Dit document is een samenvatting van deel 2 - tijd uit de syllabus van het opleidingsonderdeel 'Mens en Maatschappij'.
Voor de didactiek tijd zal je een ander document moeten raadplegen. Ik raad u aan om de PowerPoints hiervoor te raadplegen.
Tijd = abstract gegeven. De mens heeft eeuwenlang geprobeerd om de tijd te ordenen omwille van
religieuze of praktische redenen.
Één v/d middelen: tijdrekening.
elke tijdrekening = een manier om tijd voor te stellen vanaf een bepaald vertrekpunt, dat meestal een
belangrijke gebeurtenis is.
Elke tijdrekening start met het jaar 1 !!! Het jaar 0 bestaan niet !!!
Bij ons is de christelijke tijdrekening het bekendst, startende bij de geboorte van Christus.
1.1 WAT IS GESCHIEDENIS (VOLLEDIG BEHEERSEN)
Geschiedenis
= geheel van menselijke handelingen die in het verleden plaatsvonden = historisch proces
= de studie v/h menselijk handelen in het verleden = de studie van het historisch proces.
Een historicus doet aan verzameling & vormgeving van het historisch proces (= historische kennis) door
onderzoek.
In theorie: elk menselijk handelen uit het verleden = voorwerp voor historisch onderzoek.
Het verleden ≠ waarnaambaar alleen via bronnen.
Door geschiedschrijving streeft de historicus ernaar om zo’n objectief mogelijk beeld van het verleden te
reconstrueren.
menselijk handelen in het
bronnen
verleden
historicus
=
, (=reconstructie) onderzoek van het
verleden
De verhouding …
> tussen mensen en gemeenschappen centraal @ historisch onderzoek
> van gemeenschappen onderling
Geschiedenis ≠ de studie van het verleden!!
Een historisch feit hangt samen met vroegere feiten & hedendaagse feiten. Krijgt zijn betekenis door de
gevolgen die het teweegbrengt - - - > een historisch feit duidt het verleden, heden en toekomst
Het nut van geschiedenis:
Het verwerven van feitenkennis en inzichtelijke kennis rond het onstaan & verloop van talrijke
maatschappelijke krachtlijnen die naar moment ‘vandaag’ toelopen.
- - > zonder die kennis is het heden X of bijna X te begrijpen.
1.2 DE BRONNEN (VOLLEDIG BEHEERSEN)
Het bestuderen van het verleden: moeilijk omdat het niet meer aanwezig is.
Wat mensen gedacht & gedaan hebben alleen opmaken uit wat ze gezegd, gecreëerd en gedaan hebben.
(valt niet te observeren zoals een chemicus kan bij een experiment.)
De menselijke handelingen komen enkel tot uiting in wat ze achtergelaten hebben.
- -> die getuigenissen zijn de ‘bronnen’ voor historicus
DEFINITIE:
Bronnen zijn voorwerpen die uit het verleden tot ons zijn gekomen of getuigenissen over het verleden.
De eerste categorie noemt men doorgaans overblijfselen, de tweede categorie overleveringen.
overblijfselen (= voowerpen) overleveringen (= getuigenissen)
Overblijfselen zijn voorwerpen die onderzoekers Overleveringen zijn mondelinge of schriftelijke
iets vertellen over het verleden. getuigenissen die een eenvoudige / complexe
gebeurtenis beschrijven, verhalen of
Bv. scherven die de historicus meer vertellen over becommentariëren.
de pottenbakkerstechniek in een bepaalde stad
Auteurs van getuigenissen leveren…aan historicus
> elementen over de gebeurtenis
> hoe en waar het is gebeurd
> in welke omstandigheden
> om welke reden
> ….
Overblijfselen & overleveringen ≠ geschikt voor nageslacht.
= duidelijke en specifieke functie voor tijdgenoten.
Onderzoekers moeten waakzaam zijn: sommige artefacten (door mens gemaakt voorwerp) &
getuigenissen kunnen @ bepaald doel gemaakt zijn.
,1.2.1 INDELING VAN BRONNEN
Verdere onderverdelingen…
> geschreven / ongeschreven
> primaire / secundaire bron
> bewust / onbewuste bron
Alle mogelijke teksten waarover we beschikken.
bronnen
geschreven
Bv. een woord, een afkorting, een sms-bericht…
materiele voorwerpen
ongeschreven bronnen
o archeologische bronnen:
materiële voorwerpen die een spoor zijn van menselijke activiteit i/h verleden bv. woningen, dagelijkse
voorwerpen, wegen …
> deze voorwerpen zijn verborgen onder aardoppervlak & moeten opgegraven worden: het werk van
een archeoloog
= een wetenschapper die gespecialiceerd is in het opsporen, opgraven
en bestuderen van archeologische bronnen.
> Archeologische bronnen: !! voor studie v. alle historische periodes, maar vooral voor de
Preshistorie (geen geschreven bronnen aanwezig)
o munten
munten & andere betaalmidellen leveren info over:
> economische toestanden
> technische ontwikkelingen
> personen
> financiële markten
> prijzen
> een numismaticus = en specialist die de geschiedenis en vormen van geld & andere
betaalmiddelen bestudeert.
o met de hand vervaardigde afbeeldingen
afbeeldingen, etsen, tekeningen…
> de kunsthistoricus = gespecialiceerd i/h onderzoeken en beschrijven v/d geschiedenis van alle
kunstuitingen
o mechanisch vervaardigde afbeeldingen
foto’s, film…
immateriële voorwerpen
o orale bronnen
o talen, dialecten, zegswijzen, namen, traditites, gerechte, kleding…
, primaire bron secundaire bron
direct afkomstig van een ooggetuige die bevat informatie die gebaseerd is op info die
betrokken was bij een bepaalde gebeurtenis, eerder is doorgegeven door één of meerdere
persoon of tijdsperiode. Ze geven rechtstreekse primaire bronnen. (verwerking v. primaire bron)
info uit het verleden. (schrift./mond.) bv. de cursus Mens en Maatschappij
o X altijd waardevoller o kunnen een concreter beeld vormen door
kunnen ‘gekleurd’ zijn verschillende primaire bronnen te combineren
de ooggetuige kan met opzet foutieve info o maker kan foutieve info verwerken
doorgeven
Beide types kunnen objectief & subjectief zijn.
bewuste bron onbewuste bron
Wnr de maker v/d bron effectief de bedoeling Bronnen die niet de bedoeling hebben om verslag
heeft om verslag te doen van een gebeurtenis aan te doen maar toch heel wat info aanleveren voor
tijdsgenoten of aan het nageslacht. een historicus om het verleden te reconstueren.
Historicus baseert verhaal op historische feiten die aan bronnen ontleend worden.
Overblijfselen en overleveringen worden pas historische bronnen als ze kritisch bevraagd zijn door de
historicus. = historische kritiek
1.2.2 HISTORISCHE KRITIEK
DOEL: onderzoek naar de gezagswaarde van een (historische) bron
Bij het bestuderen van bronnen worden 2 kritieken oegepast.
uitwendige kritiek inwendige kritiek
bevraagt de omstandigheden waarin de bron tot bevraagt de bron inhoudelijk en peilt naar de boodschap
stand kwam en waarde van de bron
o oorsprongskritiek (wie? waar? wnr?)
o interpretatiekritiek (boodschap? wrm?)
o oorsprokelijkheidskritiek
o gezagskritiek
o ontleningskritiek (plagiaat?) > inlichtingskritiek
> geloofwaardigheidskritiek (subj./obj.)
o waardebepaling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisaartilesalcantara. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.94. You're not tied to anything after your purchase.