Psychologische Diagnostiek in de GGZ (Jan Derksen)
Contents
Proloog ..................................................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1: Wat is de psychologische diagnostiek? .............................................................................. 4
Hoofdstuk 2: Descriptieve psychodiagnostiek ......................................................................................... 5
Eerstelijnspsychologische diagnostiek ................................................................................................. 6
Hoofdstuk 3: Structurele psychodiagnostiek ........................................................................................... 7
Observatie ............................................................................................................................................ 7
Onderzoeksgesprekken ........................................................................................................................ 7
Hoofdstuk 4: Doel en proces van de psychologische diagnostiek ........................................................... 9
Het doel van psychologische diagnostiek ............................................................................................ 9
Psychodiagnostiek als een proces ........................................................................................................ 9
Methodiek van de psychologische diagnostiek ................................................................................... 9
Therapeutische diagnostiek ............................................................................................................... 10
Het klinische oordeel ......................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 5: Psychodynamische structurele diagnostiek ..................................................................... 11
Hoofdstuk 6: Psychologische tests ......................................................................................................... 16
Doelen van het gebruik van psychologische instrumenten ............................................................... 16
Testkeuze ........................................................................................................................................... 16
Valkuilen van testpsychologisch onderzoek ...................................................................................... 17
De actuele praktijk ............................................................................................................................. 17
De meest gebruikte psychologische test ........................................................................................... 18
Hoofdstuk 7: Indicatiestelling, verslaglegging en feedback ................................................................... 22
,Proloog
Wat diagnosticeren we?
Gedrag is een product van persoonlijkheid en omgeving; in de diagnostiek is het dan ook niet genoeg
om alleen op gedrag te focussen, omdat er zoveel andere belangrijke factoren zijn.
Omgeving:
o Sociaal
o Cultureel
o Fysiek
o Organisch
o Anorganisch
o Klimatologisch
Dus we diagnosticeren:
Bewuste en onbewuste psychische patronen (relatief stabiel; intelligentie)
Bewuste en onbewuste psychische processen (minder stabiel; emotieregulatie)
Psychologen diagnosticeren niet alleen stoornissen, maar werken vanuit patronen en
processen die als normaal beschouwd worden.
Wie diagnosticeert er?
Psychiaters en gezondheidszorgpsychologen:
Kader 1 Over psyche en gedrag
Isaac Newton: Leverde een meesterwerk voor de mechanica achter de psychologie, met
name de manier waarop hij materie definieerde
David Hume: Probeerde onderzoek naar de mensenlijke geest te doen dmv exacte
experimenten
John Broades Watson: Grondlegger van het behaviorisme. Zag de psychologie als de
experimentele tak van de natuurwetenschap, met als doel de predictie en controle van
gedrag. Watson geloofde in eliminatief materialisme: Mentale toestanten zijn taboe en
moeten uit het taalgebruik verdwijnen (stimulus en respons zijn de enige relevante termen).
Immanuel Kant: De psychologie kan niet bestudeerd worden als wiskunde en fysica,
fenomenen in de psychologie moeten geconstrueerd worden.
Wilhelm Max Wundt: Meer accent op psychische fenomenen (wat gebeurt er in de black
box?).
Wat is een psychische stoornis?
De DSM gebruikt het medische model: Je hebt een ziekte of niet, maar in de psychologie is dit niet zo
zwart op wit. De DSM-5 erkent dit, en probeert dit te overbruggen door het gebruik van dimensies.
Kader 2 DSM-5
Diagnose-behandelcombinatie (DBC): Een DBC bestaat uit een diagnose gebaseerd op de DSM-IV en
de activiteiten binnen het zorgtraject van maximaal een jaar, waarna een vervolg-DBC gestart kan
worden.
,In Nederland is het systeem zo ingericht dat aan iedere DSM-categorie een behandeling vasthangt,
inclusief vergoeding van de zorgverzekeraar. Dit is echter niet per se het juiste systeem, gezien het
systeem van de DSM het medische model is, wat niet compleet passend is binnen de psychologie.
