100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Histopathologie van de orgaanstelsels $8.55
Add to cart

Class notes

Samenvatting Histopathologie van de orgaanstelsels

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van Histopathologie van de Orgaanstelsels notities bij de powerpoints, in een word document Voor deel 'Histologie van de orgaanstelsels' zie ander document in mijn account

Preview 4 out of 39  pages

  • August 25, 2023
  • 39
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Jean-pierre timmermans, john-paul bogers
  • All classes
avatar-seller
Histopathologie


5/10

Pathologie van de circulatie
Bv blokkering van de bloedvaten door atherosclerose gaat ervoor zorgen dat de weefsels die
erachter komen geen zuurstof krijgen en het weefsel afsterft = ziekteproces dat infarct wordt
genoemd.

Oedeem = vocht dat uit de bloedbaan treed en niet in de bloedvaten blijft zitten waardoor
vochtophoping

  Allemaal circulatie processen

Oedeem

= water dat uit de bloedbaan gaat

 Waarom blijft het water in de bloedbaan? Osmotische druk
o Het water wordt in de bloedbaan door osmotische kracht daar gehouden
o Bloedbaan bevat veel eiwitten die osmotische kracht hebben en water vast houden
 Bv kind met een dikke buik in westerse wereld
o Vochtophoping doordat kind te weinig eiwitten krijgt
o Te weinig eiwitten door ondervoeding en daardoor kan water niet vastgehouden
worden
o Het water komt uit de bloedbaan en kind krijgt dikke buik door oedeem
 In de bloedvaten een grondsubstantie met osmotische kracht
o Als deze in onevenwicht is met de eiwitten dan oedeem
 Proteoglycanen
o Hebben veel osmotische kracht
o Als de eiwit concentratie van bloed dan afneemt, zal de balans omslaan, vocht…

Maar de bomma met dik been heeft geen eiwit tekort

 Het water zakt naar beneden, de kleppen van veneus systeem werken niet zo goed
 Het bloed kan moeilijk naar boven gepompt worden
 Er gaat filtratiedruk zijn doordat er teveel bloed zit in de benen
o Het bloed gaat gefilterd worden en het vocht gaat buiten de bloedbaan,
vastgehouden worden door de proteoglycanen

Concentratie albumine in serum

 Ongeveer 3g/100ml  vrij veel voorkomend
 Grootste deel van eiwitten in bloed is albumine

Het in stand houden van het evenwicht, tussen osmose en drukken (aanvoer druk en afvoer druk/
arterie en veneuze druk)

Verschillende evenwichten die spelen in ontstaan van oedeem  arterieel vs veneus en osmotische
druk

,Abnormale vloeistofdistributie

 Rond een ontsteking gaat ook een zwelling ontstaan
o Een van de kenmerken van ontsteking is dik = oedeem

types oedeem

 Lokaal oedeem
o Als lymfeklieren worden weggenomen (door bv borstkanker)
o Lymfevaten worden doorbroken en dit gaat lokale zwelling geven
 Gegeneraliseerd oedeem
o Als het plasma eiwit verlaagt beneden de 5%

Macroscopisch

 Er zit een gelig vocht in
 Pitting oedeem = als je erop duwt en er blijft een putje staan dan spreken we van oedeem
o Vocht in de voeten
o Oorzaak kan hart insufficiëntie zijn
 Gebeurt in de laagst gelegen delen omdat het daar uitzakt
o Bv patiënten die bed legerig zijn daar gaat dat niet in de voeten zijn
 Kan voorkomen in lichaamsholtes
o Long oedeem
o Hydrotorax
o …

Bloeding

Waarom bloeden mensen? Meest logische zijn trauma’s zoals bv in vinger snijden. Kan ook
bloedingen krijgen door een interne factor zoals een tumor of een ontstekingsproces binnenin een
bloedvatwand.

Bloedingen kunnen ook veroorzaakt worden door gewoon gemakkelijk bloeden.  als bloed niet
stolt

 Trombocytopenie
o Persoon gaat heel gemakkelijk bloeden en bloed stolt moeilijk
o Als je te weinig bloedplaatjes hebt
o Kan te maken hebben met feit dat je de bloedplaatjes verbruikt op een bepaalde
plek en dan ga je er op de nodige plaatsen te weinig hebben  gaat bloedingen
geven
 Aspirine zorgt ervoor dat bloedplaatjes niet kunnen aggregeren want is een bloedverdunner
o Zorgt ervoor dat oudere personen geen stolsels krijgen en dat er minder kans is op
een infarct

Stollingsstoornissen

 Stollingsfactoren worden gemaakt in de lever
 Patiënt die hier functiestoornissen aan heeft (aan de lever), deze patiënt gaat ook overal
kunnen gaan bloeden
 Want er worden geen stollingsfactoren aangemaakt

