100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting K1 leerdoelen en literatuur handhavingsrecht week 1 tm 7 $9.37   Add to cart

Summary

Samenvatting K1 leerdoelen en literatuur handhavingsrecht week 1 tm 7

2 reviews
 73 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting leerdoelen, literatuur en belangrijke punten uit werkcolleges.

Preview 3 out of 19  pages

  • January 30, 2018
  • 19
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: yasminaa • 4 year ago

review-writer-avatar

By: averbiesen123 • 5 year ago

avatar-seller
Handhavingsrecht
Week 1

De student kan drie instanties opnoemen die zich bezighouden met
bestuursrechtelijke toezicht en handhaving
Leerplichtambtenaar, toezichthouder drank- en horecawet, voedsel en warenautoriteit
Hun bevoegdheid vloeit niet rechtstreeks voort uit bijv. de Arbeidsomstandighedenwet, maar
uit een in die wet neergelegde aanwijzingsbevoegdheid.

De student kan opnoemen welke bevoegdheden de toezichthouder heeft op grond van
de Awb
Een toezichthouder: Een persoon dat belast is met het houden van toezicht op de naleving
van hetgeen dat in de wet staat (art. 5:11 Awb).
Een toezichthouder beschikt op grond van de Awb over de volgende bevoegdheden:
- De bevoegdheid tot het betreden van elke plaats met uitzondering van een woning zonder
toestemming van de bewoner (art. 5:15 Awb)
- De bevoegdheid tot inlichtingen te vorderen (art. 5:16 Awb)
- De bevoegdheid van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs (art. 5:16a
Awb)
- De bevoegdheid inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden (art. 5:17 lid 1
Awb)
- De bevoegdheid zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen (dwz meten of
wegen) en daarvan monsters te nemen (art. 5:18 lid 1 Awb)
- De bevoegdheid vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking waartoe hij een
toezichthoudende taak heeft (art. 5:19 lid 1 Awb)

Op grond van de Awb kunnen toekomende bevoegdheden aan de toezichthouder bij wettelijk
voorschrift of bij besluit van en bestuursorgaan worden beperkt (art. 5:12 t/m 5:14 Awb).
Bij of krachtens de bijzondere bestuursrechtelijke wet kan ook een verruiming van de
toezichtsbevoegdheden worden geregeld. Daarnaast is het van belang dat burgers hun
medewerking verlenen aan het onderzoek. In art. 5:20 lid 1 Awb is dan ook de plicht voor
eenieder neergelegd aan een toezichthouder alle medewerking te verlenen die deze
redelijkerwijs kan vorderen ter uitoefening van zijn bevoegdheden.
Een toezichthouder mag van zijn bevoegdheden alleen gebruikmaken als dat voor de
vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is  proportionaliteit (art. 5:13 Awb).
Toezichthouders beschikken naast de bestuurlijke toezichtsbevoegdheden vaak ook over
(strafrechtelijke) opsporingsbevoegdheden en zijn dan in zoverre ondergeschikt aan de
OvJ. Dit betekent in feite dat één natuurlijke persoon tegelijkertijd twee verschillende functies
vervult (toezichthouder en opsporingsambtenaar).
Onmiddelijkheidsvereiste:

De student kan in een casus aangeven wie de overtreder is en wat de overtreding is
Bestuurlijke sanctie: art. 5:2 lid 1 onder a: een door een bestuursorgaan wegens een
overtreding opgelegde verplichting of onthouden aanspraak.
Een overtreding is een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig
wettelijk voorschrift (art. 5:1 lid 1 Awb). Het woord krachtens betekent dat niet alleen
overtreding van wettelijke voorschriften bestuurlijk gesanctioneerd kunnen worden, maar dat
er ook een sanctie opgelegd kan worden als een in een beschikking opgelegde verplichting
of een aan een vergunning verbonden voorschrift of beperking niet wordt nageleefd.
Onder een overtreder wordt verstaan: degene die de overtreding pleegt of medepleegt
(art. 5:1 lid 2 Awb). Overtredingen kunnen worden begaan door natuurlijke personen en
rechtspersonen. Art. 51 lid 2 en 3 Sr is van overeenkomstige toepassing (art. 5:1 lid 3
Awb).

