Begin het nieuwe jaar goed met deze uitgebreide samenvatting ter voorbereiding op de RCA kennistoets in Blok 2B! Deze samenvatting is evenals de andere samenvatting iedere cent waard! De hoorcolleges zijn hier ook weer let-ter-lijk uitgewerkt, wat het lezen eenvoudig maakt in tegenstelling tot ande...
BMD.CO2 – GASUITWISSELING EN GASTRANSPORT, DEEL 2 6
BMD.CO3 – LONGZIEKTEN 1 9
BMD.CO4 – LONGZIEKTEN 2 13
RCA.CO1 – FYSIOTHERAPEUTISCHE DIAGNOSTIEK EN THERAPEUTISCH PROCES
BIJ COPD 18
RCA.CO2 – LONGPATHOLOGIE IN RELATIE TOT ICF 1 24
RCA.CO3 – LONGPATHOLOGIE IN RELATIE TOT ICF 2 28
(INSPANINGSDIAGNOSTIEK EN INSPANNINGSLIMITERENDE MECHANISMEN BIJ PT.
MET LONGPATHOLOGIE) 28
RCA.PGOL1 – EFFECTEN VAN FYSIOTHERAPIE BIJ PT. MET COPD: WAT IS DE
EVIDENTIE? 32
RCA.V1 – FYSIOTHERAPEUTISCH DIAGNOSTISCH PROCES BIJ COPD 33
RCA.V2 – FYSIOTHERAPEUTISCH DIAGNOSTISCH PROCES BIJ COPD II 38
RCA.V3 – FYSIOTHERAPEUTISCH DIAGNOSTISCH PROCES BIJ COPD III 39
RCA.V4 – THERAPEUTISCH PROCES BIJ COPD-PATIËNT I 41
OEFENTOETS INCLUSIEF CORRECTE ANTWOORDEN 47
1
,ANA.CO1 – ANATOMIE ADEMHALINGSBEWEGINGSAPPARAAT (ABA)
Wat heb je nodig om adem te halen als je kijkt naar het bewegingsapparaat?
▪ Ademhalingsorganen – longen en luchtwegen
▪ Ademhalingsbewegingsapparaat (ABA) – een constructie waarbinnen de longen kunnen functioneren. Het
ABA zijn alleen die componenten van het houdings- en bewegingsapparaat die daadwerkelijk bijdragen
aan de ademhaling (vergroten/verkleinen van de thorax-inhoud). Dat zijn niet aansluitend onderdelen die
te maken hebben met de ademhaling.
De ribben en daarmee de thoraxholte is voornamelijk gebouwd om daadwerkelijk
die longen in op te sluiten. Dit is het statische deel. De costovertebrale
verbindingen zijn gewrichten aan de dorsale zijde die nodig zijn om bewegingen
te laten plaatsvinden, zodat we zuurstof naar binnen en buiten kunnen krijgen.
Aan de ventrale zijde heb je kraakbeenverbindingen, de costosternale
verbindingen. Met andere woorden: aan de dorsale zijde heb je daadwerkelijk
gewrichten en aan de ventrale zijde heb je een voortzetting van die rib, dat wordt
kraakbeen, is flexibel en beweegt mee met de beweging die de rib wilt maken.
Om het af te maken heb je spieren: de intercostale spieren. Die zorgen er
voornamelijk voor dat de ribbenkast wordt afgesloten. Als die longen niet in een
afgesloten geheel zouden zitten, zou heel het ademhalings-principe niet kunnen
werken. Dus die spieren zorgen ervoor dat de ribben ten opzichte van elkaar
kunnen bewegen, maar dat altijd dat weefsel tussen de ribben staat, strak staat.
Dus die tussenribspieren ofwel intercostale spieren zorgen ervoor dat je altijd een
glad oppervlakte hebt aan de binnenkant van de thorax. Het diafragma heeft een
tweeledige functie: het scheidt de buikholte van de borstholte en tegelijkertijd
zorgt het ervoor dat je de borstholte kunt vergroten, want het is een
bindweefselplaat omgeven door spiervezels. Die spiervezels zorgen ervoor dat
het middelste deel van de bindweefselplaat naar beneden kan worden getrokken
en de borstholte wordt vergroot.
Als je kijkt naar de ribademhaling, dan heb je de borstademhaling of de
flankademhaling. Die borstademhaling vindt voornamelijk bovenin plaats. Met
andere woorden: de ribben aan de bovenkant zorgen ervoor dat de diameter
uitzet naar voren als je de borstholte vergroot. Als je een hap lucht neemt gaat je borstbeen dus naar voren en een
beetje omhoog.
Als je kijkt naar wat er lager gebeurt, zie je dat de onderste ribben niet duidelijk vast zitten aan het
borstbeen, maar deze zitten vast aan gezamenlijk kraakbeen en dat maakt dat dit een veel flexibeler geheel is. Die
onderste ribben maken bewegingen die opzij gericht zijn. Dus door de bovenste ribben wordt het borstbeen meer
opgetild en die onderste ribben ‘spreiden’ als het ware alleen maar. Dit is allemaal bedoelt om de thoraxholte/
longinhoud te vergroten.