Types

,  Hematoom
o Bloeding in de weefsels na een trauma
 Na bv stoten tegen de tafel en wordt een blauwe plek
o Klassieke blauwe plek  de kleur en grootte hebben te maken met waar het
voorkomt
o De hoeveelheid bloed dat je verliest en de snelheid bepaald de bloedophoping en de
kleur en dus grootte van hematoom
o Aan de kleur kan je al zien wat voor actieve bloeding het is
 Petechiën
o Zijn kleine puntjes verspreid over het lichaam en zijn niet wegdrukbaar
 Ecchymose
o Grotere bloedingen en zijn onregelmatig
o Kan op de mucosa voorkomen = paintbrush
 Purpura
 Melena
o Hoge bloedingen in het maag-darm stelsel

Trombose

Een trombose wordt veroorzaakt door 3 factoren  endotheelbeschadiging, abnormale bloedflow
(als die traag gaat stromen meer risico), hypercoagulabiliteit (als bloed makkelijk stolbaar is)

Deze 3 geven makkelijk aanleiding tot trombose

 Trauma
o Als je in je vinger snijdt is het een trauma
o Ontsteking kan ook een trauma zijn of leiden tot trombose, net zoals schimmels,
auto immuun, viraal…
o Vb foto trombus vorming op de hartkleppen

Ontstaan door

 Leukocyten
o Die kunnen factoren vrijstellen die endotheelschade veroorzaken
 Bloedplaatjes die kunnen gaan klonteren
o Oplossing hiervoor aspirine
 Ischemie
o Zuurstofschade door het traag verlopen van bloed
o Kunnen trombus krijgen hierdoor

afwijkingen

 Als bloed blijft staan dan krijg je gemakkelijk trombus vorming
 Turbulentie door bv atherosclerose kan zorgen voor meer trombus vorming
o  afwijkingen van de bloedvatwand
 Vb foto
o De spleet is het vooraf bestaande aorta lumen
o Die wordt volledig dicht gedrukt door een scheur in de aorta wand
o Bloed kruipt in de aorta wand in die scheur en gaat hier stollen
o Er gaat als het ware een 2de lumen ontstaan

, o Trombus in de wand van de aorta die ervoor zorgt dat het lumen dicht geduwd
wordt
o Maar het lumen niet rechtstreeks in contact met het lumen
o Het snijdt in de aorta wand = dissecterend ? aorta

Hypercoagulopathie

 Als bloed stolbaarder is door toename van bepaalde factoren
 Bloedplaatjes activiteit
o Kunnen gestimuleerd worden en klonteren door stoffen zoals bv ureum
 …
 Vb foto is een trombus
o Dit is typisch herkenbaar aan een gelaagde structuur
o Een roze brok
o Bloed komt tot stilstand en gaat zakken en neerslaan
 Vanonder rode bloedcellen en vanboven serum, gaat stollen
 Daar zitten macroscopisch lijnen in = spek stolsel
 Bloedplaatjes hebben de neiging om te herschikken en neiging om weefsel
van te maken
 Daar opnieuw bloedvaten insturen
 = recanalisatie en er ontstaan nieuwe bloedvaten in een volledig afgesloten
trombus

Emboli

 Trombi kunnen afbreken en deze stukjes kunnen rondzwerven in de bloedbaan  embolen
 Die embolen kunnen overal blijven hangen en dit vooral in kleine bloedvaten/filters
o Dit typisch in de longen want hier zijn kleine bloedvaten
o Hierdoor kan een longembool ontstaan
 Embolen zijn niet alleen fracties van trombi maar je hebt ook andere embolen die niet
bestaan uit trombus materiaal
o Maar bestaan uit iets anders en gaan ook beginnen rondreizen
o Bv een spuit lege lucht inspuiten bij een persoon
o Lucht blijft hangen in persoon en kan sterven
 Amnion vocht
 Beenmerg en vet
o Kunnen ontstaan na bot breuken en beenmerg komt in contact met de bloedbaan
o  beenmerg met stukjes bot in de bloedbaan
o Persoon kan hieraan overlijden
 Vb foto is tumor weefsel
o Tumoren kunnen afbreken en rondreizen
o  lever en long metastase kunnen zo ontstaan


Infarct

Infarcering = vullen

Als een arterie afsluit heb je in het drainage gebied een infarct  stukje hartweefsel krijgt geen
zuurstof. Wat er ook gebeurt is als een arterieel bloedvat zich afsluit  bloed stroomt normaal van

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentbmw5. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.55
  • (0)
Add to cart
Added