,Door middel van het verlenen van vergunningen en het opstellen van avv’s
(publiekrechtelijke rechtshandeling) vormt het bestuur recht. Het stelt regels vast die in een
individueel geval (beschikking) of in het algemeen (avv’s) in acht moeten worden genomen.
Vervolgens handhaaft het bestuur dit recht. Om een effectieve handhaving te kunnen
garanderen, worden deze onderverdeeld in toezichtsbevoegdheden en
handhavingsbevoegdheden.
Toezichthoudende bevoegdheden gecreëerd (vooral) voor ambtenaren, om te controleren of
men zich aan de regels houdt. Als door een toezichthouder geconstateerd wordt dat er in
strijd is gehandeld met de wet  handhavingsbevoegdheden komen in beeld.
In de Awb wordt gesproken over bestuurlijke sanctie (art. 5:2 lid 1 onder a Awb). Dit is een
opgelegde verplichting/onthouden aanspraak, door een bestuursorgaan gegeven.
Op grond van art. 5:4 Awb moet er in een bijzondere bestuursrechtelijke wet een expliciete
bevoegdheid zijn neergelegd voor het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie door een
in die wet aangewezen bestuursorgaan (legaliteitsbeginsel). Welke sanctie wordt opgelegd,
is onder andere afhankelijk van het resultaat dat het bestuursorgaan ermee wil bereiken
(bestraffen van de overtreder of het herstellen van een onrechtmatige in een
rechtmatige toestand). Als een bestuursorgaan een bestuurlijke sanctie oplegt, gebeurt dat
in de vorm van en beschikking. Dus ook de algemene regels uit de Awb en de abbb zijn dan
van toepassing.
Wie belast is met het toezicht op de naleving van bestuursrechtelijke voorschriften moet
steeds worden afgeleid uit de bijzondere bestuursrechtelijke wet.
Kenmerkend aan een bestuurlijke sanctie is dat deze door een bestuursorgaan wordt
opgelegd zonder dat de rechter daaraan te pas komt. De sanctie wordt opgelegd in de vorm
van een beschikking (art. 1:3 lid 2 Awb). Tegen deze sanctiebeschikking staat pas de weg
naar de rechter open nadat zij aan de overtreder is opgelegd. In het bestuursrechtelijke
sanctierecht wordt onderscheid gemaakt tussen herstelsancties en bestraffende sancties.
Art 5:2 lid 1 sub b Awb: Herstelsanctie: Een bestuursrechtelijke sanctie die strekt tot het
geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding / voorkomen van
herhaling van overtreding / wegnemen/beperken van de gevolgen van overtreding
 Herstel van een onrechtmatige in een rechtmatige toestand
 Gevolgen worden weggenomen/beperkt
 Geen verdere benadeling vindt plaats tegenover de overtreder dan nodig is voor het doen
naleven van de voorschriften
 Mogen niet verder gaan dan nodig voor herstel in rechtmatige toestand
 Overtreder zal altijd nadeel ondervinden aan een herstelsanctie, maar dit moet niet gezien
worden als een vorm van bestraffing
Last onder bestuursdwang en last onder dwangsom zijn herstelsancties. Kenmerk van
een herstelsanctie is dat geen verdere benadeling van de overtreder plaatsvindt dan nodig is
voor het doen naleven van bepaalde voorschriften. De overtreder zal vrijwel altijd nadeel
ondervinden van een herstelsanctie, maar deze benadeling moet niet worden gezien als een
vorm van bestraffing. Om die reden is het wel van belang dat de rechter controleert of de
herstelsanctie inderdaad niet verder gaat dan nodig is voor herstel van een onrechtmatige in
een rechtmatige toestand.
Bestraffende sancties zij bedoeld om de overtreder leed toe te voegen (art. 5:2 lid 1
onder c Awb). Met deze leedtoevoeging kunnen verschillende doelen worden beoogd. Een
belangrijk doel is de generale (en speciale) preventie die uitgaat van leedtoevoeging.
Daarnaast spelt vergelding een rol. Bij bestraffende sancties gaat het vooral om bestraffing
van de dader en niet (zozeer) om het herstel van een rechtmatige toestand. Een voorbeeld is
de bestuurlijke boete.
Het kunnen onderscheiden tussen herstelsancties en bestraffende sancties is van belang
omdat:
- Bestraffende sancties meestal worden aangemerkt als criminal charge in de zin van art.
6 EVRM. De straf(proces)rechtelijke waarborgen uit het EVRM moeten dus in acht worden
genomen (bijv. onschuldpresumptie, zwijgrecht, recht op een eerlijk proces,
verdedigingsrechten).

