Uitgebreide samenvattingen van de literatuur voor studiedag 6 (Cognitieve technieken & zelfmodificatie) van de opleiding 'Basiscursus Cognitieve Gedragstherapie Kind & Jeugd' van Forta Opleidingen. De volgende literatuur is hierin te vinden:
* H3 (Specifieke aspecten van cognitieve therapie) uit ...
Literatuur dag 6, Basiscursus Cognitieve Gedragstherapie Kind &
Jeugd
Inhoudsopgave
Boek: Cognitieve Therapie, Theorie en praktijk (Bögels & van Oppen, 2019)..............................................................2
Hoofdstuk 3, Specifieke aspecten van cognitieve therapie...............................................................................................2
3.1. Inleiding.....................................................................................................................................................................................................2
3.2. Niveaus van cognities......................................................................................................................................................................2
3.3. Opsporen van assumpties............................................................................................................................................................2
3.4. Uitdaagtechnieken...........................................................................................................................................................................3
3.5. Werken met emoties.......................................................................................................................................................................4
3.6. Werken met de therapeutische relatie..............................................................................................................................4
3.7. Bewerken van jeugdervaringen en trauma’s.................................................................................................................5
3.8. Het beklijven van verandering..................................................................................................................................................5
3.9. Afsluiting van de therapie............................................................................................................................................................5
3.10. Wetenschappelijk onderzoek..................................................................................................................................................5
Boek: Geïntegreerde cognitieve gedragstherapie. Handboek voor theorie en praktijk (Korrelboom &
Ten Broeke, 2014)..................................................................................................................................................................................................6
Hoofdstuk 2, Invloeden vanuit de praktijk; integratie van gedragstherapie met cognitieve therapie
.......................................................................................................................................................................................................................................6
2.3. Cognitieve therapie..........................................................................................................................................................................6
Hoofdstuk 12, Aangrijpingspunt van de behandeling (I); interventies die sequentiële relaties
falsificeren............................................................................................................................................................................................................8
12.2. Algemene interventies die óók disfunctionele verwachtingen falsificeren...........................................8
12.3. Interventies specifiek ontwikkeld om disfunctionele verwachtingen te falsificeren bij
aversieve prikkels........................................................................................................................................................................................9
Hoofdstuk 13, Aangrijpingspunt van de behandeling (II); interventies die direct of indirect de
emotionele betekenis van de US/UR-representatie herevalueren.............................................................................12
13.2. Generieke interventies die de betekenis van de US/UR-representatie rechtstreeks
herevalueren.................................................................................................................................................................................................12
Boek: Praktijkboek geïntegreerde cognitieve gedragstherapie. Protocollaire behandeling op maat. 14
Hoofdstuk 15: Geïntegreerde cognitieve gedragstherapie en ongewenste gewoonten.
Trichotillomanie en excoriatiestoornis............................................................................................................................................14
15.1. Inleiding..................................................................................................................................................................................................14
15.2. Diagnostische criteria en kenmerkende pathologie.............................................................................................14
15.3. Etiologische factoren...................................................................................................................................................................14
15.4. Behandelonderzoek.....................................................................................................................................................................15
15.5. Behandeling: cognitieve gedragstherapie gebaseerd op zelfcontroleprobleem.............................15
15.6. Terugvalpreventie...........................................................................................................................................................................17
1
, Boek: Cognitieve Therapie, Theorie en praktijk (Bögels & van Oppen, 2019).
Hoofdstuk 3, Specifieke aspecten van cognitieve therapie
3.1. Inleiding
Automatische gedachten noemen we cognities van het eerste niveau, ze verwijzen naar concrete
situaties en gebeurtenissen. In dit hoofdstuk worden cognities van het tweede niveau besproken,
ook wel assumpties genoemd.
Assumpties (aannames)= onderliggende ideeën over jezelf, de ander of de wereld die latent
aanwezig zijn en gebaseerd zijn op jeugdervaringen.
3.2. Niveaus van cognities
Doel van cognitieve therapie is het veranderen van disfunctionele schema’s. schema’s zijn
verzamelingen van kennis die de informatieverwerking sturen en psychopathologie in stand
houden. Het resultaat van deze schema’s kunnen waargenomen worden in (automatische)
gedachten, gevoelens, lichamelijke reacties en handelingen. De inhoud van de kennis die in de
schema’s opgeslagen zitten, kunnen worden gereconstrueerd (samengesteld). Dit bestaat op
verschillende niveaus:
Eerste niveau: automatische gedachten (gedachten en beelden bij een specifieke situatie)
Tweede niveau: disfunctionele assumpties (algemene ideeën die iemand heeft over zichzelf,
anderen en de wereld, die deze persoon kwetsbaar maken om bepaalde situaties op een
negatieve of disfunctionele manier te interpreteren)
Er zijn 3 soorten assumpties (aannames):
Basale assumpties: Grondideeën die iemand heeft over zichzelf, de anderen en de wereld.
Conditionele assumpties: Het leggen van causale relaties tussen zichzelf en een ander (als..
dan…).
Instrumentele assumpties: Regels die strategieën voorschrijven.
Assumpties zijn gebaseerd op kinderlijke ervaringen, attitudes en meningen van ouders en andere
belangrijke personen uit de jeugd.
