Week 1 – Steekproevenverdelingen en hypothesetoetsing
Introductie van toetsende statistiek door het onderzoeken van de algemene theorie van
hypothesetoetsen en het beschrijven van specifieke concepten die daarmee verband
houden.
Literatuur: Howell hoofdstuk 4
Doelstellingen:
De student kent en begrijpt;
1. Het verschil tussen populatie-, steekproef- en steekproevenverdeling
Populatieverdeling = verdeling van waarden van de gehele populatie (alle
individuen in de populatie)
Steekproefverdeling = verdeling van waarden van de steekproef die is genomen
Ieder punt in de grafiek is een individuele score van de steekproef
Steekproevenverdeling = Een verdeling van een statistiek, afgeleid van alle
mogelijke steekproeven van een specifieke grootte (n) van een populatie, dus een
verdeling met waarden van alle mogelijke steekproeven de kunnen worden
getrokken
Ieder punt in de grafiek is een gemiddelde waarde van een mogelijke
steekproef met een … aantal individuen
2. De relatie tussen toets-statistiek en steekproevenverdeling
?
3. De nulhypothese en de alternatieve hypothese
Nulhypothese = H0 = een hypothese die stelt dat er in de populatie ‘’niets aan de
hand is’’, geen verandering, geen verschil, geen relatie, etc.
Voorwaarde: H0 is altijd een vaste waarde dus = …
Alternatieve hypothese = Ha = een hypothese die stelt dat er in de populatie ‘’wel
iets aan de hand is’’
4. Het verschil tussen eenzijdige toetsen en tweezijdige toetsen
Eenzijdige toetsen = Ha stelt dat iets > OF < H0
Tweezijdige toetsen = Ha stelt dat iets ≠ H0 (beiden zijden worden ‘’onderzocht’’)
Bijv. H0 = 6 en Ha ≠ 6
5. Linkszijdige en rechtszijdige alternatieve hypothesen
Linkszijdige alternatieve hypothesen = Ha < H0
Bijv. H0 = 3 en Ha < 3
Rechtszijdige alternatieve hypothesen = Ha > H0
Bijv. H0 = 3 en Ha > 3
6. Verwerpingcriterium α, verwerpingsgebied, kritische waarde en p-waarde
Verwerpingscriterium = α = waarde van p als de kans te klein is om het tegen te
komen. Als p-waarde < α dan verwerpen
Verwerpingsgebied = het gehele gebied (alle scores) die verworpen worden
Kritische waarde = grenswaarde, verwerpen gebeurt vanaf de grenswaarde, dus
= grenswaarde of groter dan ( = of > )
P-waarde = de kans om de teststatistiek of een extremere waarde te vinden als
H0 waar is. (hoe te berekenen: bolletjes tellen in de grafiek vanaf waarde die
wordt aangegeven in opdracht)
1
,De student kan;
1. Een H0 en Ha opzetten
2. Kiezen tussen eenzijdige toets en tweezijdige toets
3. Kiezen tussen linkszijdige Ha en rechtszijdige Ha
4. Het stappenplan voor hypothesetoetsing doorlopen:
Extra vanuit het college:
1. Hypothesetoets = een statistische methode die steekproefdata gebruikt om de H0
hypothese te evalueren
2. Twee soorten fouten (errors)
Type I error (probability α) = onjuist verwerpen van H0 = H0 verwerpen, terwijl
H0 waar is.
Er wordt geconcludeerd dat er een effect is, maar dat is niet waar.
Type II error (probability β) = niet verwerpen van H0 die niet waar is = H0
onjuist behouden (H0 moet worden verworpen, omdat ‘ie niet waar is, maar
het wordt niet gedaan)
Er wordt geconcludeerd dat er geen effect is, maar er is wel een effect.
2
, Week 2 – Basisconcepten van waarschijnlijkheid
Introductie van het concept kans, de regels en toepassingen van kansen; het concept
random variabele; en de berekening van de verwachte waarde en de variantie.
Literatuur: Howell hoofdstuk 5 § 5.1 t/m § 5.5
Doelstellingen:
De student kent en begrijpt;
1. De basisbegrippen voor kansen
Kans =
2. De eigenschappen van en de regels voor kansen
Begrippen
Event = een begrip om ongeveer alles te dekken, als we over kansen spreken,
als we spreken over de kans dat ‘’iets’’ voorkomt ‘’iets’’ = event
bijv. het gemiddelde van een steekproef, het voorkomen van een
koning als we een stapel spelkaarten uitdelen etc.
independent events = onafhankelijkheid = events zijn onafhankelijk van elkaar,
als het voorkomen / niet-voorkomen van het ene event geen effect heeft op het
voorkomen / niet-voorkomen van het andere event
mutually exclusive = wederzijds uitsluitend = disjoint events = het ene event sluit
het andere event uit
bijv. Als het zaterdag is, kan het geen zondag zijn.
exhaustive = uitputtend = een event is uitputtend, als het alle mogelijke
uitkomsten omvat
Wetten en bijbehorende formules
additive law of probability for disjoint events = gegeven dat de events wederzijds
uitsluitend zijn (= disjoint events), is de kans van het optreden van het ene event
of andere event gelijk aan de som van hun afzonderlijke kansen
FORMULE law of probability for disjoint events
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellevanzwieten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.