100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 7 uitwerkingen Bestuursrecht $4.13   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 7 uitwerkingen Bestuursrecht

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitwerkingen Probleem 7 Bestuursrecht Jaar 2

Preview 2 out of 12  pages

  • October 29, 2023
  • 12
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Probleem 7 Bestuursrecht
Leerdoelen:
(1) Welke rechterlijke instantie is (in eerste aanleg) bevoegd om geschillen over besluiten te beoordelen?
(2) Kent het bestuursrecht verplichte procesvertegenwoordiging?
(3) Hoe verloopt het proces bij de bestuursrechter voorafgaande aan het onderzoek ter zitting? Of: Hoe ziet het vooronderzoek in een
bestuursrechtelijke beroepsprocedure eruit?
(4) Hoe wordt de omvang van het geding bepaald?
(5) Kunnen ter zitting nog nieuwe standpunten/gronden worden aangevoerd?
(6) Mag de bestuursrechter een beroepsgrond anders verwoorden of aanvullen?
(7) Wat dient de bestuursrechter ambtshalve te beoordelen?
(8) Welke uitspraakmogelijkheden heeft de bestuursrechter? Wanneer zal hij welke uitspraak doen?
(9) Bij welke bestuursrechter moet (hoger) beroep worden ingesteld?

H2.1 – 2.3
Constitutionele grondslag
Bestuursrechter en bestuursrechtspraak; 1:4 Awb
In onderling verband van art 1:4 lid 1 en 3 kan worden afgeleid dat er onafhankelijke bij wet ingestelde organen zijn die niet tot de
rechterlijke macht behoren. En dat een gewone rechter die belast is met bestuursrechtspraak niet reeds daarom als bestuursrechter kan
worden aangemerkt. Om hem zo te kwalificeren is noodzakelijk dat hij hetzij h8 Awb, hetzij de Wavh toepast.

Art 112 Gw geeft aan dat een bepaalde taak ‘berechting van geschillen’, is opgedragen aan een bepaald soort organisatie ‘de rechterlijke
macht’ en dat begrip is uitgewerkt in art 2 RO waarmee uitwerking is gegeven in art 116 lid 1 Gw. Sommige bestuursrechters, ABRVS,
Centrale Raad van Beroep/College van Beroep voor het bedrijfsleven maken geen deel uit van de rechterlijke macht. Volgens art 112 is
de aard van de rechtsbetrekking doorslaggevend voor de competentie van bestuursrechters die niet tot de rechterlijke macht behoren.

Bestuursrechtelijke geschillen worden als regel in eerste instantie door de rechtbank beslecht: art 8:1 bepaald wanneer beroep bij de
bestuursrechter kan worden ingesteld.
Art 8:6 lid 1 bepaald dat beroep kan worden ingesteld bij de rechtbank, tenzij een andere bestuursrechter bevoegd is; die ander kan ook
een niet tot de rechterlijke macht behorend gerecht zijn; hiermee is sprake van verschillende door de wetgever in het leven geroepen
systemen van bestuursrechtspraak. Er kunnen twee soorten systemen worden onderscheiden:
1. Algemene: dit geldt voor alle besluiten waartegen bij de rechtbank beroep kan worden ingesteld
2. Bijzonder: geldt voor besluiten waartegen bij een ander gerecht dan de rechtbank beroep moet worden ingesteld.
Een gerecht kan deel uitmaken van beide; zoals de Afdeling CRVB en CVBVBL.

Welke instantie gevoegd is om een geschil over een besluit te beoordelen, wordt onderscheid gemaakt tussen de absolute en relatieve
bevoegdheid. Absoluut (welke rechterlijke instantie) en relatief (welk van de gerechten).
De bevoegdheidsverdeling is geregeld in H8 Awb en de bij de Awb behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak; hoofdregel en
uitzondering zijn in 8:6 lid 1 Awb benoemt + bijlage 2.
Voor hoger beroep geldt art 8:105 Awb als kernbepaling + H4 van de bijlage.

De bestuursrechtspraak biedt een beeld van een omgekeerde piramide: na beroep bij rechtbank volgt hoger beroep bij gerechtshof,
ABRVS, CRVB of CVBVHB.
- De nadelen van deze vorm van organisatie zijn evident; er bestaat het risico van verschillende interpretaties van
bestuursrechtelijke begrippen door de onderscheiden hogerberoepsrechters. Door informeel overleg en werken met een grote
kamer (8:10a lid 4) of een conclusie (8:12a) is de rechtseenheid sterk verbeterd.
- Een ander nadeel van het feit dat het bestuursrechtelijke hoger beroep niet is geïntegreerd in de rechterlijke macht, is dat de
leden en staatsraden van de RvS en raadsheren van Centrale Raad v Beroep en College van Beroep voor het bedrijfsleven,
anders dan bestuursrechters van rechtbanken, niet profiteren van de expertise van in het straf- en civiele recht
gespecialiseerde collega’s.