Je hebt ook nog een andere manier om de thoraxholte te vergroten, namelijk het verplaatsen van het
diafragma naar beneden. Dan zie je als het ware je buikholte naar buiten peilt, maar tegelijkertijd krijg je een
vergroting van de borstholte. En dat zorgt ervoor dat je ook inademt. Dus de combinatie van het heffen van je ribben
en het verlagen van je middenrif zorgt ervoor dat je thoraxholte vergroot en daarmee neem je een tuig lucht.
Hoe kunnen we die verschillende bewegingen van de ribben verklaren? Deels door de manier waarop ze vastzitten
aan het borstbeen. Maar grotendeels door de costovertebrale verbindingen. Op de afbeelding op de volgende
pagina zie je dat het uiteinde van de rib vastzit aan het corpus van de wervel. De tweede verbinding van de rib zit
tegen de proc. transversus aan. Hier zit een ligament omheen en dat zorgt ervoor dat de rib zich niet kan
verplaatsen, enkel kan draaien/roteren om zijn lengte-as.
2
, Het art. composita bestaat uit 2 verbindingen:
1. Caput costae (CaC) en corpus vertebrae
2. Collum costae (CoC) en proc. transversus
De as van beweging van de gewrichten zie je in het rood weergegeven.
De hoger gelegen ribben zitten vast aan het corpus vertebrae en heffen
het borstbeen in zijn geheel omhoog. Doordat de lager gelegen ribben op
een andere manier vastzitten en anders gebouwd zijn, zitten ze op een
andere richting vast aan de wervels en krijg je een ander
bewegingsgedrag. Bij de lager gelegen ribben staat de as namelijk schuin.
Op de afbeelding hieronder zie je een witte rib:
de inademingstoestand. Dus op het moment
dat je een inademingsbeweging maakt, komt
de rib verder naar voren te liggen. Het lagere
gedeelte maakt een beweging die zijwaards
gericht is op het moment dat je de rib heft.
Caudaal gaat die naar links/rechts en craniaal
naar voor/achter.
De longen moeten de ribben volgen. Daar is
een eenvoudige oplossing voor gedacht.
Daarvoor moet je weten wat er allemaal in de borstholte zit. Er zit namelijk
het cavum thoracis (= mediastinum (overige structuren) + 1x pericardholte
(hartzakholte) + 2x pleuraholten (longvliesholten))
De longen bewegen met de ribben mee middels het ‘tweebladig’
principe: 2 vliezen zitten tegen elkaar aan en daar zit een klein beetje vocht
tussen. Op het moment dat het ene blad wordt weggetrokken doordat de
ribben worden geheven, dan moet het andere blad mee.
Op de afbeelding links zie je de pleura parietalis (thorax(binnen)wand),
pleura visceralis (longoppervlak, zit tegen de long zelf aan) en de pleura
holte afgebeeld. Er zijn nog meerdere pleura’s (vliezen): deze zijn
benoemd naar de plaats waar ze tegen de verschillende onderdelen van
de long aanzitten. Maar welke vorm de thorax ook aanneemt, de long
vouwt zich daarnaartoe. Dat heeft alles te maken met het vacuüm tussen
die bladen. Is dat vacuüm er niet, dan zou de long zijn eigen grootte
aannemen. De long wordt constant op 1,5x zijn grootte gehouden. Dat
betekent dat de long altijd min of meer openstaat: er kan altijd lucht in. Die
long kun je nog meer uitrekken door je ribben te heffen. Op het moment
dat er ergens een gaatje zit tussen de ribben en er komt dus een gat in het
buitenste blad te zitten, dan zuig je door dat gaatje lucht binnen dat
vacuüm wordt gevuld door lucht van buitenaf de long neemt zijn
oorspronkelijke grootte aan. Dit noemen we de elasticiteit van de long zelf. De long wilt zelf eigenlijk kleiner worden,
dus uitademen gaat gemakkelijk en vanzelf door de elasticiteit van de longen en door de zwaartekracht.
Als de ribben omhooggaan, wordt de ruimte binnen de thoraxholte groter. Dit heeft te maken met het scheve verloop
van de ribben. Dit noemen we de ribademhaling. Daarmee hef je als het ware de ribben en ben je aan het
ademhalen (inspiratie) Inspiratie is elevatie van de ribben en dit doe je actief. Op het moment dat de ribben naar
beneden worden geduwd, adem je uit (expiratie). Expiratie is detractie van de ribben. Dit kan passief door de
combinatie van elasticiteit van de longen en thoraxwand en zwaartekracht. Maar dit kan ook actief omdat alle
spieren die de ribben kunnen eleveren en detraheren, we kunnen beschouwen als (hulp)ademhalingsspieren.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SHAR0N. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.