Dit document bevat een complete samenvatting voor deeltoets A van het vak Jeugdrecht aan de Universiteit Utrecht. Het bevat alle verplichte literatuur uit het boek 'Jeugdstrafrecht' van Ido Weijers en de artikelen en de hoorcolleges. De samenvatting is zo beknopt mogelijk geschreven, maar bevat wel...
,Week 1
Weijers: hoofdstuk 2
Afstammingsrecht = regelt de afstamming tussen ouders en kind. Daarmee krijgt het kind
rechtsbetrekking tot zijn ouders en andere familieleden. Het afstammingsrecht is dwingend recht.
Tot voor kort gold het beginsel van biologische afstamming als grondslag voor juridisch
ouderschap, omdat alleen een man en een vrouw biologisch gezien een kind kunnen krijgen. sinds
2014 is dit beginsel gedeeltelijk losgelaten en is het mogelijk dat twee moeders als juridische ouders
worden beschouwd. Daarbij is de Staatscommissie bezig om naast het juridisch ouderschap ook
juridisch meerouderschap te faciliteren, in dat geval kunnen er dan max. 4 ouders zijn (i.p.v. 2).
Manieren waarop juridisch ouderschap tot stand kan komen
Moeder door geboorte.
Ouder van rechtswege: juridische vader/moeder is degene die op het moment van de geboorte
van het kind gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de geboortemoeder. In het
geval van een tweede moeder moet het kind verwerkt zijn m.b.v. een onbekende donor.
Ouder door erkenning: het erkennen van een kind door de vader of tweede moeder schept een
juridische relatie tussen de persoon en het kind. Je kind erkennen doe je bij de gemeente.
Hiervoor is toestemming nodig van de moeder en eventueel van minderjarige indien ouder dan
12 jaar.
Ouder via gerechtelijke vaststelling: de rechter kan het vaderschap opleggen aan de man, hierbij
gaat het om partners die geen juridisch ouder willen zijn.
Ouderschap via adoptie.
Het juridisch ouderschap heeft meerdere rechtsgevolgen. Juridische ouders oefenen gezamenlijk het
gezag uit op hun kind. Het garandeert ook een recht op omgang met het kind, in het geval van een
scheiding. Verder hebben de juridische ouders een onderhoudsplicht en het kind heeft erfrecht.
Juridisch ouderschap betreft levenslange juridische banden tussen ouder en kind. Ouderlijk gezag
heeft daarentegen uitsluitend betekenis voor de opvoedingsrelatie en eindigt ook op het 18 e jaar van
het kind. Ook het gezagsrecht is dwingend recht. Ouderlijk gezag kan alleen worden beperkt of
afgenomen met een maatregel van de kinderbescherming. Het ouderlijk gezag wordt beschouwd als
doelbevoegdheid: de rechten en plichten voortkomend uit gezag dienen het belang van het kind.
Ouderlijk gezag houdt in dat ouders zorg dragen voor het lichamelijk en geestelijk welzijn en de
veiligheid van het kind. Daarbij voert de ouder het bewind over het vermogen van het kind. Tot slot
is de ouder ook wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige, doordat de minderjarige
handelings- en procesonbekwaam is. Bij een scheiding moeten er afspraken worden gemaakt over
alimentatie en de wijze waarop het gezag wordt uitgeoefend. Dit wordt opgesteld in een
ouderschapsplan. In Nederland wordt het gezamenlijk gezag in beginsel voorgezet na scheiding. Dit
betekent dat als ouders evenveel zeggenschap hadden, dit zo blijft (=co-ouderschap). In sommige
gevallen kan de rechter het gezag ook aan 1 ouder toewijzen (=eenhoofdig gezag).
Minderjarigheid & vervolging: kinderen kunnen pas vervolgd worden vanaf hun 12e jaar. Voor de 12-
tot 18-jarigen geldt een apart jeugdstrafrecht. Vanaf 18 jaar is in principe het volwassenstrafrecht van
toepassing. Uitgangspunt van deze gefaseerde opbouw is het dynamisch kindbeeld en het idee van
toenemende eigen verantwoordelijkheid.
