Dit is een volledige cursus / samenvatting voor het vak Gerechtelijk recht gedoceerd door prof. Van Doninck. Deze samenvatting bevat alle uitgeschreven dia's en leerstof om te kunnen slagen voor het examen.
HOOFDSTUK 1: BEGRIPOMSCHRIJVING, BESTAANSREDEN EN KENMERKEN
1.1 BEGRIPOMSCHRIJVING
Gerechtelijk recht in ruime zin: “de verzameling van alle rechtsregels die het de rechtzoekenden mogelijk
maken hun geschillen, ongeacht de aard ervan, bij toepassing van de regels van het materieel recht, te laten
beslechten door een rechter of een scheidsrechter of hun conflicten te laten oplossen.” – het gerechtelijk recht
is het oplossen van geschillen, maar dit kunnen we nog eens indelen in het fiscaal procesrecht, tuchtprocesrecht
enz. Maar wij gaan het hebben over het burgerlijk procesrecht.
Rechter = persoon die geschillen moet oplossen en die daarvoor door de OH is benoemd/aangesteld
Scheidsrechter = arbitrage
Formeel recht = gaat om de vorm van het beslechten van geschillen: gerechtelijk
privaatrecht/burgerlijk procesrecht <> materieel recht: strafrecht, fiscaal recht burgerlijk recht
1.2 BESTAANSREDEN
Burgerlijk procesrecht/gerechtelijk privaatrecht = is een tak van het (ruimere) gerechtelijk recht. Het biedt
formele regels tot bindende beslechting van privaatrechtelijke geschillen door de rechtelijke macht – het kan
ook een overheid zijn die met een burger een gerechtelijk geschil heeft, dan wordt dit beheerd door het
burgerlijk procesrecht (het moeten dus niet noodzakelijk particulieren zijn).
Gaat niet noodzakelijk over geschillen tussen particulieren, kan ook: geschil particulier – OH. BV: Valentijn
heeft een parkeerboete opgelopen maar wilt dit betwisten want de automaat werkte niet. Deze betwisting heeft
als verhouding: particulier – overheid maar is nog steeds privaatrechtelijk waardoor dit bij de vrederechter moet
opgelost worden.
Die geschillen worden beslecht door de rechterlijke macht, dus de gewone hoven en rechtbanken, aan de hand
van formele regels en worden op bindende wijze beslecht, het is niet GRATIS – u mag verwachten dat het geschil
op bindende wijze wordt beslecht door een vonnis gevolg = gezag van gewijsde en uitvoerbare kracht van een
rechterlijke beslissing
- Gezag van gewijsde van een rechterlijke beslissing: als de rechter beslist heeft, dan kan dezelfde zaak
tussen dezelfde partijen over dezelfde geschilpunten aan die rechter worden voorgelegd. Het verhindert
de rechter om opnieuw over dat een uitspraak te doen men kan wel nog steeds een rechtsmiddel
aanwenden.
- Uitvoerbare kracht van een rechterlijke beslissing: als een van de partijen zich niet neerlegt bij wat
de rechter beslist heeft, dan kan de partij die in het gelijk is gesteld die beslissing afdwingen ten aanzien
van de partij die in het ongelijk is gesteld = gedwongen tenuitvoerlegging = uitvoerbare kracht.
1
,Gemeen recht voor alle rechtspleging (art. 2 Ger. W.) tenzij anders bepaald door bijzondere wetten –
vroeger wilde de auteurs al deze regels onderbrengen in één wetboek en dat ze één werden gemaakt.
Ongeacht de rechtspleging willen we dat de regels van het Ger.W. het uitgangspunt worden bij het
behandelen van een zaak.
Art. 2 Ger. W.: De in dit wetboek gestelde regels zijn van toepassing op alle rechtsplegingen, behoudens
wanneer deze geregeld worden door niet uitdrukkelijk opgeheven wetsbepalingen of door
rechtsbeginselen, waarvan de toepassing niet verenigbaar is met de toepassing van de bepalingen van
dit wetboek.
Het gerechtelijk wetboek heeft een ruimte draagwijdte gekregen door de wetgeving. In principe van
toepassing op alle rechtsplegingen behalve wanneer bepaald probleem wordt geregeld door een ander
artikel/rechtsbeginsel dat onverenigbaar is met civiel procesrecht. BV: hoe moet je de rechter wraken
als je een probleem hebt in het strafrecht? Dat kan je niet terugvinden in het strafwetboek. Je moet gaan
kijken naar het gemeen recht: Ger. W. Wanneer er een leemte is in de wetgeving is het Ger. W. van
toepassing
Voorkomen (verbod op) eigenrichting (art. 5 Ger. W.)
Dit betekent dat men moet voorkomen dat mensen recht in eigen handen nemen (partijen mogen niet
eigen recht verschaffen). – indien ze een geschil hebben waarin rechten ter discussie staan worden zij
geacht op de overheidsrechter beroep te doen om dat geschil te beslechten, ze mogen dit niet zelf doen.
