100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ecologie 3 Successie $3.28   Add to cart

Summary

Samenvatting Ecologie 3 Successie

 184 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het derde hoorcollege van ecologie uit met toevoegingen van . Onderwerpen die hier aan bod komen zijn: biomen, tropen, grasland, toendra, woestijn, regenval, temperatuur, productie, decompositie, diversiteit, latitude, evaporatie, species richness, species eveness, dive...

[Show more]
Last document update: 4 year ago

Preview 2 out of 8  pages

  • January 31, 2018
  • December 25, 2019
  • 8
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Ecologie 3
Biomen, milieufactoren variëren in tijd en ruimte. Denk bijvoorbeeld aan de instraling, temperatuur
en neerslag. Deze variatie van abiotische factoren zorgen ervoor dat je een soort banden van
vegetatie krijgt. Het voorkomen van overeenkomstige grote groepen van ecosystemen, noemen we
biomen. Het is niet zo dat eenzelfde bioom in
Azië en Afrika uit dezelfde plantensoorten
bestaat, maar de adaptaties lijken erg op
elkaar. Het ligt eraan op wat voor niveau je
naar gebieden gaat kijken om te bepalen
hoeveel biomen er zijn. In deze cursus gaan we
de volgende biomen behandelen:
- Toendra
- Taiga (noordelijk naaldhoutbos)
- Gematigd bos
- Steppen en graslanden
- Savannes
- Mediterrane vegetaties
- Woestijnen
- Tropische regenwoud
Tropische bossen, hebben hele hoge instraling,
aangezien ze met name op de evenaar voorkomen. Ook
hebben ze veel neerslag en over het algemeen veel
constante condities door het jaar heen. In de afbeelding
zijn meerdere tropische regenwouden weergegeven in
de grafieken, waarbij de rode lijn de temperatuur
aangeeft en de blauwe lijn de neerslag. Tropische
bossen zijn altijd heel erg gelaagd. Zo zie je grote bomen maar ook varens en dat is mogelijk door de
hoge instraling, waardoor er nog licht overblijft voor de onderste vegetatie. Wat verder kenmerkend
is voor de tropen is dat de bodem erg arm is. Alle nutriënten zitten in de levende biomassa. De
decompositie vindt namelijk erg snel plaats, waardoor de nutriënten van afgevallen bladeren snel
weer opgenomen worden. De wortels zitten namelijk vooral in de bovenste bodemlaag. Door deze
snelle afbraak is de [CO2] in tropische bossen erg hoog. Verder valt er veel neerslag en hier zullen dan
ook met name C3 planten aanwezig zijn. Daarbij zijn bomen altijd C3 planten en in de tropen zijn de
bomen erg dominant. In het tropisch regenwoud heb je dus geen omslag van vegetatie van C3 naar
C4, zoals uit het vorige hoorcollege wel blijkt te gebeuren in het zuiden.
Graslanden, de grasveldjes in Nederland behoren niet tot
graslanden, aangezien wij ze beheren. Als we de grasvelden
hun gang zouden laten gaan, zou er een gematigd bos
vormen. Bij natuurlijke graslanden spelen factoren als
natuurlijk vuur en grote grazers echter wel een belangrijke rol.
Deze vegetatie komt voor in droge gebieden met een hoge
instraling. Deze droogte is de reden dat er geen bomen
groeien. Andere termen voor grasland vegetatie zijn prairie en
steppe.
Toendra, bestaat voornamelijk uit korstmossen en andere
lage vegetatie zoals heideplantjes. De bodems bevatten
permafrost en zijn dus permanent bevroren. Er is een lage
instraling en ook een lage productie. De temperaturen zijn er
erg laag en vaak is er ook weinig neerslag. Verder komt deze
vegetatie niet alleen in het noorden voor, maar ook in
gebergtes.

, Woestijnen, zijn erg droog, maar hoeven niet
altijd heel erg warm te zijn. Hier is dus met
name de neerslag beperkend, maar de
temperatuur kan variëren. Aanpassing die
daarop ontstaan zijn, zijn CAM planten die
overdag hun stomata gesloten houden en ’s
nachts CO2 accumuleren.
Regenval & temperatuur, de ecosystemen
komen in banden op de aarde voor en zijn met
name afhankelijk van de neerslag en de temperatuur. Dat is
terug te zien in de grafiek. Wat belangrijke is, is dat de
onderste as van warm naar koud loopt i.p.v. van koud naar
warm. In de grafiek zie je bijvoorbeeld dat de woestijn van
heel erg warm naar heel erg koud kan lopen en dat het
tropische regenwoud met name bij de hoge temperatuur
zit. Hoge temperatuur wordt hier dus
geassocieerd met een hoge instraling.
Leer dit figuur goed!
Productie, meer neerslag en een
hogere temperatuur zorgen voor een
hogere productie. Ook zorgt het voor
een hoge diversiteit, veel soorten
hebben hun optimum bij veel neerslag
en een hoge temperatuur.
Productie & decompositie, de afbraak
van materiaal is erg afhankelijk van de
temperatuur en vochtigheid. De decompositie
snelheid verschilt dan ook per bioom. Zo zie je
in de tabel dat het bij een toendra 100 jaar
kan duren voordat materiaal gedecomposeerd is, terwijl het in een
tropisch regenwoud binnen een half jaar weg kan zijn.
Diversiteit, de hoogste diversiteit is waar te nemen rond de
evenaar. Dat komt doordat de optimale condities ervoor zorgen dat
er veel soorten naast elkaar kunnen door de vele
nichedifferentiaties. Daarbij is historie ook van belang, aangezien
gebieden rond de evenaren voor een lange tijd ongestoord hebben
kunnen evolueren. Zo hebben er veel aanpassing en specialisaties
plaats kunnen vinden, terwijl de noordelijke gebieden glaciaal na
glaciaal verstoord zijn geweest en als het ware steeds teruggebracht
zijn tot 0. Verder zie dat de bergruggen in Noord-Amerika die van noord naar zuid lopen meer
soorten hebben behouden dan Europa. In Europa liggen de pyreneeën namelijk dwars en soorten die
aan het verschuiven waren met het oprukkende ijs moesten dus een koude berg over en dat konden
ze niet aan. In Noord-Amerika zijn dus meer soorten overgebleven omdat zij heen en weer
konden schuiven met het ijs mee.
Latitude, speelt dus een bepalende in de soortenrijkdom. Op de evenaar is de soortenrijkdom
hoog en in de polen is die laag. Twee sturende factoren hiervoor zijn het klimaat en de
historie.
Evaporatie, is een combinatie van neerslag en temperatuur en geeft aan hoeveel verdamping
er kan plaatsvinden. In de grafieken zie je hoe de soortenrijkdom van de vegetatie afhankelijk
is van de evaporatie. Indirect is de dierenrijkdom ook afhankelijk van de evaporatie, doordat
dit de vegetatie beïnvloed.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittheijmans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79650 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.28
  • (0)
  Add to cart