100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding in de sociologie C02A7C 16/20 behaald $7.54   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding in de sociologie C02A7C 16/20 behaald

1 review
 61 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting inleiding in de sociologie C02A7C gedoceerd door Stephan Parmentier. Ik heb enkel deze samenvatting gestudeerd en behaalde een 16/20

Preview 4 out of 49  pages

  • August 15, 2023
  • 49
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: doriseveraert • 1 year ago

avatar-seller
INLEIDING IN DE SOCIOLOGIE
H 1: Op ontdekkingstocht door een bekend gebied?
Sociologie bestudeert de samenleving. Voor geboorte is persoon al lid van samenleving want men praat over
jou. Herhaling: Ontdekkingstocht= wijze waarop we ons in samenleving bewegen, als personen die behoren
in samen maar die een anders idee willen verwerken. Hoe? Aantal kernpunten bewerken

Een beeld van een titel
Samenleving is een speelveld met spelregels en spelers
Samenleving is een speelveld met spelers en spelregels. (vb: elke sport heeft eigen spelers en spelregels)
Spelregels: als je ze niet volgt  sancties
Spelers: wij zijn allemaal spelers van de samenleving, zelfs al voor de geboorte (men praat over ons voor
geboorte). Samenleving start op bepaald punt maar evolueert.  regels veranderen

Specifieke posities
(vb: student, docent, assistent), posities wisselen niet zo snel, zelden heel fundamenteel

Specifieke rollen
Hoe je zelf positie inneemt. (keeper: doelpunten voorkomen)(bv. dokter: levens redden). Verwachte gedrag
bij een positie. Rol en positie ≠ hetzelfde. Manier waarop je positie invult, kan op een actieve en minder
actieve manier.

Hoge of lage status
NIET manier waarop je jezelf ziet maar de waarde die de buitenwereld aan speler geeft.  hoe andere je
positie zien. Status kan verschillen naargelang de tijd. Hoge (aanvallers) (bv. chirurg) of lage status
(verdedigers) (bv. Vuilnisophaler). Waardering die aan een positie wordt gegeven
Lage waardering betekent niet meteen minder belangrijk

Informatie en communicatie
Informatie= grondstof, communicatie= verwerking.  zijn er overal (vb: media). Communiceren
(aanmoediging (ploegmaten), schelden,..). Anticipatie op acties van anderen

Taakverdeling en hiërarchie
(vb: sportploeg)  relatief begrip. Hiërarchie. (bv. kapitein < vervang kapitein <..)(bv. dokter < verpleegster
< student <..) Het kan een statische hiërarchie zijn, waar nauwelijks verandering in komt, of juist een heel
dynamische hiërarchie. Formele leider en informele leider.
Formele leider = Via officiële kanalen op hun positie recht (kapitein)
Informele leider = De beste, diegene met het meeste gezag, spreekbuis, belangrijke figuur, ..
→ Ontstaan vaak conflicten tussen formele en informele leiders

Productiviteit
Verhouding tussen productie en productiemiddelen. Eindproduct (aantal arbeiders, kapitaal, uren).
Middelen die worden ingezet om bepaalde productie te halen. (hoge productiviteit: meer scoren dan
incasseren met dezelfde middelen) (bv. hoge productiviteit: auto’s worden op korte tijd door zo min mogelijk
mensen tijd gemaakt). Netto uitkomst + inzet middelen. Wie onvoldoende bijdraagt aan de productiviteit
wordt aan de kant gezet (op de bank gezet) (bv. pensioen). Productiviteit houdt verband met productie (het
resultaat) maar productiviteit is altijd een relatie, productie gerelateerd aan de middelen die er tegenover
staan.




1

,Motieven
“waarom doen mensen de dingen die ze doen?” Wijze waarop mensen nadenken wat ze doen. (winstpremie)
(bv. maatschappelijke status verbeteren, voor de lol,..). Waarom doen mensen de dingen die ze doen. De
motieven kunnen sterk verschillen. Ze bepalen mee de invulling van je rol.

