Dit is een volledige samenvatting van het vak 'Kwantitatieve Onderzoeksmethoden', gegeven door Maïka De Keyzer in de 2e bachelor Geschiedenis aan de KU Leuven. Het omvat notities van alle theorie en casusvideo's, alsook uitgebreide beschrijving van de instructies.
1. Beschrijvende statistiek
1.1. Concepten en jargon
1.1.1. Soorten data
Categorische data = kwalitatief Numerieke data of kardinale data
Nominaal (ongeordend) Interval (afstand tussen waarden)
Ordinaal (geordend) Ratio (verhouding tussen waarden)
a. Nominale data
• Bv. plaatsnamen, religies, instituties, bezittingen, terugkerende woorden in een tekst…
• Kenmerken:
o Altijd uniek en afgescheiden
o Soms dichotoom (vb. man/vrouw, open/gesloten)
o Vaak gecodeerd (numerieke codes om statistische bewerkingen toe te staan)
§ Zie SPSS
o Feitelijke namen niet relevant
o Geen rangorde tussen verschillende waarden
o Discreet en categorisch: kunnen eindig aantal elkaar uitsluitende
waarden/categorieën aannemen
• Voorbeeld tabel: naam en gestolen goed
b. Ordinale data
• Kenmerken:
o Ordinaal = geordend
o Hiërarchie of ordening is belangrijk
o Afstand tussen categorieën moet niet altijd even groot zijn
• Voorbeeld bovenstaande tabel: professionele status en omschrijving misdaad
o Matroos staat onder kapitein, en piraterij zal minder streng worden bestraft dan
piraterij met fysiek geweld
• Voorbeeld tabel sociale klassen: klassen geordend volgens sociale hiërarchie, dus
ordinale data
1
, c. Interval data
• Kenmerken
o Interval of afstand is altijd betekenisvol (bv. afstand tss 1° & 2° = tss 2° & 3°)
o Continue schaal (kunnen in principe oneindig doorlopen)
o Onderscheid: discrete en continue data
§ Discrete data: unieke getallen, dus 1, 2, 3… bv. hoeveel kinderen in gezin
§ Continue data: cijfers na de komma mogelijk, bv. 1,5
d. Ratio data
• Kenmerken
o Nooit onder nul: je hebt altijd een nulpunt
o Niet de exacte afstand maar de ratio of verhouding tussen de data is belangrijk
o Opnieuw discreet of continu mogelijk (eigenlijk # kinderen hier, want niet -1 kind)
o Bv. afstanden, opbrengsten of lonen
• Voorbeeld Engelse wolprijzen = numerieke ratiodata want niet onder 0
1.1.2. Datamatrix: algemeen
• Tabel
o Steeds een titel en een bronvermelding (anders niet juist gelezen & geïnterpreteerd)
o Waarnemingseenheid = rij die alle informatie bevat over 1 individuele categorie
o Variabelen = eigenschappen binnen waarnemingseenheden, bv. naam, leeftijd…
o Individuele cel wordt steeds gevuld door 1 waarde
1.2. Vuistregels
• Hoe te bepalen wat variabelen en wat waarnemingseenheid moet zijn?
o Steeds relatief
o Bepaald door onderzoeksvraag en soort data
o Dezelfde data kunnen anders georganiseerd worden
• Tabel lees je doorgaans van links naar rechts en van boven naar onder
• Minimumeisen voor tabellen
o Titel: beschrijving van inhoud, periode en munteenheid
o Voetnoot: bron en mogelijk extra uitleg
o Rij- en kolomtitels: kort en duidelijk
o Gegevens die met elkaar vergeleken worden, moeten dicht bij elkaar staan
2
,1.3. Gegevens ordenen: frequentietabellen
• Tabellen vooral gebuikt voor ordinale en nominale data
• Bijna alle tabellen zijn variatie van de frequentietabel, verschillende elementen:
o Distributie = reeks waarden per variabele
o Frequentie = hoeveelheid of aantal keer een waarde van deze variabele voorkomt
è Frequentietabel = tabel van frequentie waarmee een specifieke variabele
voorkomt, bv. tabel rond transportvoorkeuren
o 3 soorten frequentietabellen: simpel, gegroepeerd of cumulatief
o Al deze tabellen kunnen absolute of relatieve frequenties weergeven
• Casus: rol van handelaars uit de Zuidelijke Nederlanden in de Noordelijke Nederlanden
o Gelderblom onderwierp de gevluchte handelaars aan een prosopografische studie:
keek naar hun herkomst, beroep, leeftijd en welstand immigranten
§ Vraag 1: wat was de origine van de Zuid-Nederlandse kooplui die zich na 1578
in Amsterdam vestigde?
¨ Gebruikte hiervoor poortersboeken: hierin worden alle burgers van de stad
ingeschreven, nieuwe immigranten genoteerd met vermelding origine
¨ Koos voor simpele frequentietabel
- Links de variabele: plaats van oorsprong, rechts de frequenties
3
, ¨ Wat leert deze grafiek ons?
- Veruit de meeste immigranten komen uit Antwerpen
- Absolute waarden interessant, maar moeilijk om verhoudingen in te
schatten, dus relatief aandeel
¨ Ongegroepeerde frequentietabellen zijn nuttig wanneer er weinig
verschillende waarden weergegeven moeten worden
¨ Vaak echter veel meer verschillende waarden per variabele, dan is het beter
te kiezen voor een gegroepeerde frequentietabel
§ Vraag 2: wat is de welstand van de migranten?
¨ Gebruikte hiervoor vermogensbelastingslijsten, nl. de Maandelyckse
Quotatie uit 1584-1585: maandelijkse heffing op het vermogen van
gegoede Antwerpenaren
- Lange lijst van inwoners van verschillende steden, waarbij de geïnde
bedragen variëren van enkele stuivers tot honderden gulden
¨ Koos voor gegroepeerde frequentietabel
- Belastingen gegroepeerd in 7 klassen
- Wisselende klassenbreedte
- Wetenschappelijke quotatie
- Absolute frequentie in kolom 1
- Relatieve frequentie in kolom 2
- Cumulatieve frequentie in kolom 3
- Duidelijkheid (niet alle individuele belastingaanslagen), maar verlies
van detail (onmogelijk exacte aanslag te achterhalen)
- Keuze van klassenbreedte essentieel en afhankelijk van vraag &
boodschap: wat wil je meegeven en wat zijn relevante categorieën?
l Bv. voor vroegmoderne periode is verschil 2-3 gulden groter dan
10-20 gulden
§ Vraag 3: hoeveel percent van de handelaarsgezinnen betaalt minder dan 5
gulden? Hoe verhoudt zich dit tot de totale populatie?
¨ Wordt meteen duidelijk in een cumulatieve frequentietabel
- Geen absolute frequenties
- N = aantal observaties
- Ideaal om aandeel van totaal in hiërarchische variant weer te geven
- Onderste rij moet steeds op 100% uitkomen!
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studen2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.97. You're not tied to anything after your purchase.