Samenvatting celbio hoofdstuk 2
1 Inhoud
2Structuur en functie van de cel en de celorganellen.............................................................................2
2.1Algemene structuur van de prokaryote cel....................................................................................2
2.2Algemene structuur van de eukaryote cel.....................................................................................3
2.3Structuur en functie bij virussen en andere primitieve organismen..............................................6
2.4structuur en functie van de biologische membraan......................................................................9
2.5Structuur en functie van de celorganellen en andere celcomponenten......................................10
2.5.1De kernzone bij de prokaryoten. De kern bij eukaryoten......................................................10
2.5.2Het celoppervlak: de celmembraan bij dierlijke cellen en de celwand bij bacteriële, fungus-
en plantaardige cellen..................................................................................................................14
2.5.3De plasmamembraan of plasmalemma................................................................................19
2.5.4Intercellulaire juncties..........................................................................................................20
2.5.5De mitochondriën (1µm)......................................................................................................21
2.5.6de plastiden: proplastiden, chloroplasten, amyloplasten en chromoplasten........................22
2.5.7Het endoplasmatisch reticulum (E.R.)...................................................................................23
2.5.8Het golgi-apparaat................................................................................................................26
2.5.9De lysosomen.......................................................................................................................26
2.5.10De peroxisomen..................................................................................................................27
2.5.11De glyoxisomen (= 2e type microbodie)..............................................................................28
2.5.12Cytoplasmatische inclusies: reservepartikels, vet- en oliedruppeltjes (oleosomen),
kristallen.......................................................................................................................................28
2.5.13Microtubuli, microtubuli-organiserende centra en structuren opgebouwd uit microtubuli:
cytoskelet, centriolen, spoelfiguur, ciliën en flagellen..................................................................29
2.5.14De vacuole..........................................................................................................................31
2.5.15De ribosomen en het cytosol..............................................................................................31
2.5.16overzicht van de belangrijkste verschilpunten tussen prokaryote en eukaryote cellen......32
2.6methoden voor de studie van cellen en hun componenten........................................................32
2.6.1microscopie..........................................................................................................................32
2.6.2Gebruik van radio-isotopen, antilichamen en GFP-fusies voor het lokaliseren van specifieke
moleculen in de cel.......................................................................................................................36
2.6.3Isolatie van cellulaire structuren: homogenisatie van cellen en fractionatie van de celinhoud
......................................................................................................................................................37
2.6.4Micromanipulatie.................................................................................................................39
1
,2 Structuur en functie van de cel en de celorganellen
cytoplasma ⬄ protoplasma
Cytoplasma = waterig milieu tussen de celorganellen
Protoplasma = gedeelte van de cel dat ingesloten wordt door de celwand (m.a.w. de cel zonder de
celwand). Cellen waarvan men op kunstmatige wijze de celwand verwijdert heeft, noemt men
protoplasten
prokaryoten ⬄ eukaryoten
Eén van de belangrijkste stappen in de evolutie van
prokaryoten naar eukaryoten was het verkrijgen van
mitochondriën.
→ Evolutie stamboom werd opgesteld op basis van
sequentiesimilariteit van rRNA genen
(geeft ander beeld dan de klassieke indeling op basis
van morfologische kenmerken)
prokaryoten eukaryoten
Geen intracellulaire compartimentatie Intracellulaire compartimentatie
(structureel en functioneel)
Soms mesosomen en thylakoïdstructuur kern
1µm groot 10µm
2.1 Algemene structuur van de prokaryote cel
Vb. bacteriën en de blauwwieren
Eenvoudige opbouw van hun cellen: geen intracellulaire compartimentering
Kernzone niet van het cytoplasma afgescheiden (bij eukaryoten is dat wel zo)
Soms mesosomen = instulpingen van het plasmalemma/plasmamembraan.
o Enzymen op plasmamembraan ook op membraan van mesosomen
o Functie: oppervlak plasmamembraan vergroten
Soms thylakoidstructuren= instulpingen plasmalemma/plasmamembraan
o Bestaande uit thylakoidmembranen
o Bij fotosynthetiserende prokaryoten zijn er thylakoidstructuren, die dienst doen bij de
fotosynthese.
1µm grootte komt overeen met de grootte van de mitochondriën bij eukaryote cellen
bolvormig, staafvormig, langgerekt, spiraalvormig,… (bacillen, coccen, spirillen)
o variatie in algemene vorm beperkter dan eukaryote cellen
Op E.M.-foto’s
o Cytoplasma, kernzone en celwand duidelijkst
o Plasmamembraan/plasmalemma dun lijntje onder de celwand
o Ribosomen kleine puntjes in het cytoplasma.
o Reservestofpartikels veel groter en ook onregelmatiger van vorm dan ribosomen.
o Tussen celwand en het plasmalemma bevindt zich de periplasmatische ruimte
(voorkomen van specifieke enzymen).
o In kernzone zijn er soms fijne draadjes chromosomen.
2
, o Op het oppervlak van prokaryoten cellen: pili (enk. Pilus) en flagellen
FIGUREN PG 117-120
2.2 Algemene structuur van de eukaryote cel
Uiterlijke vorm grote variabiliteit
Inhoudelijk opmerkelijke gelijkenis
• Kern
• Mitochondriën 1µm
• Chloroplasten 5µm (bij planten)
• Golgi-apparaat
• ER
• Lysosomen (bij dieren)
• Grote centrale vacuole (bij
planten)
• Peroxisomen
• Glyoxisomen komen
minder voor
FIGUREN PG 122-
127
3
, Overzicht cellulaire structuren
1. Gemeenschappelijk aan plantaardige en dierlijke cel
• kern met nucleus en kernporiën
• mitochondriën
• golgi-complex (bij planten ook dictyosoom genoemd)
• endoplasmatisch reticulum
o S.E.R. (smooth): is niet bezet met ribosomen
o R.E.R. (rough): is wel bezet met ribosomen
• vet- of oliedruppeltjes
• microtubuli (onderdeel van cytoskelet)
• peroxisomen
• partikels van onopgeloste reservestoffen
• vrije ribosomen (niet membraangebonden, eventueel wel in groepjes als polysomen)
2. Specifiek voor dierlijke cel
lysosomen
glycocalyx
centrosoom bestaande uit 2 centriolen (ook bij fungi)
3. Specifiek voor plantaardige cel
chloroplasten (en/of andere plastidtypes)
grote centrale vacuole
celwand
glyoxisomen (en eventueel andere microbodies)
Aantal membranen bij de organellen
organellen met dubbele membraan
o kern, mitochondriën, chloroplasten
organellen met enkele membraan
o alle andere
verschillende compartimenten eukaryote cel eigen specifieke functie
Functi es van verschillende cellulaire structuren
Kern
o Bevat genetisch materiaal (DNA), replicatie (DNA-synthese) en transcriptie (RNA-
synthese)
o Kernporiën: transport van mRNA naar cytoplasma
o Nucleolus: synthese van rRNA
Mitochondriën
o Belangrijkste plaats van energieproductie:
O2-ademhaling
Krebs-cyclus (ATP) en elektronentransportketen
Vetzuurafbraak (β-oxidatieweg)
Chloroplasten
o Fotosynthese
Plasmamembraan
o Chemische grens van de cel
o Selectieve opname van voedingsstoffen
o Excretie van afval- of andere stoffen
Golgi-complex
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller user_chemie_kul. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.41. You're not tied to anything after your purchase.