Samenvatting TOKLA II deel neuro-anatomie (Wim van den Broeck) . 2e bachelorvak diergeneeskunde aan UGent.
Gemaakt adhv de hoorcolleges gegeven door Wim van den Broeck.
- CZS is van ectodermale oorsprong
- Neurale plaat stulpt uit en vormt een neurale groeve, die centraal weer versmelt en zo een neurale
buis vormt met lumen.
- Sluiten van de buis gebeurt centraal en schuift dan verder naar craniaal en caudaal
- Vervolgens krijg je aan de craniale kant een sterke dilatatie → zo ontstaan er 3 primitieve
hersenblaasjes, waaruit de hersenen ontstaan:
, o Prosencephalon => telencephalon en diencephalon ontstaan hier uit.
▪ Telencephalon = links en rechts.
▪ Diencephalon = centraal.
o Mesencephalon = middenhersenen, als verbindingsstukje.
o Rhombencephalon => metencephalon en myelencephalon ontstaan hier uit.
▪ Metencephalon = pons ontstaat hier uit ventraal (dorsaal = kleine hersenen).
▪ Myelencephalon = medulla oblongata /verlengde merg ontstaat hier uit.
o Tegelijk met de differentiatie ontstaat er een kromming.
o Oorspronkelijke ruimte die ingesloten zit in de buis gaat ook dilateren → ontstaan
hersenventrikels.
▪ I en II staan in verbinding met III (thv diencephalon).
▪ III gaat via dun kanaal over in IV (thv metencephalon en myelencephalon).
Schema ontwikkeling:
3e kolom = belangrijkste structuren bij volledig volgroeid individu.
2.2 STRUCTURELE ELEMENTEN
Zenuwweefsel
- Neuronen = prikkel opwekken en geleiden.
o Geleiden = omkeren van membraanpotentiaal.
- Bij zenuwcellen kunnen spontane omkeringen van membraanpotentiaal
ontstaan = zenuwimpuls.
- Verschillende soorten neuronen:
▪ Meestal gepolariseerd: prikkel opvangen via dendrieten of
zenuwcellichaam → transport naar axon.
o Multipolaire neuronen = talrijke vertakte uitlopers (dendrieten) en
meestal 1 lang axon.
▪ Komen meeste voor.
o Bipolaire neuronen = meestal maar 1 uitloper (axon), maar
zenuwcellichaam heeft zich verlegd op verloop van axon → in midden
van axon.
▪ Ene deel zal prikkel ontvangen, functioneel dendriet.
, ▪ Andere deel zal prikkel geleiden, functioneel axon.
▪ Komen voor in retina, olfactorische mucosa, ganglion vestibulocochleare.
o Pseudo-unipolaire neuronen = zenuwcellichaam met 1 axon die zich splitst in kort en lang
deel:
▪ Kort deel = axon/telodendrion-zone.
▪ Lang deel = dendriet-zone.
o Unipolaire neuronen = 1 uitloper die functioneert als dendriet zone → komt alleen voor in
retina.
- Neurogliacellen = diverse groep, ectodermale oorsprong muv microgliacellen (mesodermale
oorsprong) → zenuwstelselbanen sturen bij ontwikkeling,
ondersteuning, bescherming en voeding.
o CZS = astrocyten (begeleiding banen) en oligodendrocyten.
o Microgliacellen = soort macrofagen van zenuwstelsel.
o Ependymcellen = aflijning vormen van ependymkanaal en
ventrikels.
o Plexus choroïdeus cellen = productie cerebrospinaal vocht.
o Schwann cellen = rond axonen voor myelinisatie.
o Satelliet cellen = thv ganglia, sensibel en motorisch.
Opbouw van zenuwstelsel = zenuwweefsel, bloedvaten en bindweefsel.
Morfologische opdeling:
- Centraal zenuwstelsel = grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg.
o Witte stof / substantia alba.
o Grijze stof / substantia grisea.
▪ Duidelijk te onderscheiden thv ruggenmerg, cerebellum en 2 hersenhemisferen.
Moeilijk thv mesencephalon en medulla oblongata (verlengde merg).
- Perifeer zenuwstelsel = zenuwen en ganglia.
o Efferente banen = centraal → perifeer, motorische banen.
▪ Spieren en klieren aansturen.
▪ Onderscheid tussen somatisch en autonoom.
• Somatisch: nooit ganglion
• Autonoom: altijd ganglion → altijd een synaps
o Afferente banen = perifeer → centraal, vaak sensibele vezels.
▪ Altijd een ganglia met daarin een pseudo-unipolair zenuwcellichaam (muv 8e
kopzenuw: bipolair) → nooit prikkeloverdracht, geen synaps.
Functionele opdeling:
- Somatisch = informatie van en naar lichaamswand, hiervan zijn we altijd bewust.
o Afferente prikkels =
▪ Exteroceptieve prikkels = prikkels die van buitenaf komen, zintuigelijke
waarnemingen.
▪ Proprioceptieve prikkels = prikkels komen uit lichaamswand zelf (spier en pezen) →
geven informatie over spanning in spier en pezen, bewust zijn van je
lichaamshouding.
o Efferent = vezels die vertrekken van uit centraal naar perifeer, met name spier →
motorische banen.
- Vegetatief (autonoom) = prikkels van en naar vegetatieve organen, onbewust.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ye-liremijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.