Neutrale waarnemers
Commentator die zijn stel gebruikt in bepaalde situaties. Gaan zaken contextualiseren. Maar ook
waarnemers die eerder supporters zijn, moedigen aan. Neutrale waarnemers: je maakt geen keuze tussen
partijen, je houdt je buiten discussie, afstandelijke waarneming.
Mensen die toekijken (vb: sport= mensen naast het veld). Zijn van verschillende aard (sporters, coaches,
directeur). Wetenschap neemt meeste neutrale positie in het spel.  een zo afstandelijke positie innemen,
zonder oordelen. Neutraal waarnemen en observeren en weergeven in feiten. (trainers) (bv.
modeontwerpers, religieus leiders, politici,..). Sturen wat er op het speelveld gebeurd, staan aan zijlijn
Mate van neutraliteit:
Minder (trainer, voetbalsupporters,..): Sympathieën en antipathieën …
Meer (+/- verslaggevers): De ambitie van wetenschappers is de meest neutrale positie innemen, dit lukt
echter niet altijd. Ze moeten volledige beschrijvingen voorzien, analyses maken en verklaringen zoeken (en
vinden). → Zorgen voor controleerbaarheid

‘Voetbal is oorlog’ (Rinus Michels)
Problematisch als regels als onbestaand beschouwd worden
Regels en vrijheid sluiten elkaar niet uit: Je hebt pas vrijheid als er spelregels zijn. Ze zorgen voor de zekerheid
en voorspelbaarheid die mensen nodig hebben om hun eigen leven te leiden.
→ Een geordende samenleving: Vrijheid om regels te respecteren en te overtreden.

!!! Opmerking: Sociale werkelijkheid is minder duidelijk afgebakend, spelregels worden voortdurend
gemaakt en afgevoerd, spelers bekleden tegelijk verschillende posities en vertolken vele en soms
tegenstrijdige rollen.

Het dagelijks leven door de bril van de socioloog
Over eten en drinken


Foto B: Verschuiving van noord Europese naar zuid Europese keukens
Foto O:
Hoe komt het dat in een generatie tijd onze keukens zijn veranderd, welke
publicatie en media zitten achter deze verandering?
Op welke manier gaat dit een verdere promotie teweegbrengen

Wat interesseert socioloog?...
- Micro niveau: individu , nieuwe sensatie
- Macro niveau: verschuiving in keukens tussen verschillende landen en
regio’s




2

,Over sport
Status verschil tussen sporten. Hoge status (bv. golf) - lage status (bv.
wielrennen). Sociaal verschil tussen goedkopere (bv. korfbal) en duurdere (bv.
skiën) sporten. Sport is drager van symbolische codes, smaken en leefstijlen:

- Hogere sporten: distance en finesse → lichaamscontact wordt vermeden door
hulpmiddelen zoals hockeysticks, golfclubs, …

- Lagere (arbeidersklasse) sporten: lijf-aan-lijf gevechten → MAAR evolutie
doorheen de eeuwen (nu bokshandschoenen), te linken aan ‘algemene
diciplinering’ van de arbeidersklasse.

Over lifestyle en lijfstijl
Lifestyle: lifestyle bladen= informeren over cultuur. Men gaat eigen weg, kiest wat men zelf prefereert: huis,
meubels,…. Manier van architectuur, welke prijs u daaraan wilt geven. Vrije tijd zelf invullen: (bv: sporten,
yoga, meditatie,…). Individualisering= je beslist zelf wat je gaat doen

Over liefde
= Wijze waarop mensen relaties aangaan
Vroeger: mensen kozen niet eigen levenspartner, ouders beslisten mee, (hoge sociale klasse), dit gebeurt in
sommige landen nog steeds maar in België is dit volledig verdwenen. In bepaalde gemeenschappen is het
wel normaal dat ouders actief op zoek gaan naar huwelijkskandidaat voor kind.

