Hoofdstuk 1, Begrip en aard van het internationaal publiekrecht
1.1 Inleiding
Globalisering, mobiliteit en technologische ontwikkelingen maken staten onderling afhankelijk van
elkaar en maken internationale samenwerking noodzakelijk. Het internationaal recht speelt daarbij een
belangrijke rol. Toch is het internationaal recht ook voor het nationale recht van afzonderlijke staten
van groot belang, omdat de reikwijdte en inhoud van nationaal recht in grote mate wordt bepaald door
internationaal recht. Een sterkte internationale rechtsorde biedt stabiliteit in internationale betrekkin-
gen, maakt het makkelijker om gemeenschappelijke belangen te behartigen en beschermt de relatief
zwakkere staten. Uit de Nederlandse grondwet blijkt een hoge waardering voor het internationaal
recht. Zo wordt de regering in art. 91 Gw opgedragen de ontwikkeling van de Nederlandse rechtsorde
te bevorderen, heeft internationaal recht in beginsel rechtstreekse werking (art. 93 Gw), en gaat het in
rang voor nationaal recht (art. 94 Gw). Kanttekeningen hierbij dat de steun voor internationaal recht op
gespannen voet kan staan met de traditionele verbondenheid van Nederland met de buitenlandse poli-
tiek van de Verenigde Staten en internationaal recht niet zonder meer voldoet aan de democratische en
rechtsstatelijke waarborgen die de Nederlandse rechtsorde kent.
Dit boek (en daarmee deze samenvatting) zal gaan over het principieel juridische karakter van
internationaal recht, de zelfstandige rechtsgebieden daarvan, diens rechtssubjecten en functies, de fun-
damentele beginselen die eraan ten grondslag liggen, en de wisselwerking tussen internationale en
nationale rechtsorden.
1.2 Geschiedenis
Internationaal publiekrecht heeft een lange geschiedenis, maar politieke organisatievormen waren
aanvankelijk te zwak om gecentraliseerd publiek gezag uit te oefenen en stabiele betrekkingen te on-
derhouden met andere entiteiten. Toen in Europa soevereiniteit van staten opkwam kreeg het internati-
onaal publiekrecht vooral de functie de co-existentie te bevorderen. Sinds de Vrede van Westfalen in
1848 kon onderscheid worden gemaakt tussen publiek gezag en private belangen en waren staten niet
langer onderworpen aan een hoger gezag (soevereiniteit). De oorsprong van het internationaal publiek-
recht ligt in de rechtsbetrekking die tussen deze soevereine staten ontstond. Aanvankelijk was dit
vooral Europees publiekrecht, maar met de kolonisatie werd het territoir uitgebreid. Het rechtssysteem
van de internationale rechtsorde werd pas daadwerkelijk universeel met de dekolonisatie als gevolg
van de aanvaarding van het recht op zelfbeschikking in het VN-Handvest. Na de tweede wereldoorlog
is de dominantie van soevereine en formeel gelijke staten afgenomen wegens de opkomst van bo-
vennationale vormen van organisatie (zoals de VN en de EU), en andere instituties zoals multinationa-
le ondernemingen.
1.3 Omschrijving
Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap,
kent bevoegdheden toe aan entiteiten die publiek gezag uitoefenen, en biedt een juridisch kader waar-
binnen zij deze bevoegdheden uitoefenen. De term ‘internationaal publiekrecht’ is in dit verband
nauwkeuriger dan de term ‘volkenrecht’.
Het internationale element onderscheidt internationaal recht van nationaal recht, afhankelijk
van de rechtsbron. De rechtsbronnen van internationaal recht zijn verdragen, besluiten internationale
organisatie, gewoonterecht en algemene rechtsbeginselen. Over de verhouding tussen de internationale
en de nationale rechtsorde bestaan twee opvattingen. Ten eerste kennen we de dualistische leer, die
ervan uitgaat dat de rechtsorden geheel gescheiden zijn wegens het primaat van de soevereiniteit van
staten. De monistische leer daarentegen gaat ervan uit dat er een rechtsorde bestaat waar zowel het
internationaal als het nationaal recht deel van uitmaken. Thans kan de relatie echter niet meer worden
weergegeven als louter dualistisch of louter monistisch, maar meer als pluralistisch: er is een niet-
hiërarchische ordening van naast elkaar staande rechtsordes met vele verschillende (typen van) acto-
ren. Wel blijft duidelijk dat er een formele scheiding bestaat tussen de nationale en internationale
rechtsorde: zij hebben hun eigen rechtsbronnen en zijn autonoom in die zin dat de ene rechtsorde niet
kan bepalen welke regels van toepassing zijn in de andere rechtsode (wegens de soevereiniteit en ge-
lijkheid van staten). Bovendien hebben beide rechtsordes eigen organen. Het formele onderscheid
vervaagt echter weer doordat modern internationaal recht in belangrijke mate betrekking heeft op de
rechtspositie van natuurlijke personen in plaats van staten en steeds meer betrekking heeft op onder-
werpen die ook door nationaal recht worden gereguleerd. Bovendien hebben veel staten hun rechtsor-
de opengesteld voor internationaal recht (zoals Nederland in art. 93 Gw).