Minderjarigheid & medische behandeling: bij minderjarige patiënten tussen 12 en 16 jaar wordt
toestemming gevraagd aan ouders en het kind. Belangrijk hierbij is dat de stem van de minderjarige
uiteindelijk de doorslag geeft, tenzij het kind wilsonbekwaam wordt geacht.
2
, Handelingsonbekwaam = een algemeen juridisch begrip dat is gekoppeld aan minderjarigheid.
Wilsonbekwaamheid = een oordeel over een specifieke persoon die niet in staat blijkt tot een
redelijke afweging van zijn belang, ongeacht de leeftijd.
Weijers: hoofdstuk 7 t/m 7.3
Met de oprichting van de VN in 1945 werden de mensenrechten bevorderd en beschermd. Ook de
bijzondere positie van kinderen werd daarbij erkend, ook al was er nog geen sprake van
kinderrechten. In 1990 trad het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK)
in werking. Uitgangspunt van dit verdrag is dat alle verdragsrechten noodzakelijk zijn voor een
volledige ontwikkeling van het kind.
Het Comité heeft 4 algemene beginselen onderscheiden in het IVRK. Deze kernbeginselen zijn ook
relevant voor het jeugdstrafrecht.
- Artikel 2: non-discrminatiebeginsel.
- Artikel 3: beginsel van het belang van het kind.
- Artikel 6: recht op leven en ontwikkeling.
- Artikel 12: recht om te worden gehoord.
Met name artikel 3 is terug te zien in het jeugdstrafrecht. Het is in het belang van het kind dat er
naast algemene strafdoelen, zoals vergelding & afschrikking, vooral aandacht is voor heropvoeding
en re-integratie en dat vrijheidsberoving een allerlaatste maatregel is. Ook artikel 12 is een
fundamenteel recht van kinderen die met het strafrecht in aanraking komen. Dit geldt zowel voor het
politieverhoor als de uiteindelijk zitting bij de rechter.
De voorloper van het IVRK zijn de Beijing Rules, opgericht in de jaren 80. Hierin worden de
voorschriften voor een apart systeem van jeugdstrafrecht beschreven. Ook wordt een richtlijn
aangenomen op het gebied van de preventie van jeugdcriminaliteit (Riyadh Guidelines) en wordt
een richtlijn op het gebied van gedetineerde minderjarigen aangenomen (Havana Rules).
De Riyadh Guidelines vallen op 3 terreinen op: zij horen alomvattend te zijn, zij benadrukken een
proactieve houding jegens het voorkomen van jeugdcriminaliteit en ze gaan ervan uit dat alle
jeugdigen (uiteindelijk) als voorwaardig burger moeten kunnen participeren in de samenleving.
De Havana Rules zijn gebaseerd op vier onderliggende beginselen:
1. Het verblijf van de jeugdige moet zijn gericht op re-integratie.
2. De waardigheid van de jeugdige moet altijd vooropstaan.
3. De jeugdige moet zoveel mogelijk het contact met zijn familie kunnen onderhouden.
4. De jeugdige moet rechtvaardig worden behandeld.
Samen komt dit erop neer dat een mogelijke gevangenisstraf als laatste redmiddel wordt ingezet en
dat er garanties dat als het nodig is, de negatieve impact tot een minimum beperkt wordt.
Artikel: Schrama, par. 10.1 t/m 10.9
Op het terrein van het afstammingsrecht zijn afgelopen decennia meerdere dingen veranderd. In 1998
werd er sterk aangesloten bij de biologische afstamming en verdween het wettelijk onderscheid
tussen kinderen die binnen en buiten huwelijk waren geboren. Hiervoor waren kinderen geboren
buiten een huwelijk onwettig. In 2014 werd er gedeeltelijk afgestapt van de biologische afstamming;
sindsdien is het mogelijk om juridisch twee moeders te hebben. Daarvoor kon een persoon alleen
moeder worden door geboorte of adoptie, nu net als de vader ook bijv. door erkenning.
Afstammingsrecht is tegenwoordig gebaseerd op biologisch ouderschap, maar ook feitelijk of sociaal
ouderschap en intentioneel ouderschap.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller allersmadagmar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.