Ziekte
houdt
in
dat
cellen
beschadigd
raken.
In
een
cel
moet
een
homeostatisch
mechanisme
zitten
om
veranderingen
van
buiten
op
te
vangen
en
niet
te
veel
laten
inwerken
in
de
cel.
Alle
orgaansystemen
(behalve
het
voortplantingsstelsel)
zijn
betrokken
bij
de
homeostase.
De
toestand
van
het
lichaam
is
nooit
statisch.
Er
zijn
fluctuerende
omgevingsfactoren.
Het
lichaam
werkt
aan
herstel
van
de
homeostase.
Herstelt
het
lichaam
de
homeostase
niet,
dan
zorgt
dat
voor
ziekte
of
dood.
Verandering
van
homeostase
kan
ook
worden
opgemerkt
door
een
cel,
en
deze
kan
dan
besluiten
te
gaan
veranderen.
Dit
is
het
tweede
mechanisme
dat
de
homeostase
in
evenwicht
probeert
te
houden.
Dit
wordt
gestimuleerd
door
celcommunicatie
of
bepaalde
hormonen
die
in
de
cel
komen.
Cellen
adapteren
als
reactie
op
stimuli
uit
de
omgeving:
-‐ Cellen
hebben
constant
te
maken
met
omgevingsveranderingen;
-‐ Cellen
kunnen
zich
aanpassen
door
verandering
van
hun
metabolisme
of
groeipatroon;
-‐ Stimuli
kunnen
fysiologisch
of
pathologisch
zijn.
Voorbeelden
pathologische
stimuli:
-‐ Anoxie;
-‐ Genetisch
defecten;
-‐ Voedingsdeficiënties;
-‐ Fysieke
stress;
-‐ Immunologische
reacties;
-‐ Biologische
agentia;
-‐ Chemische
agentia;
-‐ Veroudering.
Een
cel
kan
op
drie
verschillende
manieren
reageren
op
stimuli
uit
de
omgeving:
-‐ Adaptie:
Dit
kan
uiteindelijk
overgaan
in
cel
beschadiging.
Een
aantal
adaptaties
vergroten
de
kans
op
de
vorming
van
neoplasma
malignum
(kanker).
• Hypertrofie:
Weefsels
of
organen
nemen
in
grootte
toe
door
vergroting
van
het
volume
van
de
afzonderlijke
cellen.
Hypertrofie
betekent
op
cellulair
niveau
dat
de
cel
meer
water
en
bouwstoffen
opneemt
met
als
gevolg
een
toename
van
het
volume.
Het
mechanisme
van
hypertrofie
wordt
geactiveerd
door
een
toename
van
metabole
activiteit.
Hierdoor
gaan
cellen
harder
werken,
wordt
er
minder
afgebroken
en
gaan
cellen
groeien.
Voorbeelden
van
hypertrofie:
o Fysiologisch:
Spiergroei;
o Pathologisch:
Graves
orbitopathie
of
verdikking
van
de
hartspier.
• Hyperplasie:
De
vergroting
van
een
bepaald
orgaan
of
weefsel
als
gevolg
van
een
abnormaal
hoge
celdeling.
De
cellulaire
adaptie
bestaat
er
niet
uit
dat
de
omvang
van
de
cellen
toeneemt.
Alleen
het
aantal
cellen
neemt
toe.
Voorbeelden:
o Fysiologisch:
Wondgenezing;
o Pathologisch:
Wratten
of
GPC.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomibuter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.