Het publieke element onderscheidt internationaal publiekrecht van internationaal privaatrecht.
laatstgenoemde heeft betrekking op de rechtsbetrekking tussen particulieren uit verschillende staten en
regelt onder meer welk (nationaal) recht op die betrekking van toepassing is en welke rechter ter zake
bevoegd is (zie Boek 10 BW). Toch is de grens met internationaal publiekrecht niet scherp, omdat het
soms wenselijk is privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen te reguleren teneinde grensoverschrijdende
publieke langen te beschermen. Verder laten staten in steeds grotere mate publieke taken over aan
private instituties en kan worden betoogd dat internationaal publiekrecht zich voornamelijk richt op
rechtsbetrekkingen tussen gelijke partijen, namelijk staten.
Het juridische element onderscheidt internationaal publiekrecht van andere internationale
normen, zoals aanbevelingen van de Algemene Vergadering van de VN en morele en religieuze nor-
men. Deze normen zijn niet zonder waarde, omdat ze wel een gevoel van gerechtigheid weerspiegelen,
maar omwille van voorspelbaarheid, zekerheid en stabiliteit zijn afdwingbare rechtsnormen in de in-
ternationale rechtsbetrekkingen onmisbaar (deze opvatting wordt ook wel aangeduid als positivisme).
Verder onderscheiden juridische normen zich van andere normen doordat eerstgenoemde aan de niet-
naleving ervan een sanctie verbinden. Toch is de mate van afdwinging in de internationale rechtsorde
wegens het ontbreken van een centraal gezag zwak. De afdwinging van internationaal recht vindt
voornamelijk plaats via diplomatieke sancties (de reputatie van staten in internationale betrekkingen)
en toezicht, alsook via integratie van internationaal recht in de nationale rechtsorde.
1.4 Organisatie
Waar de nationale rechtsorde gecentraliseerd is, is een centraal gezag in de internationale rechtsorde
zwak ontwikkeld: het publiek gezag wordt voornamelijk door de staten zelf uitgeoefend. Deze decen-
trale opzet kan worden verklaard vanuit de soevereiniteit van staten en het recht op co-existentie.
Naast het recht van co-existentie hebben zich echter ook de verdergaande rechten van samenwerking
en integratie ontwikkeld, die actieve samenwerking op het gebied van grensoverschrijdende belan-
gen respectievelijk behartiging van grensoverschrijdende belangen op bovennationaal niveau veron-
derstellen. Art. 92 Gw opent de mogelijkheid om soevereiniteit aan een bovennationale organisatie,
zoals de Europese Unie (EU) over te dragen. De institutionele organisatie van de internationale rechts-
orde is wat verbrokkeld, aangezien veel instituties min of meer los van elkaar zijn belast met de ont-
wikkeling, toepassing en handhaving van het internationaal recht. Daarom organiseren staten zich ook
steeds meer op bovennationaal niveau (zoals via de EU). Toch is niet te verwachten dat staten geheel
zullen opgaan in dergelijke bovennationale organisaties, omdat dergelijke organisaties onvoldoende
krachtig zijn om de afzonderlijke staten te vervangen en omdat de homogeniteit tussen rechtssubjecten
ontbreekt.
1.5 Onderdelen
Het internationaal publiekrecht kent een algemeen en bijzondere delen. Het algemeen deel bestaat uit
overkoepelende (formele en fundamentele) beginselen en leerstukken, welke het kader bieden waar-
binnen staten en andere actoren afspraken kunnen maken op het gebied van bijzonder internationaal
publiekrecht. De bijzondere delen bestaan dan bijvoorbeeld uit internationaal strafrecht of handels-
recht. Dit boek zal zich richten op vier bijzondere delen, namelijk het recht betreffende de afbakening
van staatsgezag, het recht ter bescherming van individuen, het recht op het gebied van vrede en veilig-
heid en het recht dat ziet op de regulering van de economie en duurzame ontwikkeling. Het recht van
de EU kan worden beschouwd als een deel van het internationaal publiekrecht waarbij sprake is van
een relatief geïntegreerde rechtsorde. Wegens de verticale opzet van de EU spreekt men wel van een
supranationale rechtsorde (deelnemende staten hebben een deel van hun soevereiniteit aan de EU
overgedragen, waardoor de EU voor hen bindende beslissingen kan nemen). De EU is van belang voor
het internationaal publiekrecht omdat de structuurkenmerken ervan te herkennen zijn in het internatio-
naal publiekrecht als geheel, de EU een belangrijke actor is in het internationaal publiekrecht en de EU
van belang is voor de toepassing van internationaal recht in de lidstaten van de EU.
Rijksuniversiteit Groningen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller edwin7788. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.