Door regelgeving in het strafrecht wordt duidelijk welke menselijke gedragingen ontoelaatbaar of
onrechtmatig zijn. Het strafrecht heeft als doel om gehoorzaamheid af te dwingen en de burgers in de
maatschappij te beschermen, door gedragingen strafbaar te stellen. De bepalingen in het strafrecht
zijn rechtsnormen die voor iedereen gelden. Een ander doel van strafrecht is het begaan van strafbare
feiten te verminderen.
Eigenrichting = Recht in eigen hand nemen, zonder de daartoe geëigende rechtsgang te
bewandelen
Eigenrichting is verboden. In de wet is precies geregeld hoe rechtsnormen in het strafrecht moeten
worden gehandhaafd. Een persoon tegen wie ernstige vermoedens bestaan dat hij een strafbaar feit
heeft gepleegd, kan, tegen zijn wil, zijn vrijheid worden ontnomen. De rechter onderzoekt of
voldoende is bewezen dat de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd, of dit in strijd is met het
recht en of de daad deze verdachte te verwijten is. Bovendien controleert hij of het toepassen van
dwang door de overheid, noodzakelijk was en of dwang en geweld terecht zijn toegepast.
Professionals in zorg en welzijn kunnen te maken krijgen met cliënten die direct of indirect in
aanraking zijn gekomen met het strafrecht. Een professional moet inhoudelijke kennis hebben van
datgene wat een dader of slachtoffer meemaakt in een strafprocedure en hun rechten kennen.
14.1 Strafbaarheid
Als iemand een wettelijke regeling overtreedt en daar staat een straf op, dan begaat deze persoon
een strafbaar feit, oftewel delict. In de wet staat precies aangegeven welke menselijke gedragingen
een strafbaar feit opleveren. Een persoon kan alleen hebben gehandeld of met andere personen: er
kunnen dus mededaders zijn. Iemand kan ook een gedeelte van een delict hebben gepleegd of juist
een ander hebben aangezet tot het plegen van een strafbaar feit.
14.1.1 Bescherming betrokkenen binnen het strafrecht
Het strafrecht kan zeer ingrijpend zijn voor de mensen die hiermee in aanraking komen. Zowel
slachtoffers en nabestaanden als de verdachte. Omdat het in aanraking komen met het strafrecht zo
ingrijpend is, zijn er allerlei voorschriften waaraan personen die strafbare feiten opsporen, zich
moeten houden. Dit is nodig om verdachten te beschermen.
Het strafecht is het resultaat van een eeuwenlange ontwikkeling. Er staan principes in waar mensen
in het verleden voor hebben gestreden, zoals het legaliteitsbeginsel en het Ne bis in idem beginsel.
Legaliteitsbeginsel = Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande
wettelijke strafbepaling; Iemand mag niet worden veroordeeld voor een strafbaar feit als dit
feit niet in de wet staat beschreven.
Ne bis in idem beginsel = iemand kan niet tweemaal voor hetzelfde feit worden gestraft
14.1.2 Strafbepalingen
In het Wetboek van Strafrecht (Sr) en andere wettelijke regelingen staan gedragingen van personen
die verboden zijn, oftewel strafbepalingen. Er staat ook beschreven wat voor soort straf er gegeven
kan worden en de maximale hoogte van de straf.
,Misdrijven en overtredingen
De strafbare feiten worden verdeeld in misdrijven en overtredingen. Een misdrijf is vaak een ernstiger
delict dan een overtreding. In het schema is het verschil te zien tussen misdrijven en overtredingen.
Misdrijven Overtredingen
Behandeling door de rechtbank Behandeling door de kantonrechter
Opneming in het Justitieel Opneming in het Justitieel
Documentatiesysteem bij behandeling proces- Documentatiesysteem van bepaalde
verbaal overtredingen en beslissingen
Sanctie is gevangenisstraf Sanctie is hechtenis
Voorbereiden van een misdrijf kan strafbaar zijn Voorbereiden van een overtreding is niet
strafbaar
Medeplichtigheid is mogelijk Medeplichtigheid is niet mogelijk
Poging tot het plegen van een misdrijf is Poging tot het plegen van een overtreding is
strafbaar niet strafbaar
Het recht tot strafvordering vervalt door Het recht tot strafvordering vervalt door
verjaring in zes, twaalf, twintig jaar of niet verjaring in drie jaar
Er gelden geen verjaringstermijnen voor het recht op strafvervolging voor moord, misdrijven met een
gevangenisstraf van maximaal twaalf jaar of meer en voor zedemisdrijven gericht tegen kinderen,
waar een gevangenisstraf op staat van maximaal acht jaar of meer. De verjaringstermijnen voor alle
andere misdrijven met een gevangenisstraf van maximaal acht jaar of meer is 20 jaar.