Veranderingen DSM-4/5, o.a.:
Hoarding Disorder is nieuw
Disruptive Mood Dysregulation Disorder is nieuw
Asperger en PDD-NOS vallen nu onder Autism Spectrum Disorders
Obsessief-compulsieve stoornissen vallen niet meer onder angststoornissen
Onderscheid tussen depressie en rouw: Clinicus wordt aangeraden vooral op het gevoel van
eigenwaarde te letten
Over psychische aandoeningen
Neurose: Allerlei typen angsten, stemmingsstoornissen, psychosomatische klachten, afwijkend
gedrag, afhankelijke opstelling, piekeren, opkroppen, zoekmaken van pijnlijke emoties, overdreven
uitrdrukkings-en presentatiewijze, laag of hoog gevoel van eigenwaarde. Het aantal mensen met
neurotische klachten is toegenomen, maar dit komt doordat er een versnelde hulpvraag is. Mensen
met neurotische klachten komen hier vaak weer overheen, tenzij deze klachten zich binnen korte tijd
opstapelen. Neurotische trekken zijn de basis voor veel psychische stoornissen.
Stoornis: Structureel probleem in de normale psychische processen en patronen.
Ook bij extraverte mensen met een intensief temperament kunnen stoornissen optreden; zij
externaliseren hun psychische klachten ipv internaliseren. Het is belangrijk om dan vast te stellen wat
de onderliggende problemen zijn: angst, agressie of depressie bijvoorbeeld.
Kader 3 Wat is een ziekte?
Ziekte is ee toestand van een levend wezen waarbij een inbreuk op de gezondheid heeft
plaatsgevonden. Iemand die aan een ziekte lijdt is hierdoor beperkt in zijn of haar functioneren,
beleven en ervaren op elk vlak (somatisch, psychisch en sociaal). Lijden is overheersend in de
beleving van de patient. Omdat de term ziek duidt op een toestandsbeeld is het ongeschikt als
wetenschappelijke term of in de klinische praktijk.
Stoornis: Een verstoord normaal proces.
Ontogenese: Het onstaan in de individuele levensloop.
Fylogenese: Het ontstaan van een groep organismen.
In de psychologie moeten een stoornis en ziekte (het lijden) samen aanwezig zijn om tot behandeling
te komen.
, Hoofdstuk 1: Wat is de psychologische diagnostiek?
Klinische diagnostiek:
Beschrijvende diagnostiek: De problematiek wordt vastgelegd (symptomen, klachten,
waarneembaar gedrag). Geen oorzaken van de klachten. DSM
Verklarende diagnostiek: De psycholoog zoekt naar mechanismen die een rol spelen in de
aandoening:
o Predisponerende factoren: Kenmerken in een persoon/omgeving maken de
persoon gevoeliger voor het ontwikkelen van een stoornis
o Luxerende factoren: Aanleiding (waardoor de problematiek juist op dat moment
ontstaat)
o In stand houdende factoren: Waardoor de problematiek verergert/blijft
o Compenserende factoren: Waardoor de problematiek minder zichtbaar is
o Determinerende factoren: Verklaring voor het ontstaan van de aandoening
Voorspellende diagnostiek: Informatie over cliënt + wetenschappelijke kennis iets
voorspellen (e.g., recidivegevaar)
Menselijk gedrag wordt aangedreven door 2 cilinders:
1. Persoonlijkheid
2. Directe sociale, culturele en fysische klimatologische omgeving
Psychologische diagnostiek:
Het op descriptieve of structurele wijze met behulp van observatie, onderzoeksgesprekken
en psychoogische tests op begrip brengen van klachten, symptomen of andere aandoeningen
die lijdensdruk en een hulpvraag hebben opgeroepen
en tevens, indien geïndiceerd, een sterkte-zwakte-analyse van de persoonlijkheid levert
op basis waarvan een diagnostische hypothese wordt opgesteld over of en zo ja welk type
psychologische hulp geboden is.
Kader 4: Determinerende factoren
Overdeterminatie: Meerdere determinanten spelen mee.
Emoties: Primaire emoties die in de kindertijd opkomen en niet echt vergezeld gaan met cognities.
Gevoelens: Het resultaat van vroegkinderlijke emotieregulatie waarbij de emoties getransformeerd
worden naar gevoelens.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IrisUCR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.