HO 1 – STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN HET ADEMHALINGSSYSTEEM
Functie
• In stand houden van adequate gaswisseling (O2, CO2; producten van metabolisme)
o Ademhaling vooral door CO2 gestuurd en minder door zuurstof
o Bv. op 10km hoogte in vliegtuig: maar 90% zuurstof in bloed, toch gaan we niet hyperventileren
Luchtsamenstelling
• Hoeveelheid O2 in buitenlucht = 21%
• 21% zuurstof is onafhankelijk van hoogte (op hoogte verandert de luchtdruk, minder deeltjes in de lucht,
barometerdruk neemt af)
o 21% zuurstof = droge lucht fractie
• Patmo = 1013 hPa, 101,3 kPa
o Maar in ademhalingsfysiologie werken we meestal met de eenheid mmHg voor de druk
• PB = barometerdruk op zeeniveau = 760 mmHg (hiermee rekenen als er geen gegeven wordt)
o Als het heel mooi weer is, barometerdruk lager
o Als het slechter weer is, hoger
• 79% stikstof
• Waterdamp (fluctueert heel erg, daarom geen percentages)
o Koude lucht bevat minder waterdamp
o Waterdamphoeveelheid hangt af van de temp
Structuur van de long
• Ademhalingspomp
o Kenmerken:
▪ Statische longvolumes
▪ Ademminuutvolume (AMV= V’E = Ademhalingsfrequentie x VT)
• = hoeveel liter ben ik aan het in- en uitademen
• Bv. 12/min x 0,4 = 6L/min = V’ = AMV (normaalwaarde tss 5-10L/min)
• Bij inspanning AMV opvoeren
• Gasuitwisselingsorgaan (groot opp (75m2), dunne alveolo-cappilaire wand (0,5 m))
o Je hebt 1 ballon van 3L heb je opgedeeld in 500 miljoen ballonetjes (longblaasjes)
Veel gebruikte afkortingen
A = alveolair (longblaasje)
B = Barometer
a = arterieel (slagaderlijk)
c = capillair
𝑣̅ = gemengd veneus
I (i) = inspiratoir
E (e) = expiratoir
P = pressure, druk, vaak uitgedrukt in mmHg
V = volume
V’ = flow (L/sec) of ventilatie (L/min)
KIJK OOK EENS OEFENVRAGEN IN WEST
1
,De (ideale) long
• Je hebt luchtwegen (ingang via neus, mond, keelholte,
trachea, hoofdbronchi, vertakken, vertakken,…)
• 500 miljoen longblaasjes → hier gasuitwisseling
plaatsvinden (CO2 uit het bloed in longblaasje, zuurstof
vanuit longblaasje in bloed)
• Zuurstofarm bloed en CO2-rijk bloed komt via a. pulmonalis
vanuit rechter hart naar de longen
• Volume long = 3L (longblaasjes bevatten lucht)
o Gasuitwisseling vindt continu plaats
• Bij inademing: verse lucht van buiten , bij uitademingen
longlucht naar buiten om CO2 uit te krijgen → Zo samenstelling in longblaasjes min of meer constant
• PI, CO2 = 0 mmHg (geen CO2 in buitenlucht)
• PI, O2 = (760-47) x 0,21 = 150 mmHg (lucht die we inademen worden in de bovenste luchtwegen verwarmd tot
37°C en 100% vochtig gemaakt, onafhankelijk waar je je bevindt)
o PH20 bij 37°C en 100% vochtigheid = 47 mmHg (= partiele waterstofspanning) → nu kan je insporatoire
zuurstofdruk uitrekenen
• PA, O2 (alveolaire druk voor zuurstof zal lager zijn dan de zuurstofdruk die we inademen omdat we al zuurstof
kwijt zijn) = 100mmHg (in ideale long)
• PA,CO2 = 40mmHg (in ideale long)
• Longslagader bloed: lagere zuurstofdruk dan in alveolen P𝑣̅ , O2= 40 mmHg
• CO2 spanning van longslagader zal hoger zijn dan in alveolen P𝑣̅ , CO2= 45 mmHg
• Passieve diffusie
o verschillende drukken zorgen voor diffusie → zuurstof diffunderen naar bloed, en CO2 diffunderen naar
longblaasjes
o Passief proces, het kost geen energie (van hoge partiele druk naar een lage partiele druk)
o Drukken kunnen best gelijk zijn, als je meer zuurstof hebt in een compartiment gaat die naat andere plek
met minder zuurstof