Algemene bestuursrechtspraak
Beroep bij de rechtbank: hoofdregel is 8:6 lid 1 Awb. De bevoegdheid van de rechtbank berust op 8:1, 8:6 lid 1 in samenhang met art 43
RO. In de RO wordt de organisatie geregeld. In een rechtbank zijn 2 soorten functionarissen werkzaam, rechterlijke (alle persoenen die
als rechter werkzaam zijn) en gerechtsambtenaren (burgerlijke rijksambtenaren op basis van een arbeidsovk werkzaam bij een gerecht:
het overige personeel). Verder zijn art 15, 23 lid 1 en 6 RO belangrijk. Een belangrijke taak is weggelegd voor de Raad voor de
rechtspraak: 84 + 91 lid 1 RO.

Relatieve bevoegdheid --> art 8:7 Awb: volgens lid 1 bepaalt de hoedanigheid van het bestuursorgaan waar beroep wordt ingesteld, lid
2 de woonplaats. In 8:117 is bepaald dat als de hogerberoepsrechter van oordeel is dat de uitspraak is gedaan door een andere dan de
bevoegde rechter, kan hij de onbevoegdheid ‘gedekt verklaren’ en de uitspraak als bevoegd aanmerken.

8:8 --> indien meerdere mensen van verschillende plekken beroep doen.

Concentratie van rechtbank: bij wet wordt afgeweken van de regeling van de relatieve bevoegdheid van art 8:7. Lid 3 in combinatie met
H3 bijlage geeft daarover een regeling: als beroep wordt ingesteld tegen een besluit bedoeld in H3 kan slechts de in dat hf aangewezen
rechtbank bevoegd zijn.

Hoger beroep tegen een uitspraak van een rechtbank
Algemeen

, Kan hoger beroep worden ingesteld bij de ABRVS, CRVB of CVBVHB of een gerechtshof. Uitzonderingen staan in art 8:104 Awb en zijn
van tweeërlei aard. Als duidelijk is welke beslissing op een beroep moet worden genomen zodat behandeling achterwege kan blijven kan
rechtbank 8:54 Awb toepassen: vereenvoudigde behandeling.

Hoger beroep is niet mogelijk als een uitspraak de reactie is op een verzoek tot treffen van een voorlopige voorziening: 8:81.
Hoger beroep heeft als regel geen schorsende werking, wel uitzonderingen hierop in 8:106 lid 1 Awb. Op hoger beroep zijn in principe
dezelfde procedureregels van toepassing als op het beroep bij de rechtbank.

De hogerberoepsinstanties
- Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State : zijn berechten geschillen, art 30b Wet RvS. Zij is een gerecht dat niet tot de
rechterlijke macht behoort, in de zin van art 112 Gw en ook bestuursrechter als in art 1:4 Awb. De Afdeling bestaat uit leden,
staatsraden en staatsraden in buitengewone dienst. De eis is dat ze jurist zijn (art 2 lid 4 RvS, met uitzondering in lid 6). + art
42 RvS. Ze zijn ook rechter in eerste en enige aanleg.
- Centrale Raad van Beroep: hogerberoepsrechter en gerecht in eerste en enige aanleg.
- College van Beroep voor het bedrijfsleven: (CBb) ook hogerberoepsinstantie en gerecht in eerste en enige aanleg. De taak is als
hogerberoepsrechter relatief beperkt.
- Gerechtshoven: maken deel uit van de rechterlijke macht. Er zijn er 4. In hoofdzaak behandelen ze het hoger beroep tegen
uitspraken van rechtbanken inzak civiel en strafrechtelijke geschillen. Ze zijn bestuursrechter voor zover ze het hoger beroep
tegen uitspraken van rechtbanken inzake belastinggeschillen behandelen.

Bij welke van de vier hierboven moet je zijn? 8:105 bepaald dat de ABRVS de bevoegde hogerberoepsinstantie is, tenzij een van de
andere bevoegd is, dat blijkt uit H4. Art 9, 10, 11 en 12 bevatten een opsomming. Dat de CRVB 2 bepalingen heeft te maken met het feit
dat hoger beroep daar soms wel en soms geen schorsende werking heeft.
Bevoegdheid verdeling tussen verschillende instanties: CRVB voornamelijk socialezekerheids- en ambtenarenzaken. CBb betreft
economisch bestuursrecht. Het gerechtshof in belastingzaken: 27h AWR.
De vraag naar de relatieve competentie is makkelijk: het gerechtshof van het ressort waarin de rechtbank is gelegen die het beroep heeft
behandeld, is de bevoegde hogerberoepsinstantie. Staat het voorschrift waarover de uitspraak gaat niet in H4 dan is de ABRVS bevoegd:
zij zijn dus een restrechter voor het hoger beroep --> kun je niet naar CRVB of CBb dan naar ABRVS.