, - De zwaarte van bestraffende sancties door de bestuursrechter volledig op evenredigheid
moeten worden getoetst terwijl de zwaarte van herstelsancties marginaal aan het
evenredigheidsbeginsel worden getoetst.
- De soort sanctie van belang is bij beantwoording van de vraag of ten aanzien hetzelfde feit
gelijktijdig of na elkaar meerdere sancties kunnen worden opgelegd (cumulatie van sancties
en ne bis in idem).
- 3 criteria criminal charge:
1. Er moet vastgelegd worden of het feit in nationaal recht een strafbaar feit is (formeel)
(classificatie van de normschending naar nationaal recht), wanneer het in een
strafrechtelijke wet staat, is er sprake van criminial charge (maar soms kan een
normschending van bestuursrecht ook criminial charge zijn op het moment dat het
tweede en derde criterium veel belangrijker zijn dan het eerste)
2. Aard van de overtreding (materieel)  Algemeen, de wettelijke regeling moet gericht
zijn tot alle burgers
3. Aard en zwaarte van sanctie (materieel)  Heeft de sanctie een afschrikkend en
bestraffend karakter, dan is er sprake van criminal charge
 Er hoeft niet aan alle 3 de criteria te worden voldaan, vaak worden 2e en 3e criterium
betrokken in de beoordeling
 Bij de oplegging van een bestraffende, bestuursrechtelijke sanctie moeten er een aantal
extra verdragsrechtelijke waarborgen in acht genomen worden
- Zwaarte/hoogte van bestraffende sanctie: volledig op evenredigheid getoetst
 Volledige toetsing (indringend): De bevoegdheid om een besluit van een bestuursorgaan
de vernietigen zowel met betrekking tot de feiten als tot het recht (toetsing door de rechter
om te kijken of hij tot dezelfde beslissing komt)  Bestaat er evenredigheid tussen de ernst
van de overtreding en de zwaarte van de opgelegde sanctie?
 Bij bestraffende sanctie verhoogde rechtsbescherming:
1. Bestuursorgaan zal bij oplegging van bestuurlijke boete naast de gewone
bestuursrechtelijke waarborgen ook rekening houden met strafrechtelijke waarborgen
2. Bestuursrechter zal hoogte/zwaarte van opgelegde sanctie toetsen
- Zwaarte/hoogte van herstelsanctie: marginaal aan evenredigheidsbeginsel getoetst
 Marginale toetsing: Een rechter gaat na of de overheid een besluit in redelijkheid, gelet op
de daarbij betrokken belangen, had mogen nemen. Zij oordeelt dan niet over de inhoud van
het besluit zelf, maar kijkt alleen of het besluit op de juiste manier tot stand is gekomen.  Is
het bestuursorgaan in redelijkheid tot het genomen besluit gekomen?
- De soort sanctie is van belang bij het beantwoorden van de vraag of ten aanzien van
hetzelfde feit gelijktijdig of na elkaar meerdere sancties kunnen worden opgelegd (ne
bis in idem, cumulatie van sancties)

Week 2

In een casus aangeven welke sanctie wordt toegepast;
Er zijn in totaal vier sancties, waarvan drie gecodificeerd in het Awb.
Last onder bestuursdwang, art. 5:21 Awb.
Last onder dwangsom, art. 5:31d Awb.
Bestuurlijke boete, art.5:40 Awb.
Intrekking van de vergunning, zie bijzondere wetgeving.

Er zijn herstelsancties en bestraffende sancties. De last onder bestuursdwang en de last
onder dwangsom zijn herstelsancties. De bestuurlijke boete is een straffende sanctie en
de intrekking van de vergunning kan straffend of herstellend karakter hebben. Dit hangt af
van de intentie van het bestuursorgaan. Art. 5:2 lid 1 Awb sub b stelt: herstelsancties zijn
een bestuurlijke sancties die strekken tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of
beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding,
dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.
Herstelsancties moeten niet verder gaan dan nodig is om de onrechtmatige toestand te

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisjorna1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$9.37  2x  sold
  • (2)
  Add to cart