Samenvatting pedagogiek en gezinsondersteuning. Ik had 18/20 voor dit examen.
Deze samenvatting bevat de inhoud die gekend moet zijn + eigen notities uit de lessen + soms tips omtrent het examen. Het is ideaal om naast je cursus en eigen notities te leggen en deze eventueel erbij te schrijven. De...
1. Inleiding: een beeld van een kind
Pedagogiek VS Pedagogische wetenschappen:
• Pedagogiek
o = wetenschappelijke studie van opvoeding, onderwijs en vorming
• Pedagogische wetenschappen verwijst naar:
o Meerdere subdisciplines
o Meerdere pedagogische kaders
o Meerdere onderzoeksmethodes
Twee stromingen:
1. Evidence Based Pedagogiek
o Meten is weten: handvatten voor de praktijk
o Gebaseerd op onderzoek, feiten
▪ Gemeten in onderzoek en geeft hun mee wat te doen met kind
o Voorschrijvend
o Gestimuleerd door 2 tendensen
▪ Risico reducerend denken = risico willen verminderen, problemen vermijden
▪ Individualiserend denken (per categorie) = optimaal functioneren, richten op
individu, norm om je op een bepaalde manier te gedragen, categorie = label
2. Fundamentele Pedagogiek
o Trage fundamentele vraagstukken
o Nadenken over bepaalde zaken
o Filosofische insteek
o Beschrijvend
o Ethische vraagstukken
o Normatief en ethisch: waarden en normen van de samenleving in vraag stellen (=
onderliggende ideologische kwesties).
o Gaat om nuance
→ handboek valt onze deze stroming
Ontdekking van de concepten ‘kind en kindertijd’
➢ Niet enkel gebaseerd op biologische kenmerken.
➢ Gaat om nuance
➢ De kindertijd is een sociaal geconstrueerde periode.
→ Kindertijd is niet zo afgelijnd, wij beslissen, zelf construeren
→ Daarom een sociaal construeerde periode
➢ Is gebaseerd op de maatschappelijke context van dat moment (religie, politiek, filosofie)
o Bv: kinderen slaan, is via de politiek vastgesteld dat dit niet meer kan en mag, ergens
anders mag en kan dit wel nog
1
, ➢ Kind is een aparte categorie:
o In de oudheid: kind krijgt aandacht
o Tot laat in de middelleeuwen: kind afgebeeld als onaf of mini-volwassene
o Renaissance met o.m. Rousseau: de ziel van het kind
▪ Rousseau: alles wat gemaakt is door God is goed. God heeft de kinderen
gemaakt, dus de kinderen zijn goed. We moeten er dus voor zorgen dat we
hen goed gaan ondersteunen.
o Geïndustrialiseerde samenleving: kind is kwetsbaar en moet beschermd worden
o 1960 tot vandaag: ‘jeugdland’, grootbrengen door kleinhouden, kinderen
beschermen en niet mee huishouden runnen
→ De visie hoe we naar kinderen kijken hangt af van de maatschappij
➢ Uit zich in verschillende contexten:
o Juridisch: minderjarig versus meerderjarig, wanneer is een kind dit en hier hangen
ook telkens regels aan vast
o Sociologisch: afhankelijk versus onafhankelijk, wanneer heeft een kind je nog nodig
o Ontwikkelingspsychologie: jongvolwassene versus volwassene, uitgerekte kindertijd,
wat is wie
6 kindbeelden
1. Het voorspelbare kind
o Het kind is voorspelbaar in zijn ontwikkeling.
o De volwassene houdt de ontwikkeling in de hand door vroegtijdige opsporing,
diagnose en classificatie. In die zin is het kind ‘maakbaar’.
2. Het kind als burger
o Het kind is een burger met rechten en plichten.
o De volwassene beschouwt het kind als nog-niet-burger en voedt het op tot
burgerschap.
3. Het witte kind
o Het kind is wit, niet meertalig en heeft christelijke tradities.
o De volwassene houdt geen rekening met diversiteit en structurele discriminatie.
4. Het kind als risico
o Het kind loopt gevaar of is zelf een gevaar voor de maatschappij.
o De volwassene beschermt het kind tegen de gevaren van de samenleving en
omgekeerd.
5. Het kind als held
o Het kind is weerbaar, inventief, flexibel, onconventioneel en vrij.
o De volwassene waardeert het kind voor zijn potentieel in het hier en nu. Hij is vooral
toeschouwer en biedt enkel hulp waar nodig.
6. Het kind als kapitaal
o Het kind is een investering in de toekomst. Het is menselijk kapitaal dat rendeert.
o De volwassene heeft de verantwoordelijkheid om dit kapitaal te koesteren en erin te
investeren.
2
, ➢ Hoe ontstaan die kindbeelden?
o Ze zijn een weerspiegeling van de maatschappij.
o Wanneer de maatschappij verandert, veranderen ook de kindbeelden.
o De kindbeelden hebben een ideologische basis. Ze zijn een weerspiegeling van de
opvattingen in de maatschappij:
▪ religieuze opvattingen
▪ politieke opvattingen
▪ filosofische opvattingen
➢ Hoe wijzigen de kindbeelden doorheen de tijd?
o De kindbeelden wijzigen niet plots maar vullen elkaar aan.
o Verschillende kindbeelden kunnen naast elkaar staan in één periode.
➢ Kindbeelden hebben invloed op:
o Hoe het kind naar zichzelf kijkt.
o De verwachtingen van ouders en leerkrachten.
o De relatie tussen kind en opvoeder en de manier van handelen.
o De manier waarop men spreekt en de verwachtingen van de maatschappij.
o Het beleid en de acties die men opzet (sociaal, economisch en cultureel).
2. Het voorspelbare kind
Wat houdt het kindbeeld in? (10)
1. Het kind is voorspelbaar en in die zin is het een louter technische aangelegenheid.
o Kind zal zich ontwikkelen volgens de schema’s die psychologen hebben geschreven
2. De ontwikkeling van het kind verloopt volgens vaste stadia. Bij misloop kijkt men naar wat
fout liep in het vorig stadium.
3. Er is een norm en hoe vroeger men die norm bereikt, hoe beter = De Olympische Spelen van
de Ontwikkeling.
o Beantwoord jouw kind aan de norm? → druk voor de ouders → strijd tussen ouders
‘Mijn kind is al zindelijk, mijn kind is/kan al…’
4. Het kind moet zo perfect mogelijk zijn en er is minder tolerantie voor wie afwijkt van het
gemiddelde.
5. Wie afwijkt moet zo snel mogelijk geremedieerd worden.
6. Het kind dreigt soms opgesloten te zitten in een label en ‘is’ enkel nog het label.
o Kind dat hier niet aan beantwoord krijgt label → ‘je wijkt af van de norm’
7. Erg adult-centrisch model: kind is ‘onaf’ en moet evolueren naar volwassenheid.
8. De mens is maakbaar: verbeterbaar.
o Mens is maakbaar → klopt niet altijd! → niet alles is zomaar maakbaar, kinderen
kunnen soms heel moeilijk proces doormaken
9. Zinvol is wat we kunnen meten. Wat we niet kunnen meten is minder belangrijk en zinvol.
o ‘Meten is weten’
10. De druk op ouders om perfect te zijn is groot.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisevandurme. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.00. You're not tied to anything after your purchase.