Voorbeelden:
Stoornis Automatische Basale assumpties Conditionele Instrumentele
gedachten assumpties assumpties
Depressie Ik mag dit niet Ik ben waardeloos. Als ik voor mezelf Zorgt steeds voor
vragen De toekomst is opkom, ben ik slecht anderen
hopeloos.
Generaliseerde Ik ga failliet Ik kan niet met Als iets fout gaat, Denkt over alles na om
angststoornis tegenslag omgaan heeft dat rampzalige fouten te voorkomen.
gevolgen.
Paniekstoornis Ik krijg een Ik ben kwetsbaar Als mijn hart bonst, Vermijd inspanning
hartaanval krijg ik een hartaanval
Sociale Ze vindt me Ik ben onaardig. Als ik nerveus Laat geen onzekerheid
angststoornis onaardig Anderen zijn overkom, wijst men zien.
kritisch. mij af.
3.3. Opsporen van assumpties
Het opsporen van deze aannames gebeurt meestal pas in de loop van de behandeling en kan via de
volgende manieren:
Dagboek doorlezen.
2
, Doorvraag-methode: Ook wel de neerwaartse-pijltechniek of downward arrow genoemd.
Hierbij wordt de genoemde automatische gedachte niet direct uitgedaagd, maar gaat de
therapeut ervan uit dat de gedachte klopt en wordt nagegaan wat er vervolgens zou
kunnen gebeuren.
Imagineren: Neem de eerste ervaring in herinnering waarbij de betreffende emotie een
grote rol speelde. Ga na welke conclusie er toen getrokken is.
Bewustwording leefregels stamgezin: Maak de patiënt bewust van de leefregels uit het
stamgezin.
3.4. Uitdaagtechnieken
3.4.1. Informatie verzamelen.
Informatie verzamelen over de houdbaarheid van bepaalde gedachten of ideeën is een zeer
belangrijke stap in het cognitieve proces. Door middel van bronnenonderzoek of het afnemen van
een enquête of een interview kan objectieve kennis vergaard worden. Je laat de patiënt dan
bijvoorbeeld rondvragen in zijn/haar kenniskring of je laat hem/haar informatie opzoeken in een
boek. De patiënt gaat toetsen of zijn/haar opvatting klopt of niet.
3.4.2. Meerdimensionaal en genuanceerd evalueren
Meerdimensionaal en genuanceerd evalueren gebeurt vaak in de socratische dialoog. Het kan
stapsgewijs plaatsvinden, met name bij aannames over het zelf en anderen:
1. Stap 1: Een basale aanname/assumptie over zichzelf of anderen wordt geselecteerd die
eendimensionaal en ongenuanceerd is. Deze wordt gescoord op geloofwaardigheid, ofwel
het tegenovergestelde van de aanname wordt geformuleerd en deze aanname wordt
gescoord op een visueel-analoge schaal (VAS). Een VAS is een lijn van 10 centimeter waarbij
links voor niet competent staat en rechts zeer competent.
2. Stap 2: De patiënt wordt gevraagd een referentiepersoon in gedachten te nemen die zeer
sterk aan deze aanname voldoet en noemt de eigenschappen van die persoon die maken
dat deze aanname op diegene sterk van toepassing is.
3. Stap 3: De patiënt neemt vervolgens een referentiepersoon in gedachten die helemaal niet
aan de aanname voldoet, of aan het tegenovergestelde en benoemt ook hierbij de
eigenschappen van die persoon.
4. Stap 4: De patiënt scoort zichzelf of de ander op wie de aanname van toepassing is, en
eventueel de 2 referentiepersonen op de hele rij eigenschappen door middel van een cijfer (1
t/m 10), procentuele score of een VAS. De patiënt rekent het eindcijfer per persoon uit (zie
voor een voorbeeld bijlage 3).
3.4.3. Kansberekening
Patiënten met een angststoornis overschatten vaak de kans op de
gevreesde gebeurtenissen, net als patiënten met een depressie.
Kansberekeningen helpen om de overschatte gebeurtenis in een reëel
perspectief te zien. Alle noodzakelijke voorwaarden waaraan voldaan
moet worden voordat de negatieve gebeurtenis optreedt, moet eerst in
kaart worden gebracht. Vervolgens moet de kans op het voldoen aan
elke voorwaarde afzonderlijk worden geschat in procenten. De kans dat
de uiteindelijke ramp gaat gebeuren, zal kleiner zijn naarmate er meer
voorwaarden geformuleerd zijn waaraan voldaan moet worden.
3.4.4. Taartdiagram
De patiënt wordt uitgenodigd om alle mensen/instanties die
verantwoordelijkheid voor of schuld aan een bepaalde gebeurtenis
hebben, op een rij te zetten en ze een proportioneel stuk van de taart te
geven. De patiënt geeft eerst alle anderen een stuk van de taart en gaat
dan na of het resterende deel van de taart een reële weergave is van de
eigen verantwoordelijkheid.
3.4.5. Kosten-batenanalyse
De kosten-baten analyse wordt ook wel de voor- en nadelenanalyse
genoemd en wordt zowel toegepast bij automatische gedachten als bij aannames/assumpties:
1. Stap 1: Automatische gedachte of aanname verwoorden.
2. Stap 2: 2 kolommen maken, 1 met voordelen/baten, 1 met nadelen/kosten.
3. Stap 3: Ga samen opzoek naar de voordelen van het handhaven van de automatische
gedachte/assumptie. Zo kom je ook achter disfunctionele opvattingen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xjeaninexx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.