INDELING VAN CEREBROVASCULAIRE AANDOENINGEN
- Bij plotse uitvalsverschijnselen van het CZS – die niet snel
bijtrekken, is er zeer wss een CVA
o = ‘beroerte’ = overkoepelende term voor verschillende
aandoeningen
o Onderverdeling:
§ Herseninfarcten (80%)
§ Hersenbloedingen (20%)
o Combo van beide treedt op wanneer er in het weke
infarctgebied in 2de instantie een bloeding optreedt =
hemorragische transformatie
- Wanneer de symptomen van een herseninfarct snel bijtrekken =
TIA
o Uitvalsverschijnselen duren niet langer dan 24u,
meestal zijn ze binnen het halfuur verdwenen
- SAB = aneurysmatische subarachnoïdale bloeding en CVST =
cerebrale veneuze sinustrombose zijn zeldzame vormen van
CVA – vaker op jongere leeftijd
- De meeste epi en subdurale bloedingen ontstaan primair door
een trauma (Hfdst 21)
OORZAKEN EN GEVOLGEN
EPIDEMIOLOGIE EN PROGNOSE
- In NDL: jaarlijks 40 000 personen voor de eerste keer een CVA
- Duidelijke toename in incidentie met stijgen vd leeftijd
- Ernstige aandoening, met hoog risico op overlijden en
zorgafhankelijkheid
- Overlijden: 2/3 door hart en vaatziekte, in 45% vd gevallen betreft
het een recidief CVA
- Vanaf 1980: vnl bij mannen een daling in sterfte na een
herseninfarct en ook na een SAB opgetreden, maar niet sterft
door intracerebrale bloedingen
RISICOFACTOREN
- Hypertensie = belangrijkste voor CVA, of het nu gaat om infarct of
bloeding
o Substantieel deel vd pt die een CVA krijgen is al bekend
met hypertensie
o Adequate behandeling leidt tot een verlaging vd kans op
recidief CVA met 25%
- Overige risicofactoren zijn verschillend tussen infarct en bloeding
- Als een CVA optreedt bij relatief jonge pt (<50j) zonder RF voor
hart en vaatziekten = young stroke, hier vaak een andere oorzaak
dan bij ouderen.
Belangrijk om naar zeldzame oorzaken te zoeken!
,- Bij een atypisch aspect van een bloeding, of bij relatief jonge
leeftijd moet altijd aanvullend onderzoek gedaan worden naar
een andere onderliggende oorzaak dan hypertensie vb.
metastase en vaatafwijking
- Later: amyloïd nogal eens de boosdoener
o Bij veel ouderen wordt amyloïd-beta 40, een
onoplosbaar eiwit, gestapeld in corticale en
leptomeningeale vaten
o Eiwit maakt de vaten bros en leidt zo tot cerebrale
amyloïdangiopathie (CAA)
o Bij een deel vd pt -> lobaire bloedingen
o Ook vaak asymptomatische microbloedingen in het
hersenparenchym
o Ook korte voorbijgaande neurologische
uitvalsverschijnselen mogelijk = amyloid spells
§ Zo is er een DD met TIA’s
o Met bepaalde MRI technieken (gradient echo of
susceptibility weighted imaging, SWI) zijn dergelijke
microbloedingen goed te zien
o CAA – kan tot dementie leiden
o Bij 70+: veelvuldig voor, niet altijd symptomen
§ De erfelijke variant van CAA = op jongere
leeftijd, wel klachten
D IA G N O S T IE K
KLINISCHE BENADERING
- Anamnese en KO in het acute stadium: vaststellen of de verschijnselen uiting zijn van
cerebrovasculaire aandoening of het gevolg zijn van een andere aandoening (hypoglycemie,
epilepsie, migraine, vestibulaire stoornis, functionele stoornis)
- Tegelijk kunnen andere relevante aandoeningen en RF die van belang zijn voor behandeling en
voor secundaire preventie opgespoord worden
- Klinische diagnose cerebrovasculaire aandoening berust op de aard vd uitvalsverschijnselen en
het acute begin
o Niet goed mogelijk om op klinisch gronden uit te maken of het bloeding of infarct is
§ Infarct: symptomen meestal te herleiden door uitval die past bij 1 arterieel
stroomgebied
§ Bloeding: niet altijd het geval
§ 10-15% vd pt heeft voor 1 of meerdere TIA’S
- Hersenbloeding: braken, hoofdpijn en snel optredende bewustzijnsdaling vaker dan bij infarct
o Maar de symptomen zijn niet specifiek, ook bij infarct mogelijk
o Ze helpen dus niet bij klinisch onderscheid
- Met oog op behandeling moet er daarom bij alle pt met een CVA in acute fase beeldvorming
gedaan worden
BEELDVORMING
, - CT: acute stadium, met grote zekerheid onderscheid
maken tussen infarct en bloeding (Fig 17.1)
o Voorkeur boven MRI, sneller, belangrijk voor
acute interventie, pt kan beter bewaakt
worden en minder CI
o Bloeding: een hyperdens gebied laten zien
o Infarct: acute fase niet perse zichtbaar (tenzij
contrast gegeven)
§ Pas na enkele dagen begint het zich
op CT af te tekenen, tot het later als
een afgegrensde hypodensiteit
zichtbaar is
- Op blanco CT in de acute fase: wel de gevolgen van
arteriële afsluiting zichtbaar (Fig 17.2 – niet in 18e
versie) = dense artery sign vd afgesloten arterie en
lichte corticale zwelling = loss of insular ribbon sign
- Met behulp van perfusie CT (CTP):
o IV contrast
o Omvang van infarcering wel in de acute fase
te meten door passagetijd van het contrast
en het bloedvolume in het hersenweefsel te
bepalen (fig 17.3 – niet in 18e versie)
- CT angiografie: occlusie vd intra en/of extracraniële
arteriën aantonen om mogelijkheden voor intra-
arteriële trombectomie na te gaan (fig 17.4 -17.2 in
18e versie)
- Net als CTP is MRI gevoelig voor vroege
veranderingen, zeker in de acute fase en vooral als
het om de achterste schedelgroeve gaat
o Dmv diffusiegewogen opnames kan
cytotoxisch oedeem in het kader van een
infarct direct aangetoond worden
§ Zo aanwezigheid vh infarct
vastgesteld wanneer blanco CT nog
geen afwijking laat zien (fig 17.5-
17.3 in 18e versie)
- Op grond van cerebrale beeldvorming zijn uitspraken
te doen over lokalisatie en uitgebreidheid, die van
belang zijn voor de waarschijnlijke oorzaak:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller katoendegroote. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.