Monitoraat Psychologie
Hoe studeren?
1. Vertrekken uit boek
2. Enkel multi choice
3. Schema’s moet je kunnen herhalen
4. Chronologie
5. Psychologen kunnen situeren in stroming
6. Tekstmateriaal kunnen situeren in stroming
7. Vragen: kennis én toepassingen
8. Te kennen stof is op chamilo
Inleiding
3. Methoden (belangrijk! W sws ondervraagt)
Mensenkennis
Niet-psychometrische methoden (zonder wiskunde, puur klinisch)
o Projectieve methodieken
Op examen drie voorbeelden v projectieve methodieken
(rorschachtest, Thematic apperception test, house tree person..)
o Anamnese
Subjectief, de persoon zelf haar verhaal
o Interview
o Observatie
o Introspectie
o Gevalstudie
Verschil anamnese te kennen
Kijken nr 1 case, 1 iemand, 1 praktijkgeval & alle gegevens die je hebt
clusteren
Psychometrische methoden
o Experiment
Manipuleren
Controlegroep en experimentele groep
De onafhankelijke variabel wordt gemanipuleerd
o Corelationeel onderzoek
Nooit manipuleren, samenhang tssn twee variabelen
Vb aanwezigheid op het monitoraat psych hangt samen met de slaagkansen
vh examen
o Testen
Validiteit
Meet wat zegt te meten
Betrouwbaarheid
Blijven resultaten dezelfde wnr opnieuw afgenomen
Normering
Er moet een normgroep zijn
, Standaardisatie
Alle testen moeten op dezelfde manier worden afgenomen
Definities van deze vier te kennen!! (in boek)
Je gaat toepassing krijgen: vb van een onderzoek krijgen en vraag over welk soort
onderzoek gaat het hier. Corelationeel, experiment, testen
Grootste verschil experiment en corelationeel onderzoek
Experiment: je manipuleert en zoekt nr causale verbanden, het ene veroorzaakt het
ander. Je mag dus uitspraken doen over causale verbanden
Bij een corelationeel onderzoek manipuleert men niets, het 1 is dus niet de oorzaak
van het ander. Je kijkt enkel naar de samenhang
Bv onderzoek hangt ouders die scheiden samen met kinderen die slechte punten
halen? Ja? Mr toch nooit kunnen zeggen, dat ouders niet mogen scheiden, want dan
slechte punten geen oorzaak en gevolg, er kunnen veel versch gevolgen zijn
Bij mensbeelden staat niet te veel
stil + einde H1 ook niet, niet echt te
kennen dus
7. Systeemdenken
1. Situering
a. Half vorige eeuw
b. Systeemtheorie = gezins- en relatietherapie
c. Definitie van systeem
2. Systemen
a. def
3. Kenmerken
a. Alle kenmerken (7), te kennen en uit te leggen
b. Totaliteit Gestalt
c. Integraal complex
d. Contextueel
e. Grenzen
f. Feedback
g. Circulariteit super belangrijk
h. Equifinaliteit
4. Communicatie
5. Systeemtherapeutische stromingen
a. Contextueel
i. Nagy (= nosch)
ii. Vier dimensies
iii. Balans v geven en nemen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PraktijkgerichteOrthopedagogieHoGent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.