen? Hoe kun je op veranderingen inspelen?
3. Workplace: ben je een aantrekkelijke werkgever?
, 4. Governance: de manier waarop je je bedrijf runt. Dit heeft onder andere te maken met de
code voor goed bestuur. Heeft ook te maken met het feit of je je houdt aan de regels van het
fatsoenlijk zaken doen.
5. Citizenship: ben je je bewust van je maatschappelijke verantwoordelijkheid?
6. Leadership: de manier waarop je als bedrijf geleid wordt. Is je leider sterk en krachtig met een
goede visie? Of is het eigenlijk een nietszeggend persoon?
7. Performance: je prestaties als bedrijf: dit zijn vaak financiële resultaten.
De reputatie, beïnvloed door de zeven pijlers, heeft uiteindelijk invloed op verschillende zaken, zoals:
- Purchase: doe je een aankoop?
- Recommend: raad je het aan bij andere mensen?
- Crisis proof: is de organisatie opgewassen tegen financiële/economische crisissen?
- Verbal support: heeft niet alleen te maken met het feit of je merk wordt aangeraden aan
kennissen, maar ook hoe de media erover spreken.
- Invest: ben je bereid te investeren in het bedrijf?
- Work: zou je in dit bedrijf willen werken?
Andere vergeten factoren die een reputatie beïnvloeden, zijn:
- Naamsbekendheid
- Omvang van de organisatie
- Land van herkomst
- Bedrijfstak
- Zichtbaarheid
- Onderscheid
- Authenticiteit
- Transparantie
- Consistentie
Paragraaf 5
Bedrijven met een goede reputatie hebben een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van andere
bedrijven, namelijk:
- Vertegenwoordigt financiële waarde: sterke merken presteren 15-20% beter op
aandelenmarkt (hogere marktwaarde)
- Boeken van superieure financiële resultaten
- Kennen minder financiële risico’s
- Werkt als een magneet: trekt klanten, beleggers en goede medewerkers
- Werkt als airbag/verzekering bij incidenten dankzij positieve basisperceptie en vertrouwen
- Werkt als intern motivatie- en bindmiddel: trots en identificatie leiden tot betere prestaties
Paragraaf 6
Een goede reputatie kan snel wankelen door bijvoorbeeld incidenten of plotselinge gebeurtenissen.
Als je als bedrijf hierdoor onder druk komt te staan, dan oordeelt de omgeving steeds vaker en harder
over het feitelijke gedrag van de organisatie. Hoe je hiermee omgaat wordt responsiveness genoemd:
de wijze waarop en snelheid waarmee de organisatie reageert, handelt en communiceert.
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Belangrijke ontwikkelingen die een grote impact hebben op het dagelijkse opereren van organisaties:
1. Hypertransparantie
2. Digitalisering/snelheid
3. Globalisering
4. Producthomogeniteit
5. Noodzaak van interactie
6. Iedereen zender
7. Stakeholderengagement
8. Peer-to-peer aanbevelingen (vertrouwen in marketing en traditionele media neemt af)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.52. You're not tied to anything after your purchase.