Uitgebreide samenvatting van Hoofdstuk 2, Klassieke Conditionering, uit het boek 'Inleiding tot de gedragstherapie. Het boek is geschreven door D. Hermans, F. Raes & H. Orlemans. Het gaat om de 7e herziene druk uit 2018.
Zie voor overige hoofdstukken mijn overige aanbod aan samenvattingen of de ...
Samenvatting boek Inleiding tot de gedragstherapie – Hermans, Raes &
Orlemans (7e herziene druk)- Hoofdstuk 3
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 3, Klassieke conditionering..................................................................................................................................................2
3.1. Inleiding: klassieke conditionering en het leren van betekenissen.....................................................................2
3.1.1. ‘Little Albert’ en het leren van betekenissen.................................................................................................................2
3.1.2. Structuur van een klassieke conditioneringsprocedure......................................................................................2
3.2. Het verwerven van nieuwe betekenissen..............................................................................................................................2
3.2.1. Enkele basisbegrippen: acquisitie, differentiatie en generalisatie...............................................................2
3.2.2. Contextconditionering................................................................................................................................................................3
3.2.3. Appetitieve conditionering en andere niet-aversieve vormen van betekenisverwerving..........3
3.2.4. De vele routes van klassieke conditionering...............................................................................................................3
3.2.5. De zes procedures voor klassieke conditionering...................................................................................................3
3.2.6. Tot besluit............................................................................................................................................................................................4
3.3. Wat wordt er geleerd tijdens klassieke conditionering?............................................................................................4
3.3.1. Procedure, effect en proces.....................................................................................................................................................4
3.3.2. S-R-leren versus S-S-leren........................................................................................................................................................4
3.3.3. De representatie van de US....................................................................................................................................................4
3.3.4. De aard van de CS-US-associatie........................................................................................................................................4
3.3.5. Tot besluit.............................................................................................................................................................................................5
3.4. Het wijzigen van verworven betekenissen...........................................................................................................................5
3.4.1. Contingentie, blokkering en inhibitorisch leren.......................................................................................................5
3.4.2. Extinctie als basis voor betekeniswijziging..................................................................................................................5
3.4.3. Contraconditionering als basis voor betekeniswijziging....................................................................................5
3.4.4. US-revaluatie als basis voor betekeniswijziging.......................................................................................................5
3.5. Tot besluit.....................................................................................................................................................................................................5
ISBN: 9789036819503
Uitgave jaar: 2018
, Hoofdstuk 3, Klassieke conditionering
3.1. Inleiding: klassieke conditionering en het leren van betekenissen
Gedrag is een zinvolle reactie op een betekenisvolle situatie. Het leermodel vertrekt van de
basisaanname dat dezelfde psychologische processen alle gedrag sturen. Wanneer gedrag, dat
soms niet altijd makkelijk te begrijpen is, een diagnostisch etiket krijgt, dan lijkt er iets verklaard te
zijn. Maar dat is niet echt het geval, het geeft alleen een beschrijving en geen verklaring. Het is nog
steeds onduidelijk waarom iets doet zoals hij/zij het doet. De analyse van gedrag in termen van
betekenisvolle situaties/stimuli en zinvolheid en doelgerichtheid is de essentie van de functieanalyse
(FA). dit gaat in elke behandeling aan de interventies vooraf. De FA is gericht op het begrijpen van
de klachten in termen van de betekenissen van stimuli en situaties die aan het probleemgedrag
voorafgaan of erop volgen, en de zinvolheid van het probleemgedrag in deze betekenisvolle context.
Er wordt gebruik gemaakt van de inzichten uit de leertheorie.
3.1.1. ‘Little Albert’ en het leren van betekenissen
Een pasgeboren baby beschikt over een zeer beperkte set responsen. Die set van primaire reflexen,
zoals het zoek-, zuig- of grijpreflex, zijn cruciaal voor de overleving. Deze reacties zijn van nature
aanwezig en hoeven niet aangeleerd te worden. Het gedrag wordt naarmate iemand ouder wordt,
steeds uitgebreider, verfijnd en gecoördineerd. Voor Watson was de ontwikkeling van het kind
destijds zeer belangrijk. Hij observeerde veel baby’s en jonge kinderen en stelde vast dat veel van de
reflexen die aanwezig zijn bij een baby, binnen een korte tijd na de geboorte geconditioneerd raken
aan andere stimuli (bijv. het zien van de moeder). Volgens Watson liggen leerprocessen aan de
basis van alle gedrag. Hij deed een onderzoek, genaamd little Albert, waarbij hij nieuwe emotionele
responsen teweegbracht bij een 11 maanden oud jongetje. Kleine Albert werd geconfronteerd met
een wit ratje. Watson observeerde dat hij geen responsen vertoonde. In de tweede fase werd Albert
opnieuw geconfronteerd met het ratje. Maar nu ging dit samen met het aanbieden van een
opschrikkend geluid. In een laatste fase bood Watson het ratje aan, zonder het geluid. In vergelijking
met de eerste fase kon nu een duidelijke gedragsverandering vastgesteld worden. Ook later bij
andere dieren werd de angst opgewekt bij kleine Albert.
3.1.2. Structuur van een klassieke conditioneringsprocedure
Geraamte van de studie van Watson:
Ongeconditioneerde prikkel (US)= de luide knal die voortgebracht werd door met een
hamer op een ijzeren staaf te slaan.
Ongeconditioneerde/onvoorwaardelijke respons (UR)= de opschrikreflex die
voortgebracht wordt door de luide knal. De UR wordt reflexmatig uitgelokt door de US.
Geconditioneerde prikkel (CS)= het witte ratje. De oorspronkelijke neutrale stimulus die
van nature geen reactie uitlokt.
Geconditioneerde respons (CR)= de vreesreactie die na herhaalde CS-US-aanbiedingen
geobserveerd wordt ten aanzien van het ratje.
Klassieke conditionering gaat over het leren van nieuwe betekenissen op basis van stimulus-
stimulus-aanbiedingen. Er is sprake van verwachtingsleren, de CS roept de verwachting van US op.
3.2. Het verwerven van nieuwe betekenissen
3.2.1. Enkele basisbegrippen: acquisitie, differentiatie en generalisatie
Acquisitie-fase= De fase waarin de vrees voor een voorheen neutrale stimulus wordt ‘verworven’/
geleerd. Er wordt in deze fase iets ‘geleerd’.
Differentiatie= Het onderscheiden van wat veilig (CS-) is en wat eerder onveilig (CS+) is.
Patiënten met een angststoornis zijn significant minder goed in het leren differentiëren, en
vertonen met name hogere vreesreacties ten aanzien van veilige stimuli (CS-).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xjeaninexx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.