Dit is een volledige samenvatting van het boek 'Brain and Cognition, Customized edition 2021' (ISBN 978-1-4737-8816-9), die gebruikt wordt bij het eerstejaarsvak Cognitie en gedrag van psychologie aan de universiteit Utrecht. Met hulp van deze samenvatting heb ik gemiddeld een 8.6 gehaald voor de t...
Chapter 9 is included very often, copied and pasted. The rest of the chapters for partial exam 2 are not included.
By: emmavandenakker • 10 months ago
Translated by Google
Reply deleted by the user
By: emmavandenakker • 10 months ago
Translated by Google
I replaced the document and now everything should be in there!
By: jikkevandenberg • 11 months ago
Seller
Follow
emmavandenakker
Reviews received
Content preview
Aantekeningen boek – H1 Goldstein: introduction to cognitive psychology
Wat is cognitieve psychologie?
De tak van de psychologie die zich bezighoudt het wetenschappelijke onderzoek naar de
‘mind’. De mind is betrokken in veel dingen waar we in het dagelijks leven mee bezig zijn.
Wat is de mind?
Mind heeft veel definities, die de verschillende rollen van de mind omvatten:
1. Mind – creëert en controleert mentale functies zoals perceptie, aandacht,
geheugen, emoties, taal, beslissen, denken en redeneren.
deze definitie benadrukt de verschillende types van cognitie (de mentale
processen hierboven genoemd) die de mind doet.
2. Mind – een systeem die representaties van de wereld creëert zodat wij hierin
actie kunnen ondernemen om onze doelen te bereiken (doelen zijn bijv.
functioneren en overleven).
deze definitie benadrukt hoe de mind opereert en zijn functie.
In het bereiken van onze doelen (definitie 2) spelen alle cognities uit definitie 1 een rol.
1868 – Donders’ experiment: waarom is deze belangrijk voor de cognitieve
psychologie? Volg de dia’s van HC 1 voor de complete uitleg van het experiment
Donders’ experiment is het eerste experiment ooit die telt als cognitief psychologisch
experiment: hij vergeleek de simple reaction time met de choice reaction time en vond dat
de choice reaction time langer duurde dan de simple reaction time zo ontdekte hij dat
beslissen 100 ms duurt, omdat de choice reaction time 100 ms langer duurde dan de simple
reaction time.
het verschil tussen simple RT en choice RT is niet alleen het beslissen, maar ook de
discriminatie tussen stimuli.
Donders’ experiment illustreert een belangrijk kenmerk van de cognitieve psychologie:
mentale reacties kunnen niet direct gemeten worden, dus moet het via het gedrag
onderzocht worden. Om mentale reacties te kunnen onderzoeken, worden ze dus via
geobserveerd gedrag onderzocht en niet direct gemeten.
1879 – Wundt’s experimenten: waarom zijn deze belangrijk voor de cognitieve
psychologie?s
Wundt domineerde in de 17e en 18e eeuw met zijn structuralisme – onze gehele ervaring
bestaat uit sensaties: basic elementen van ervaring. Wundt gebruikte voor onderzoek naar
die sensaties de analytic introspection benadering – een techniek waarbij getrainde
participanten hun sensaties, gevoelens en gedachtegangen beschrijven als reactie op stimuli.
Deze benadering van structuralisme bleek tot niet veel bevindingen te leiden en in de 20 e
eeuw was dit ook niet meer populair. Toch was Wundt’s benadering nuttig: door hem
ontstond de empiricist approach – benadrukt de belangrijke rol van experimenten in het
,kennis opdoen over de menselijke mind. Hij had ook de eerste laboratorium opgericht voor
psychologie.
1885 – Ebbinghaus’ experiment: waarom is deze belangrijk voor de cognitieve
psychologie?
Ebbinghaus’ experiment was het bewijs dat mentale processen gekwantificeerd kunnen
worden en dat grafieken gebruikt kunnen worden om elementen van de mind te
beschrijven: hij onderzocht hoe snel informatie geleerd wordt en weer vergeten wordt. Hij
was zelf participant en leerde een lijst met onzin woorden uit z’n hoofd. Hij had gemeten
hoe lang het de eerste keer duurde voordat die de lijst uit z’n hoofd wist en hoe lang het
duurde om het weer opnieuw te leren na de delay periode. Hij ontdekte dat het geheugen
snel verminderd en de tijd die je nodig hebt om de lijst weer opnieuw te leren steeds langer
wordt, naarmate de tijd vordert. De grootte van de savings (snelheid leren 1e keer – snelheid
leren na de delay) nam af over de tijd.
kwantitatief gemaakt in een savings curve
Overeenkomst met Donders beide hebben gedrag gemeten om een element van de mind
te beschrijven.
1890 – James: waarom is hij belangrijk geweest voor cognitieve psychologie?
Hij bracht het eerste psychologie boek uit en zijn observaties zijn nog steeds van waarde
vandaag de dag.
een van zijn observaties: aandacht hebben voor één ding betekent je aandacht afwenden
van andere dingen.
Welke shift ontstond er in de 20e eeuw in het onderzoek naar de mind?
Waar de mind via Wundt’s analytic introspection werd geanalyseerd, werd die benadering
vervangen door behaviourism – keek alleen naar de stimulus respons of de input-output
relaties: er werd dus puur gefocust op observeerbaar gedrag en niet meer rol van de mind.
1913 – Watson: wat houdt behaviourism in?
