OSTEOLOGIE EXAMENVRAGEN ABS II
Bespreek de fonteinstreek bij het paard (ligging, functie, structuren) + teken de fonteinstreek
Het tarsocruraal gewricht heeft een grote dorsale uitzakking die gelegen is tussen de eindpees van de m. Fibularis
tertius en de mediale collateraal band en proximaal van de spatpees. De v. Saphena medialis ramus cranialis loopt hier
oppervlakkig. In deze regio kan de fonteinstreek teruggevonden worden. De fonteinstreek is de regio waar een
gewrichtspunctie bij het paard uitgevoerd kan worden. Dit wordt gedaan door 2-3 vingers distaal van de mediale
malleolus een naald horizontaal en in planto laterale richting in te brengen, net lateraal of mediaal van de v. Saphena
medialis cranialis.
Op deze locatie zit zeer veel druk op het gewrichtskapsel waardoor, wanneer met een naald gepuncteerd wordt, het
gewrichtsvloeistof er als een ‘fontein’ uit zal spuiten. Wanneer het paard een ontsteking heeft ter hoogte van de tarsus
zal er een toename zijn in het gewrichtsvocht waardoor de druk ook toegenomen is, het gewrichtsvocht zal er nog
sneller uitspuiten.
De tarsus bestaat uit drie rijen beentjes een:
Krurale rij
Omvat dorsomediaal de talus en lateroplantair de calcaneus. De talus draagt dorsoproximaal twee evenwijdige
beenkammen (trochlea tali proximalis) die artikuleren met de cochlea tibiae. Deze lopen bij het paard schuin
distolateraal. Mediaal wordt er een epicondyl gezien, het tuberculum tali. De calcaneus vormt de basis van de hiel
eindigt proximoplantair op een processus calcanei waarop een tuber calcanei staat. Zijn basis draagt mediaal het
sustentaculum tali dat achter de talus uitsteekt en waarop plantair een peesgleuf te vinden is (sulcus tendineus m.
flex. hallucis longi). Dorsolateraal situeert zich een proc. coracoideus in de richting van de talus, waarmee die dan ook
articuleert. De gewrichtsvlakten met de calcaneus bevinden zich plantair en lateraal. Tussen talus en calcaneus is er
bij het paard weinig beweeglijkheid (4 gewrichtsvlakken of facies articulares calcaneae).
Zjdelings zijn er bandgroeven maar alleen bij Eq is er mediaal een epikondyl, de calcaneus articuleert distaal met het
os tarsale IV.
Intertarsale rij
Bevat slechts één beentje, het os tarsi centrale, vormt bij het Eq gewricht met het tarsale III en I + II.
Metatarsale rij
- os tarsale I + II = spatbeentje = os cuneiforme mediointermedium
- os tarsale III (dat het os tarsi centrale draagt)
- os tarsale IV (dat twee rijen hoogte inneemt)
Gewrichtsbanden
- Ligamentum collaterale tarsi laterale longum. Loopt van malleolus lat → proximolateraal op de metatarsus.
- Ligamentum collaterale tarsi laterale breve. Loopt van malleolus lat naar de calcaneus
- Ligamentum collaterale tarsi mediale longum. Loopt van de malleolus med → proximomediaal op metatarsus.
- Ligamentum collaterale tarsi mediale breve. Loop van de malleolus med → talus en calcaneus
- Ligamentum tarsi dorsale obliquum. Loopt van mediaal talus → mediale en axiiale beentjes tarsus/metatarsus.
- Ligamentum plantare longum. Van plantair van de calcaneus → laterale beentjes van tarsus en metatarsus. Is
het sterkste ligament van talrijke (verder kleinere) ligg tarsi plantaria.
- Longitudinale banden: ligg interordinarii = verbindingen tussen elke twee buurbeentjes van dezelfde rij.
, Waarom komt een patellaluxatie frequenter voor bij kleine hondenrassen?
Een patellaluxatie komt vaker voor bij kleine huisdieren omdat zij een kleinere spiermassa hebben (Maltezer, Yorkshire
terriers). Het komt bijna niet voor bij grote hondenrassen omdat de spiermassa de patella zal stabiliseren. Een
patellaluxatie komt bijvoorbeeld niet voor bij het paard, het paard heeft namelijk drie patellabanden. De centrale,
mediale en laterale patellaband gaan ervoor zorgen dat de patella volledig gestabiliseerd wordt. Een hond heeft maar
één patellaband die van de distale rand van de patella naar de tibia loopt.
Wanneer een patella luxatie zich voor doet zal deze uit de trochlea ossis femoris gaan. Dit gebeurt meestal aan de
mediale zijde. De behandeling is het terugplaatsen van de patella om deze vervolgens zoveel mogelijk te fixeren, dus
zo dicht mogelijk tegen de trochlea ossis femoris te houden door er een korset omheen te maken. Het omliggende
weefsel wordt hierdoor aangespannen. Een patellaluxate is vaak te wijten aan een ondiepe trochlea ossis femoris.
De knieschijf is een sesambeen in de eindpees van de m. quadriceps femoris. Het bestaat uit een apex en corpus.
Gewrichtsvlakte (facies articularis) articuleert met de trochlea femoris. De ruwe voorvlakte (facies cranialis) ligt onder
de huid. De patella van de hond is craniaal gebogen en tweemaal zo lang als breed. Zijn basis is spitser dan de distale
apex en er is meestal een fibrocartilago suprapatellaris én fibrocartilago parapatellaris lateralis én medialis.
De patella kent bilateraal de femero-pattelaire banden en een patella band die start op de apex van de pattela en zal
eindigen op de sulcus tuberositas tibiae.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TMdgkstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.17. You're not tied to anything after your purchase.