Samenvattingen inclusief begrippenlijst, met veel voorkomende tandheelkundige vakken. Kan ook voor tandartsassistentes jaar 1 of jaar 3 gebruikt worden.
Samenvattingen RKT 2 (6) jaar 2
Kaakchirurgie: H12, H13, H14, H15, H16, H17, H18, H19
Mondverzorging: H4, H5, H6, H7
Administratie: h1 + h3 vooral blz 77 tot 83 goed doorlezen
Wortelkanaalbehandelingen: H1, H2, H3, H4
Kaakchirurgie H12
Cyste: holte die met vocht of taaie vloeistof gevuld is
Dentogene cyste: cystes die ontstaan vanuit een gebitselement
Embryonaal: ongeboren
Enucleatie: het chirurgisch verwijderen van een cyste
Epitheel: de bovenste laag van de huid en de slijmvliezen
Keratinisatie: verhoorning
Non-odontogene cyste: cyste die geen relatie heeft met een gebitselement
H13
Cheilo-schisis: gespleten lip
Palato-schisis: gespleten gehemelte
Prothetist: tandarts die gespecialiseerd is in het maken van protheses
Schisis: gespleten lip, kaak of gehemelte
Uvula: huig
H14
Gecombineerde behandeling: orthodontische behandeling waarbij de
patiënt eerst orthodontisch wordt voorbehandeld, daarna wordt de afwijking
chirurgisch gecorrigeerd
Intermaxillaire fixatie: het onbeweegelijk vastmaken aan elkaar van de
onder en bovenkaak zodat een breuk in de kaak weer goed kan genezen
Puberteitsgroeispurt: periode in de puberteit waarin een kind snelt groeit
Vaste apparatuur: plaatjesbeugel
H15 + H16
Kaakfractuur: breuk van de onder of bovenkaak
Le fort fractuur: fractuur van de bovenkaak
Malocclusie: het niet goed op elkaar passen van de tanden en kiezen
Maxillafractuur: breuk van de bovenkaak
Open fractuur: breuk waarbij minstens 1 van de botstukken door de huid of
het slijmvlies naar buiten steekt
Tetanusprofylaxe: inenting tegen tetanus
Trauma: verwonding, ongeluk
,H17
Incubatietijd: de tijd tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte
Mucocele: slijmcyste in de onderlip
Parotis epidemica: de bof
Ranula: slijmcyste in de glandula sublingualis, mondbodem
Siaoliet: speekselsteen
H18
Ankylose: verstijving van een gewricht, daardoor kan het gewricht niet meer
bewegen
Arthrothis: knappen en blokkeren van het kaakgewricht
Bruxisme: tandenknarsen
Luxatie: uit de kom schieten van het kaakgewricht
Masseterhypertrofie: dikker worden van de musculus masseter doordat deze
erg zwaar belast wordt. Ontstaat soms bij het knarsen, of veel kauwgom kauwen.
Reponeren: terugzetten van het kaakgewricht
Splint: kunststof beschermplaatje om de gebitselementen te beschermen
tegen grote krachten
Trismus: beperkte mondopening
H19
Apex-resectie: chirurgische endo
Excochleeren: het verwijderen van ziek weefsel met een excoachelator
Granuloom: onsteking rond de wortelpunt waar geen pus in zit
Mucoperiost: bedekkende laag van slijmvlies(mucosa) en botvlies(periost)
Orthograad: vulling vanuit de mondzijde
Osteotomie: chirurgische kaakcorrectie
Retrograad: vulling vanuit de wortelzijde
Ulcera: zweren
MONDVERZORING
H4
Aerobe bacterien: bacterien die alleen kunnen leven als er WEL zuurstof aanwezig is
Anaerobe bacterien: bacterien die alleen kunnen leven als er GEEN zuurstof is
Antidepressiva: geneesmiddelen tegen depressies
Antihypertensiva: geneesmiddelen tegen een hoge bloeddruk
Halitose: stinkende adem
Oraal: via de mond
Sjorgen: ziekte met abnormale droogheid van mond, neus en keel
Tongcoating: plaque achter op de tong die veel bacterien bevat
Xerostomie: droge mond doordat er te weining speeksel wordt geproduceerd
H5
, Alveole: de tandkas waarin de wortel van het gebitselement bevestigd is
Diastemen: ruimtes tussen de gebitselementen
Gingiva: tandvlees
Gingivitis: ontsteking van het tandvlees
Interdentale papil: het deel van de gingiva dat tussen de gebitselementen in de
approximale ruimtes zit
Juveniele parodontitis: speciale vorm van parodontitis waarbij al op zeer jonge leeftijd
veel kaakbot verloren gaat
Ligamentum parodontale: het wortelvlies
Mucosa: het beweeglijke slijmvlies dat de mondholte aan de binnenzijde bedekt
Necrose: het afsterven van weefsel
Parodontale aandoeningen: ziektes van de steunweefsel van het gebit
Parodonitis: ontsteking van de steunweefsel waarbij kaakbot verloten is gegaan
Pocketsonde: meetinstrument waarmee de diepte van de sulcus kan worden
bepaald, word ook wel de parosonde genoemd
Processus alveolaris: het kaakbot
Spongieus bot: bot met de structuur van een honingraat
Sulcus: de ruimte tussen de tandvleesrand en het gebitselement
Ulcereren: zweren
H6
Botresorptie: botafbraak
Diabetes: suikerziekte
Diagnose: vaststelling van een bepaalde ziekte naar aanleiding van de kentekenen
Evaluatie: beoordeling van het resultaat
Furcatie: de ruimte tussen de wortels van gebitselementen die meer dan 1 wortel
hebben
Hepatitis: geelzucht
Initiele behandeling: eerste fase van de behandeling
Migraties: veranderingen in de stand van gebitselementen
Mobiliteiten: abnormaal losstaande gebitselementen
Overhangende restauraties: restauraties die te ver buiten het gebitselement steken
Parodontoloog: tandarts gespecialiseerd in aandoeningen van het parodontium
Pocket: sulcus die dieper is dan 3mm
Recessie: terugtrekken van het tandvlees
Retentiefactoren: factoren waardoor het verwijderen van plaque moeilijk wordt
Subgingivaal tandsteen: tandsteen dat onder het tandvlees (in de sulcus of pocket) zit
Supragingivaal tandsteen: tandsteen dat zich boven de tandvleesrand bevindt
Toxinen: gifstoffen
H7
Curette: instrument voor verwijderen van tandsteen en gladmaken van de wortel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joelleruben99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.