Proefdierkunde
1 Wat is een proefdier?
Proefdier = ieder levend, gewerveld dier dat wordt gebruikt of voorbestemd is voor proefdoeleinden.
(ook vrij levende en/of zich voortplantende larvale vormen (vb: kikkervisje))
- Worden gekweekt bij een erkende fokker of leverancier
- Dieren die in het wild gevangen zijn, zwerfdieren, verloren, achtergelaten of verwilderde
dieren zijn GEEN proefdieren
- Niet – menselijke primaten (mensapen) zijn enkel toegelaten binnen bepaalde
toepassingsgebieden (uitzondering mogelijk: grondige wetenschappelijke motivatie)
o Men moet proberen zo laag mogelijke diersoorten te gebruiken
3 Aantal proefdieren
- Verenigd koninkrijk: +/- 2,8 miljoen
- Duitsland: +/- 2,1 miljoen
- Frankrijk: +/- 1,8 miljoen
- Spanje: +/- 0,8 miljoen
- Italië: +/- 0,6 miljoen
- België: +/- 0,55 miljoen
- Nederland: +/- 0,4 miljoen
- Zweden: +/- 0,3 miljoen
- Denemarken: +/- 0,25 miljoen
- Ierland: +/- 0,20 miljoen
Totaal: jaarlijks >12 miljoen proefdieren opgeofferd (wegens kweekoverschot)
4 Wat is een dierproef?
Dierproef =
- Het gebruiken van een proefdier voor experimentele en andere wetenschappelijke
doeleinden waarbij het dier ongemak kan ondervinden.
- Iedere handeling die leidt tot ontwikkeling van een genetisch gemodificeerde lijn
(gemanipuleerd) (VB: gen missen of gen teveel)
, - Behoud van een genetisch gemodificeerde lijn waarvan het fenotype leidt tot een ongemak
(= kweken van dier met pijnlijk fenotype door genetisch gemodificeerde lijn)
GEEN dierproef =
- Een dier observeren in de natuur
- Een dier doden
- Proeven op dode dieren
- Proeven op ongewervelde dieren (uitz. Inktvissen)
Ongerief =
- Minimale pijndrempel = prik van een naald
- Geven van stress, alleen zijn , angst , ziekte, speciale voeding
- Schaal:
o P1: beperkt leiden (vb: af en toe injectie)
o P2: matig leiden (vb: chirurgische ingreep, ziek maken)
o P3: ernstig leiden (vb: hartinfarct, beroerte veroorzaken, dier verlammen)
o Terminaal leiden: dier onder narcose tijdens experiment en opgeofferd voor het
ontwaakt
- Verplicht om ongerief te beperken
5 Waarom dierproeven?
- Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek = kennis vergaren over hoe mens en dier in
elkaar zitten (VB: onderzoeken welke ziekten een nieuw ontdekt virus veroorzaakt bij mens
en dier)
- Toegepast wetenschappelijk onderzoek = er wordt een bepaalde toepassing aan het
onderzoek gekoppeld (VB: vaccinstudie)
Ongeveer 9/10 proeven zijn voor wetenschappelijk onderzoek
- Reglementair en routineproductie = veiligheid en toxiciteitstesten (VB: geneesmiddelen
testen (niet de werking))
- Onderwijs (VB: chirurgische technieken testen)
- Onderhouden van kolonies (VB: pijnlijk fenotypen kweken)
Specifiek voor de farmaceutische industrie: (geneesmiddelen moeten getest worden op veiligheid
voor ze mogen toegediend worden)
- Algemene toxicologie
o Is een nieuw geneesmiddel toxisch?
o Men dient een enkelvoudige dosis toe (single dose)
Hiermee probeert men de maximaal tolereerbare dosis te achterhalen (men
geeft een proefdier een lage dosis, het volgend dier een hogere dosis, …)
(wanneer wordt het toxisch)
2 toediengswijzen (VB: injectie en oraal)
Min. 2 verschillende proefdieren (VB: knaagdieren en een niet – knaagdier)
o Men dient een meervoudige dosis toe (repeated dose)
Subchronisch = over een periode van enkele dagen of weken
Chronisch = over een periode van meerdere maanden
o Wat wordt er opgevolgd?
Is er mortaliteit bij het toedienen (is het geneesmiddel toxisch)
, Is er mortaliteit na verloop van tijd (VB: mortaliteit na 3 de dosis)
Klinische observaties (gedrag bekijken) (VB: dier zit heel stil na het
toedienen, wil niet meer eten, …)
Lichaamsgewicht: daling van 10% of meer toxisch product!
6 Effecten: (= safety pharmacology)
- Centraal zenuwstelsel
o Testen van sensorische functies en reflexen
Visual placing reflex: proefdier wordt boven het rooster van een kooi
gehouden (normaal gezien strekt het dier dan zijn poten)
Eyeblink reflex: met voorwerp de oogbol raken (dier moet knipperen)
Pinch reflex: pijnprikkel geven (dier moet poot terugtrekken) (wordt ook
gebruikt om te controleren of het dier onder narcose is)
Hindlimb exstension reflex: dier wordt via de staart omhoog getilt (dier moet
achterpoten spreiden van het lichaam weg)
o Testen van de spierkracht
Meting grijpkracht: dier wordt vastgehouden aan de staart en moet een
rooster vastgrijpen dat vastgemaakt is aan een meettoestel, daarna wordt
aan de staart getrokken waardoor hij zich telkens harder zal moeten
vastgrijpen
Wire suspension test: dier wordt met zijn voorpoten aan een horizontale
draad gehangen en er wordt gemeten hoelang het zier zich kan vasthouden
(dier wordt aan de staart vastgehouden zodat het zich geen pijn doet als het
valt)
o Testen van motorcoördinatie, evenwicht, behendigheid, ataxie (ledenmaten
bewegen op een onregelmatige wijze)
(Accelerating) rotarod: het dier wordt op een buis die ronddraait geplaatst,
de buis is verdeeld in verschillende compartimenten door dwarsschijven. Er
wordt getimed hoelang het dier op de buis kan blijven zitten (accelarating =
de buis wordt versnelt)
Stationery beam test: vaste staaf (soms dun balkje) met aan de andere kant
een donker holletje (dier moet over de buis richting het donker holletje
lopen, er wordt ook getest hoelang dit duurt)
Treadmill: loopband voor dieren, er wordt getest of de dieren goed bewegen
(als de dieren niet willen bewegen, wordt er een rooster met stroom achter
de loopband geplaatst)
Stap analyse: inkt aanbrengen op de pootjes van het dier en over een papier
laten lopen richting een donker holletje (afdruk kan geanalyseerd worden)
Catwalk: zelfde als de stapanalyse, maar dan zonder inkt en het dier moet
over een glasplaat lopen (elk voetstapje op de glasplaat wordt geregistreerd
op een computer, deze maakt dan ook een grondige analyse)
o Testen van cognitieve functies (denkproces, geheugen): Aanleren van handelingen:
wordt dit onthouden? Gebaseerd op:
Positieve versterking: beloning wanneer het iets juist doet (VB: snoep)
Negatieve versterking: straffen wanneer het iets fout doet (VB:
elektrische stroomstoot)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laureduchene58. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.29. You're not tied to anything after your purchase.