Strafbare poging en strafbare voorbereiding
Een persoon kan worden veroordeeld voor een poging tot het plegen van een misdrijf als aan drie
voorwaarden is voldaan.
Voorwaarden:
1. De dader moet de bedoeling hebben gehad een strafbaar feit te plegen
2. Er moet een begin van uitvoering van het misdrijf zijn gemaakt
3. De dader heeft zelf niet in de hand gehad dat het misdrijf is mislukt. Als het aan hem had
gelegen, zou het misdrijf zijn gepleegd
Sommige voorbereidende handelingen zijn ook strafbaar gesteld. Het gaat dan om handelingen
waarbij de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten en vervoermiddelen
bestemd tot het begaan van een misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of
voorhanden heeft, oftewel strafbare voorbereiding.
14.1.3 Strafbaar feit
Een dader heeft een strafbaar feit gepleegd als duidelijk is dat hij alles wat in de strafbepaling staat
vermeld, heeft gedaan. In het strafrecht wordt de omschrijving in de strafbepaling de
delictsomschrijving genoemd. De bestanddelen van een delictsomschrijving vormen de basis om te
bewijzen of iemand een delict heeft gepleegd.
Bij de opsporing van strafbare feiten verzamelen opsporingsambtenaren (politieagenten)
bewijsmiddelen in opdracht van de OvJ.
Bewijsmiddelen = Middelen die bewijzen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft
begaan en die de rechter vervolgens gebruikt om iemand te kunnen veroordelen
, Een verdachte is pas strafbaar als voldoende is bewezen dat aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
Er moet sprake zijn van een menselijke gedraging. Het gaat om een wil tot handelen of
nalaten van handelen
Het moet duidelijk zijn dat de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd; alles wat in de
delictsomschrijving staat vermeld, moet zijn bewezen
Het moet duidelijk zijn dat de verdacht het feit wederrechtelijk (onrechtmatig) heeft
gepleegd. Dit wil zeggen dat het feit in strijd is met het recht
Het moet duidelijk zijn dat de verdachte schuld heeft gehad aan het strafbare feit; de
gedraging moet hem te verwijten zijn
De derde en vierde voorwaarde noemt men elementen als zij niet onderdeel zijn van een
delictsomschrijving; het zijn ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen.
14.1.4 Strafuitsluitingsgronden
Er kunnen redenen zijn dat de verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd, maar toch niet
wederrechtelijk (onrechtmatig) heeft gehandeld of schuld heeft. Deze redenen worden de
strafuitsluitingsgronden genoemd. Is er sprake van een strafuitsluitingsgrond, dan is de verdachte
niet strafbaar voor het delict dat hij heeft gepleegd. De strafuitsluitingsgronden bestaan uit
rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.
Rechtvaardigingsgronden
De verdachte kan in een bepaalde situatie de wet overtreden en een strafbaar feit plegen, maar
aangeven dat wat hij deed te rechtvaardigen was. Vindt de rechter dat er sprake is van een
rechtvaardigingsgrond en wordt het excuus van de verdachte aanvaard, dan is de verdachte niet
strafbaar. De rechter zal in dit geval de verdachte ontslaan van rechtsvervolging.
Ontslaan van rechtsvervolging = Beslissing van de rechter als hij vindt dat de verdachte het
ten laste gelegde feit wel heeft gepleegd, maar dat dit feit (zoals in geval van noodweer) of de
verdachte (zoals bij psychische stoornis of noodweerexces) niet strafbaar is
De bekendste rechtvaardigingsgrond is noodweer. Dan heeft de verdachte gebruikgemaakt van het
recht om zich te verdedigen. Het is moeilijk om aan te geven waar de grens ligt bij noodweer, maar er
zijn een aantal criteria opgesteld die een rol spelen voor het accepteren van noodweer, namelijk:
Er moet sprake zijn van een concrete, echte aanval of aanranding waartegen iemand zichzelf
moet beschermen, angst is niet voldoende
Tussen de aanval van de ander en de reactie van de verdachte die zich op noodweer beroept
mag niet veel tijd verstrijken. De verdachte moet onmiddellijk hebben gereageerd, hij mag
geen tijd hebben gehad om na te denken
Het middel waarmee een verdachte zich heeft verdedigd, moet in houding staan met de ernst
van de daad
De andere rechtvaardigingsgronden zijn: overmacht in de zin van noodtoestand, wettelijk voorschrift
en bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Schulduitsluitingsgronden
Als de rechter van mening is dat de verdachte geen schuld heeft vanwege een
schulduitsluitingsgrond, dan is de verdachte niet strafbaar. Als het hem niet verweten kan worden,
volgt in de meeste gevallen ontslag van rechtsvervolging.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AvansSociaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.