Behaviourism – het puur observeren van gedrag, waarbij de fysieke en mentale processen
als irrelevant werden gezien. Het ging alleen om hoe een stimulus gepaard gaat met bepaald
gedrag.
dit is gerelateerd aan Pavlov’s klassieke conditionering: dezelfde principes gelden voor
menselijk gedrag – gedrag kan geanalyseerd worden zonder te refereren naar de mind (door
het gebruik van klassieke conditionering dus).
1938 – wat was de invloed van Skinner’s experimenten?
Skinner kwam met een nieuwe soort conditionering: operante conditionering. Dit past nog
steeds in het plaatje van behaviourism, omdat nog steeds de mind en die processen niet
werden onderzocht.
, Welke minpunten zitten er aan het behaviourism + welke onderzoeken trekken
behaviourism in twijfel?
Het behaviourism kan niet verklaren waarom iedereen anders reageert op een bepaalde
stimulus.
o 1948 – Tolman’s cognitive map:
Tolman ontdekte dat een rat bij het ontdekken van een doolhof een cognitive
map maakt – een beeld van hoe het doolhof loopt. De behaviouristen zouden
zeggen dat de rat altijd dezelfde kant opgaat, omdat die in het verleden
geleerd heeft wat de meeste beloning biedt, maar Tolman ontdekte met dit
experiment dat de rat de kant opgaat die op dat moment de meeste beloning
biedt en daarvoor gebruikt de rat zijn cognitive map. Dit experiment trok de
aanname van de behaviouristen in twijfel.
o 1959 – Chomksy’s kritiek op Skinner:
Skinner zag het leren van een taal als operante conditionering, maar Chomsky
zag het als een aangeboren biologisch programma, dus iets wat door de mind
opgebouwd wordt. Hierdoor ontstond het idee dat complexe cognitieve
gedragingen niet alleen gemeten moeten worden door observeerbaar gedrag,
maar ook is het belangrijk om te onderzoeken wat het gedrag ons vertelt over
de werking van de mind.
1950 – cognitive revolution: hergeboorte van onderzoek naar de mind. Welke nieuwe
technologie kwam toen op om de mind op een nieuwe manier te beschrijven + wat
was die nieuwe manier?
De digitale computer – deze werd gebruikt voor (1) het analyseren van data en (2) het
beschrijven van een nieuwe manier om de mind te onderzoeken.
Een digitale computer verwerkt informatie in een aantal stages, wat psychologen inspireerde
voor de information-processing approach – een benadering die reeksen van mentale
processen betrokken bij cognitie volgt. Dus de mind werd als een systeem gezien die
bepaalde stages volgt tijdens mentale processen.
Voorbeeld van onderzoek met deze approach: 1953 – Cherry’s dichotic listening experiment:
De participanten kregen in de linkeroor een bericht en in de rechteroor een ander bericht.
De participanten moesten zich focussen op het bericht in de linkeroor en het bericht in de
rechteroor te negeren. Het resultaat was dat het bericht in de linkeroor compleet verwerkt
was en de participanten hoorden wat er gezegd werd, terwijl ze van het bericht in de
rechteroor alleen de geluiden hebben gehoord, maar niet het bericht. Zo ontstond
Broadbent’s filter model of attention:
,
Input Filter Detector Geheugen
Broadbent’s flow diagram een manier om de werking van de mind te visualiseren door
een reeks van proces stages.
Welke andere onderzoeksonderwerpen kwamen op door de ontwikkeling van de
digitale computer?
Wetenschappers wilden weten of computers geprogrammeerd konden worden dat ze
intelligent gedrag vertoonden.
John McCarthy: artificial intelligence (AI) – een machine zo maken dat het intelligent
genoemd kan worden als een mens zich ook zo zou gedragen.
Newell & Simon: eerste computer die voldeed aan AI, de logic theorist – een computer
die niet alleen getallen verwerkte, maar ook mensachtige redeneringsprocessen had om
wiskundige problemen op te lossen.
Verdere ontwikkelingen (zoals Miller’s onderzoeks) leidde tot het idee dat de computer een
metafoor was voor de mind: onze cognitieve functies hebben gelimiteerde capaciteit.
Is de rekenmachine een vorm van AI?
Wat is kenmerkend aan cognitieve psychologie, vergeleken met behaviourism?
Cognitieve psychologie accepteert wél het bestaan van niet-geobserveerde (cognitieve)
processen, maar die wel wetenschappelijk onderzocht kunnen worden via de ontwikkeling
en evaluatie van mentale modellen.
Ulrich Neisser publiceerde het eerste boek de information-processing benadering
benadrukte in onderzoek naar de mind.
Welke twee aspecten van onderzoek in cognitieve psychologie zijn er?
1. De rol van modellen in cognitieve psychologie – representaties van structuren of
processen die helpen om die dingen te visualiseren of te verklaren.
Structuurmodellen – representaties van fysieke structuren. Hun doel is om
structuren te vereenvoudigen. Echter vertellen deze modellen niet hoe
structuren betrokken zijn bij processen, ongeacht hoe gedetailleerd de
structurele modellen zijn.
Procesmodellen – representaties van processen betrokken bij cognitieve
mechanismen, met boxen die een bepaald proces (NIET een bepaalde
fysieke plaats!) weergeven en pijlen die verbindingen tussen die
processen laten zien. Hun doel is om complexe processen makkelijker te
maken voor het begrip en ze zorgen ook voor een goed startpunt in
onderzoek.
Resource modellen – focust op de moeite die nodig is om bepaalde
mentale processen uit te voeren. Een rol hierin speelt (1) dat er een
capaciteit probleem ontstaat, als er gelimiteerde resource (bron) is en (2)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavandenakker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.