Cassatieberoep bij HR tegen uitspraak hogerberoepsinstantie?
Tegen uitspraken van ABRVS, CRVB en CBb staat geen cassatieberoep open. Tegen uitspraken van het gerechtshof in belastinggeschillen
is cassatie wel mogelijk bij de HR, 28 lid 1 AWR. Ook is cassatie mogelijk tegen een uitspraak van een rechtbank, art 28 lid 2 en 3 AWR.
Op cassatieberoep is in beginsel het procesrecht van H8 Awb van toepassing, art 29 AWR.

H6.1 – 6.6
Het verloop van de procedure in eerste aanleg
Partijen, hun processuele rechten en verplichtingen
In beginsel belanghebbende tegenover bo. De rechter kan andere belanghebbende ook toelaten, 8:26 Awb. Rechtsbijstand is niet
verplicht maar ze kunnen er wel voor kiezen, 8:24 Awb. Weigering kan ook, 8;25. Bo laat zich vertegenwoordigen door aangewezen
leden, 8:23 lid 1 Awb, meestal een ambtenaar of gemachtigde, 8:24.

Processuele rechten: art 8:39, 40, 43, 47 lid 3 en lid 5, 56, 58, 61, 65, 79 Awb. De rechter zal aan de hand van vragen van partijen de zaak
bespreken; na de rechter mogen partijen punten naar voren brengen; hoe uitvoerig dat is wordt over gediscussieerd, van een recht tot
het voordragen van een pleitnota is geen sprake.
In H8 zijn veel kan-bepalingen aan de bestuursrechter toegekend: 8:44 t/m 8:50, 8:51a en 8:52 Awb. Partijen kunnen de rechter vragen
van die bevoegdheden gebruik te maken.

Processuele verplichtingen: die hebben als doel ervoor te zorgen dat partijen voldoen aan oproepen en verzoeken voor het onderzoek
naar feiten etc. Bijv 8:42, 27, 28, 45, 59, 44, 30 en 29. In 8:28a is een afwijking voor de inlichtingenplicht van 8:27 en 28 opgenomen voor
gevallen waarin beroep is ingesteld tegen een bestuurlijke boete. Partij die boete heeft gehad hoeft geen verklaringen over de
overtreding af te leggen; dit zwijgrecht is door het nemo-teneturbeginsel in combinatie met lid 2; de cautieplicht voor de procedure bij
de bestuursrechter betreffende bestuurlijke boetes vastgelegd. In 5:10a is voor bestuurlijke sancties met bestraffend karakter in
algemeen.

Niet voldoen aan verplichtingen: 8:31. Als bo verplichting niet nakomt kan in uiterste geval het beroep gegrond worden verklaard,
proceskostenvergoeding: 8:75 of schadevergoeding. Zo’n gegrondverklaring kan wel andere belanghebbenden benadelen.
Komt eiser verplichting niet na kan in uiterste geval diens beroep niet-ontvankelijk/ongegrond worden verklaard.
Toepassing van 8:31 moet wel in een evenredige verhouding staan tot de verwijtbaarheid van het handelen van de eiser; er moet
worden gekeken of partij alsnog in de gelegenheid kon worden gesteld aan haar verplichting te voldoen.
De rechtsbescherming is ook niet altijd gediend met de uiterste gevolgtrekking. Burger is niet altijd geholpen met een vernietiging, want
die zegt niks over de rechtmatigheid van het besluit --> bo neemt opnieuw een besluit waarna het hele verhaal weer opnieuw begint. Als
bo zich schuldig maakt aan onvolledige of -zorgvuldige beantwoording van een verzoek van de rechter van inlichtingen kan dit leiden tot
gegrondverklaring van het beroep.
Als rechter partij oproept, om inlichtingen verzoekt etc moet hij ze wijzen op 8:31 Awb: anders kan hier geen toepassing aan worden
gegeven.

Beperking kennisneming stukken en inlichtingen
Art 8:29: het moet dan wel gaan om een ‘gewichtige reden’; daarbij gelden de criteria die worden aangelegd bij verzoeken op grond van
de Wob als ondergrens. Maar de rechter hoeft het verzoek van het bestuur voor beperking niet te honoreren; er is nog een afzonderlijke

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chlvdziel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.13
  • (0)
  Add to cart