Week 1: Introductie nonwovens
Grondstoffen
Productieproces
Drylaid nonwovens (met kaarden)
Drylaid nonwovens (airlaid).
Nonwoven: Een gefabriceerd blad, net of vlies van geordende of
willekeurig georiënteerde vezels, die bij elkaar gehouden worden door
frictie, en/of cohesie en/of adhesie, en dit met uitsluiting van papier en
producten die geweven, gebreid, getuft, gestikt zijn en die garens of
filamenten bevatten of nat vervilt werden al dan niet vernaald.
à Doek wat niet geweven of gebreid is met allemaal ruwe vezels of vezels
van geëxtrudeerd filamenten die in elkaar zit.
Vliesstof (nonwoven): stoffen opgebouwd uit combinatie vezelstructuren
gestabiliseerd/gebonden d.m.v. mechanische, chemische of thermische
methoden.
Nonwoven komt het heel dicht bij de papierindustrie in de buurt. Op de
manier waarop papier wordt gemaakt wordt ook een wetlaid nonwoven
gemaakt. Je gaat kijken naar de vezelmassa om deze te onderscheiden.
Afhankelijk van het percentage vezelmassa wat erin zit, wordt het
onderscheid gemaakt. s
Vezels in vezelstructuur kunnen in de lengte, breedte of gedeeltelijk
verdeeld liggen. Door toepassen verschillende
vezeluitlijningen/bindingprocessen kan echt technisch product ontstaan.
Chemisch: paardenhaar met latexlijm, hier ben je heel erg afhankelijk en
er gaat veel van de eigenschappen verloren door de chemicaliën. Niet te
,veel chemicaliën gebruiken want dat doet af aan de eigenschappen van
doek zelf.
Mechanisch: naaldvilt tapijt. Je werkt met natuurlijke vezels en behoud
dit gevoel en uiterlijk ook. Hier prikken naalden met weerhaken in.
Wanneer de naalden weer omhooggaan, gaan de vezels door elkaar en
ontstaat verstrengeling.
Thermisch: met warmte iets aan elkaar hechten. Versmelten.
Productiestappen:
Vezels selecteren: door vast te stellen welke eigenschappen product
moet hebben.
Vezels voorbereiden: o.b.v. welk type proces zal worden gebruikt.
Vormen van matten: vliesstructuur met juiste vezeluitlijningen,
gewicht, afmetingen.
Selecteren bindingsmethode: welke is nodig voor eindproduct
gewenste type structuurstabilisatie (voor platte stijve structuur
andere methode nodig dan zachte).
Als wij naar dit korte schema kijken, kunnen we zeggen dat de nonwoven
fabricagetechnologie (die vezelgebaseerd nonwoven produceert) in het
algemeen bestaat uit 4 basis nonwoven processen, namelijk:
1. Vezelvoorbereidingsproces
Ø Het vezelvoorbereidingsproces bereidt de vezels voor op
het webvormingsproces. Het proces omvat het openen &
mengen v/d vezels & het invoeren van de vezels in de
kaardmachine of air-lay machine.
2. Webvormingsproces
Ø Het webvormingsproces is, zoals de naam al aangeeft,
een proces waarbij de vezels of filamenten worden
verspreid, om een vel of web te vormen en waarbij de
vliezen worden gestapeld om meerlaagse vliezen te
vormen, soms batts genoemd.
3. Webbindingsproces
Ø Het bindingsproces verleent het weefsel integriteit en
het resulterende materiaal wordt vaak weefsel
genoemd. Het nonwovendoek.
4. Finishing (ook wel ‘afwerkingsproces’ genoemd).
Ø Vaak worden de weefsels mechanisch of chemisch
afgewerkt, of beide, om de eigenschappen en het
uiterlijk te verbeteren.
Ø Zoals verwacht bepalen deze processen, samen met de
keuze van de vezels, de structuren en eigenschappen
van het nonwoven eindproduct.
Grondstoffen
1) Vezels of polymeer: basismateriaal voor nonwovens
, 2) Bindmiddelen: substantie van cohesie bewerkstelligt of bevordert
tussen los samengevoegde materialen.
3) Additieven: hulpmiddelen die niet vezelvormig zijn en die tijdens
de vliesvorming toegevoegd worden om de eigenschappen te
veranderen/verbeteren.
Eigenschappen
Bij nonwovens kan de greep, de dikte, de hydrofiliteit, de treksterktes, de
vervormbaarheid, het absorptievermogen en vele andere eigenschappen
beïnvloed worden. De eigenschappen van nonwovens hangen af van de
gebruikte vezels en het gebruikte productieproces. Bijv. bij luiers en filters,
wat betreft de doorlaatbaarheid. Door de grote variatie in eigenschappen
zijn de toepassingen van nonwoven zeer divers. Nonwoven is vaak
onzichtbaar een belangrijk onderdeel van veel eindproducten geworden.
- Duurzaam (vloerbedekking)
- Wegwerp (doekjes)
- Snel en in grote breedtes geproduceerd
- Kosteneffectief
Productiesystemen
Stapelvezelsystemen
Droogstapelsystemen (Dry Lay Systems) à grootste en populairste.
Grote reeks vezels en producttypen kunnen worden verwerkt tot
vliesstructuren.
Ø Kaarden (Drylaid with Carding)
Ø Aerodynamisch (luchtapplicatie) (Drylaid with air lay = Airlaid)
Ø Centrifugaal dynamisch (willekeurig kaarden)
Natstapelsysteem/natte applicatie (Wetlaid) à maakt van korte
vezels een lichtgewicht en gelijkmatige vliesstructuur.
Hars-op-vliessystemen à polymeer tot vliessysteem o.b.v.
extrusietechnologie.
Gesponnen binding (Spunbond; spunlace of spunlaid): denk aan de
gesmolten polymeren die door spindop gaat. Deze filamenten
vormen vliesstructuur.
Smeltblazen (Meltblown): gesmolten geëxtrudeerd polymeer wordt
in contact gebracht met luchtstroom die ze op oppervlak blaast
waarna ze worden uitgetrokken en afbreken met als resultaat
filamenten in variabele lengte. Minder sterk.
Productieproces nonwoven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FabienneRegelink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.80. You're not tied to anything after your purchase.