Art. 5 Ger.W. stelt dat de rechter de rechtspleging niet mag weigeren, rechtsweigering is een nauw
omschreven begrip, de rechter mag niet weigeren om recht te doen bv. omdat de wet duister is en ook
als de wet duister is moet hij aan de hand van die wet het geschil beslechten, hij mag zich er niet achter
schuilen VB.: stel dat je een zaak bij de rechter aanhangig hebt gemaakt en je hebt als partijen de zaak
in gereedheid gebracht dit wil zeggen dat je hebt geconcludeerd. Je hebt als partij conclusie genomen en
de tegenpartij ook, je hebt je bewijstukken uitgewisseld. Je wacht nu dus op een rechtsdag bepaling,
maar die rechtsdag komt maar niet; is dit dan rechtsweigering? NEE, de partijen kunnen dit denken
omdat ze niet het vonnis krijgen dat uitspraak zal doen over hun geschil maar dit is GEEN weigering
sensu stricto zoals wordt verwezen in het Ger.W.
Dient voor de handhaving van maatschappelijke orde, rust en vrede. De rechtzoekende is verplicht om
beroep te doen op de rechtspleging = vooraf bepaalde en formele wijze van procederen
Concrete toepassing van materieelrechtelijke regels op individuele geschillen (= rechtspraak)
Rechtspraak zijn de beslissingen van hoven en rechtbanken. Rechtspraak draagt bij tot aanpassing
materiaal recht aan behoeften van een snel evoluerende samenleving = het product van de rechterlijke
activiteit.
2
, 1.3 KENMERKEN VAN HET BURGERLIJK PROCESRECHT
§ 1. Publiek en privaatrecht
Partijbelang – algemeen belang (Verslag Van Reepinghen, Parl.St. Senaat 1963-64, nr. 60, 213: “l’oeuvre
d’intérêt général qu’est celle de la justice”) = van algemeen belang, de goede rechtsbedeling – als je het hebt
over de beslechting van geschillen tussen rechtsonderhorigen is dat iets wat het privaatrecht overstijgt, dus
eigenlijk is het gerechtelijk privaatrecht een slecht gekozen term het kan zowel van publiekrechtelijke als
privaatrechtelijke aard zijn (rol OM, rechtelijke organisatie).
- OM in burgerlijk proces adviserende rol: rechter moet in bepaalde gevallen advies inwinnen van OM
- Rechterlijke organisatie: regels raken OO en publiekrechtelijke aspecten
§ 2. Dienend
Partijbelang (effectuering subjectieve rechten, vrijheden en belangen) - algemeen belang (herstel
maatschappelijke vrede, dit is het doel van de rechtspraak) – het burgerlijk procesrecht staat den dienste van de
partijen die hun recht willen halen, die willen dat de rechter hen recht verschaft, maar het staat ook ten dienste
van een algemeen belang.
- Geen minnelijke oplossing mogelijk? Burgerlijk procesrecht noodzakelijk om regels materieel recht te
doen naleven en om geschil op te lossen
- Goede rechtsbedeling bewerkstelligen: zo goed, vlot en eerlijk mogelijk verlopen = in belang van
rechtzekerheid en van rechtzoekende = dus: goede rechtsbedeling
- Goede rechtsbedeling = algemeen beginsel vervat in art. 6 EVRM
- Sanctierecht = handhavingsrecht: handhaving materieel recht ter vrijwaring van de rechtstaat. Dit is de
kern en het doel van het procesrecht
- Dienende functie: dient het materieel recht
§ 3. Formalistisch
Formele regels met oog op een behoorlijk, dit is voorspelbaar procesverloop (rechtszekerheid, “la forme, soeur
jumelle de la liberté”) = reglementering vereist om het gerecht te organiseren en goed te laten functioneren –
met de partijen op voorhand afspreken wat de spelregels gaan zijn, je wil op voorhand de regels kennen en ze
moeten duidelijk zijn en mogen niet zomaar gewijzigd worden.
- Legaliteit (gesloten systeem van sanctionering, art. 860 Ger.W.) en proportionaliteit (art. 861 Ger.W.)
– legaliteit moet centraal staan, voor de totstandkoming van de Ger.W. was het de rechter die bepaalde
of er bij inbreuk op regels van procesrechtelijke een sanctie zou worden uitgesproken en zo ja, welke
sanctie dit zou zijn MAAR het Ger.W. heeft komaf gedaan met deze rechterlijke vrijheid en koos voor
een gesloten systeem waarbij het Wetboek bepaalt welke de regels zijn en wat de sancties zijn / daarnaast
kunnen sancties maar opgelegd worden wanneer ze evenredig zijn met de inbreuk op een formele regel.
- Doelmatig formalisme: procesvoorschriften toepassen naar hun finaliteit (zie wijlen art. 867 Ger.W.,
“normdoel’) – deformalisering tendens = men maakt niet volledig komaf met de formele regels maar
men wil dat ze op een doelmatige manier worden ingevuld en geïnterpreteerd, rekening houdend met
hun finaliteit zekere mate van formalisme nodig om procesvoering ordentelijk te laten verlopen.
*Er moeten geen sancties worden uitgesproken wanneer de regels hun doel bereikt hebben
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vubrechtenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.86. You're not tied to anything after your purchase.