Sommige kinderen zouden dan liever iemand willen van het land waar ze nu verblijft, dit willen ouders niet
 eermoord (ouders pakken kind aan met geweld)
Iedereen heeft nu eigen ideeën over hoe relaties moeten worden aangegaan en wie zich erbij mag betrekken
Valentijn: vroeger in België: persoon waarmee je een koppel vormt verwennen, in vs was heel de stad rood
gekleurd, gaf men ook aan collega’s cadeaus. Nu ook in België  nu commerciële dagen
 Wie maakt hier publiciteit van? Vergeet men dan de inhoud van feesten?,…

Nog een stap verder
Echtscheiding (p 31-32)
Socioloog wil weten, wat ligt er aan de grondslag, waarom heeft een persoon iets gedaan?
Echtscheidingen= vormen van relaties die niet goed aflopen
- Absolute en procentuele aantal echtscheidingen verhogen
- In jaren 90 stijgen E en rond 2010 dalen ze, hoe kan het dat ze op het ene moment sterk stijgen en
andere moment sterk dalen? Als er minder mensen trouwen, dan zijn er ook minder echtscheidingen.
Echtscheidingen zijn dus nog overblijfselen van huwelijken van vroeger. Als definitie van
echtscheiding wijzigt, dan wijzigen de cijfers ook

 SOCIALE OMSTANDIGHEDEN:  Gevolgen van echtscheidingen:
- Gevolg voor partner= vaak is vrouw er economisch slechter aan toe na echtscheiding (werken vaak
half time(kinderen), hebben een job met een lager inkomen dan man), partner moet dan alimentatie
betalen. Moeilijk om alimentatie af te dwingen van mensen die niet volle pot betalen
-  vrouwen komen dus vaker in armoede
- Gevolg voor kinderen= vaak week/week, maand/maand. Maar wie vraagt aan kinderen wat zij ervan
denken want ouders beslissen regeling.
-  vechtscheiding, vaak worden kinderen uitgespeeld door ouders, onmogelijk voor kind om een
ouder te kiezen. Lange termijn gevolgen zijn een wijzig onderzocht fenomeen.
- Hebben kinderen die dit hebben meegemaakt een ander beeld over relaties? Gaan minder snel
relaties aan, weinig vertrouwen?,…
3

, - Oorsprong (p 31 onderaan)
- Economische ontwikkelingen is er meer plaats gekomen voor vrouwen op arbeidsmarkt
- Na WO2 is er veel vraag naar arbeid en vrouw beginnen massaal te werken, ze krijgen nog steeds niet
hetzelfde loon als mannen maar hebben wel arbeid. Door op arbeidsmarkt te werken wordt ze een
stukje onafhankelijker
 economische ontwikkelingen hebben gevolgen op sociale relaties.

- Katholieke kerk was tegen echtscheiding, iedereen die katholiek was moest zich hier dus ook aan
houden, in jaren 60 wordt invloed van kerk in vraag gesteld. Volgens kerk trouwe je voor het leven
volgens kerk, als die kerk wegvalt dan zou men sneller kunnen scheiden
- Juridische drempels op weg naar echtscheiding worden kleiner

Arbeid
 Latente deprivatiemodel (Marie Jahoda) – functies van arbeid

Arbeid heeft meer functies dan alleen inkomen verdienen
Functies arbeid:
- Tijd: je moet hiervoor opstaan
- Sociale contacten: je maakt altijd nieuwe contacten
- Vrije tijd: individuen moet deel zijn van een groter geheel
- Status= manier waarop andere evalueren wat je aan het doen bent

 iemand die het goed doet, krijgt hoge status, wil hierdoor nog beter zijn best doen.
 iemand die alleen een job uitoefent die niet bereid is om te leren, zal stagneren.

1) Hoe ziet het fenomeen eruit
2) Wat zijn de oorzaken
3) Wat zijn de gevolgen

Een eerste definitie
“Sociologie is de wetenschap die de maatschappelijke patronen en structuren bestudeert, in hun ontstaan,
voortbestaan en veranderen, en tevens het sociale handelen van mensen in de interactie met deze patronen
en structuren.”

 Algemene elementen van de vele definities:
- Sociaal handelen
- Sociale interacties en relaties
- Sociale omgeving dat het sociaal handelen beïnvloed (en omgekeerd)
- (relatieve) Voorspelbaarheid van dat handelen
- Mensen als sociaal product
- Diverse samenlevingsverbanden
- ‘De’ samenleving
- Sociologisch perspectief afhankelijk van welke elementen naar voor worden geschoven.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lorevd. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.54  1x  sold
  • (1)
  Add to cart