• Pa, O2 = 100 mmHg (gasuitwisseling is compleet, anders is er iets mis)
• Pa, CO2 = 40 mmHg
• Hoe CO2 lager krijgen in longen? → Hyperventileren (veel cO2 uitstoten)
• 500 miljoen longblaasjes zijn een luchtreservoir met ongeveer 3L (langere mensen, grotere longen, groter
reservoir ; mannen hebben iets meer lucht), naarmate men ouder wordt, long wat slapper en kleiner → minder
longvolume
• Ademhalingsfrequentie = 12 keer per min (>20/min = hyperventilatie)
• In rust ademen we 0,5L in (1 ademhaling = 5s , we ademen 12 keer per min)
• Inspanning: meer CO2 productie → diepere ademhaling (meer volume in- en uitademen) → op den duur sneller
beginnen ademen
Partiële druk
Wet van Dalton
• De partiële druk van een gas X (PX) ) in een gasmengsel is gelijk aan het produkt van:
o De totale gasdruk (de barometerdruk PB) en de volumefractie van dat gas (FI)
• De volumefractie wordt uitgedrukt in “droge”lucht fractie dus: PX = FI x (PB - PH2O)
o Bijv: PI,O2 = 0.209 × (760 - 47) = 150 mm Hg
2
,Ademhalingsproces
• Druk in de long (onder- of overdruk) heeft een volumestroom (V’) van lucht tot gevolg (in-/expiratie)
• Inademen; onderdruk in de long, inspiratiespieren aanspannen → creeren van onderdruk → lucht naar binnen
o Indademen; spieren aanspannen + diafragma verplaatsting (aanspannen van spieren → diafrgama naar
beneden) → thorax vergroten, je trekt long mee → onderdruk creeren → inademen
• Uitademen; ontspannen van inspiratie spieren → overdruk creeren
o Inademhalingspieren ontspannen → diafragma omhoog, thorax wordt kleiner, → overdruk → lucht naar
buiten
3 manieren waarop zuurstof wordt getransporteerd
• Hb
3 manieren waarop CO2 wordt getransporteerd
• Vrij opgelost
• Hb
• Buffer bicarbonaat
Trachea en bovenste luchtwegen
• Hart is links → 2 kwabben
• Rechts → 3 kwabben
• Centrale luchtwegen hebben kraakbeen om
luchtwegen stevig te houden
• kraakbeenringen en achteraan een vliezige
wand (zo als je brok eten in keel → iets of wat
beweegelijk)
De longkwabben
3
, Anatomie volgens Weibel
• Was een zwitserse patholoog-anatoom die in lijken was gegoten had en
begon op te meten
• 23 generaties
o Generatie2 = # luchtwegen
• Generatie 0 = trachea
• Generatie 2= 4 luchtwegen
• Generatie 3: 8 luchtwegen
• Generatie 4: 16 luchtwehen
• Generatie 16: geleidende luchtweg, = terminale brondiolus = TBL
• → Generatie 0-16 = geleidende luchtwegen (ze vertakken zich)
• Generatie 17: RBL = respiratoire bronchiolus (hier al gastuitwisseling)
• Tot uiteindelijk longtrosjes
• Vanaf generatie 17 is er al iets wat van gasuitwisselong
• → Generatie 17-23= respiratoire zone van luchtwegen
Rol bronchiaal boom: geleiding van lucht naar alveoli/ alveolaire oppervlak waar gasuitwisseling
plaatsvindt
• Elke volgende generatie wordt in diameter iets dunner, maar niet 2x zo dun
o 18 → 13 maar we hebben wel tot de tweede parallel
• Interne diameter halveert niet , maar minder
• Trompetvorm
o Cummulatieve dwarsdoorsnede per generatie: omdat er meer parallel zijn → zitten de nauwste
luchtwegen eigenlijk bovenin
o Generatie 16: cummulatieve dwarsdoorsnede is zo groot geworden → gassen gaan zich verplaatsen
middels diffusie
o Erboven: convectie; stroming van moleculen
Doorgankelijkheid per luchtweggeneratie
Oppervlakte op Y-as van de gezamelijke luchtwegen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller J5566. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.63. You're not tied to anything after your purchase.