- 1 theorie vraag
- 1 casus → integratie
- Je krijgt 1 uur voorbereiding
- Mondeling in het Nederlands
- Niet in volzinnen schrijven, maar gewoon in puntjes
- Extra vragen kunnen gesteld worden voor extra punten
- Rode vlaggen → gebuisd bv diagnose criteria van diabetis (diabetis heel belangrijk)
Cursus is achtergrond informatie, pwp zijn te kennen
DIABETES MELLITUS
DEFINITIE
Diabetes mellitus is een metabole ziekte primair gekenmerkt door hyperglycemie
- veroorzaakt door
o absoluut insulinetekort (type 1 diabetes) (door de beta cellen in de eilandjes van Langerhans
op jonge leeftijd vaak)
o relatief gebrek (type 2 diabetes) aan insuline met/zonder insuline-resistentie
- stoornissen in het koolhydraatmetabolisme, eiwit- en vetstofwisseling
- chronische hyperglycemie → langetermijnscomplicaties (als ze het niet goed controleren)
o microvasculaire (o.a. retinopathie, nefropathie, neuropathie)
o macrovasculaire verwikkelingen (hart- en vaatziekten)
PREVALENTIE
8% heeft diabetes. Maar ook 6-7% heeft een gestoorde glucose tolerantie. Dit kan je meten door OGGT (orale
glucose tolerantie test. De waarden zijn normaal onder de 140. Bij diabetes zijn die boven de 200.
85% is diabetes type 2. → stijgt met de leeftijd. Bij de leeftijd van 65j → 1/5 heeft diabetes
Diabetes type 2 risicofactoren:
- levensstijl
- beweging
- voeding
- obesitas
1
,FINDRISC VRAGENLIJST
vrouwen dat een baby hebben dat veel weegt
kunnen diabetes hebben en dat moet je dan
ook navragen.
Prima indianen hebben heel vaak type 2
diabetes -> genetisch. Etniciteit speelt ook een
belangrijke rol.
Gestational (zwangerschaps)diabetis --> 12%
van de jonge vrouwen heeft dat. Dit moet je
weten voor het examen om te kijken naar het
risico op diabetes.
Je moet altijd vragen aan vrouwen of ze
gestational diabetes hebben of grote baby
Het geeft dus een risico
inschatting. Als ze een hoge kans
hebben moet je zeker een
bloedtest doen. Je kan dan bv een
OGGT doen.
IFG → impaired fastening glycemia → glycemie wanneer je lange tijd niets gegeten hebt → bij diabetes boven
de 126 mg/dl
IGT → impaired glucose tolerantie → gestegen bloedglucose na 2h na 75g glucose → bij diabetes > 200 mg/dl.
➔ Wanneer dat deze beide hoog zijn heb je meer kans op het krijgen van diabetes
DIAGNOSE
2
, je moet de test wel
altijd 2 keer herhalen
voor een eventuele
fout.
stel je hebt iemand met 125 en
199 dan is het officieel niet
diabetes en dan zou hij A1C
checken om te kijken of het
boven 6,5% is.
TYPES DIABETES MELLITUS
1) Type 1 diabetes
2) Type 2 diabetes
3) Andere specifieke types:
a. MODY → Maturity-Onset Diabetes of the Young → Vooral MODY 2 & 3
b. Endocrinopathie → hormonen dat een rol spelen → cortisol, groeihormoon, glucagon (alfa
cellen, glucoganoma), adrenaline (feochromocytoom)
c. Medicatie geïnduceerd → glucocorticoiden worden gebruikt bij kanker in, het bot
d. Pancreaspathologie → pancreatitis gaat gepaard met veel pijn, men probeert nu bij een
pancreatectomie de beta cellen in de vena porta te importeren.
4) Zwangerschapsdiabetes
Er zijn ook monogenetische defecten dat diabetes kunnen geven.
3
, TYPE 1
DEFINITIE
Reductie in het aantal β-cellen (> 75%) → insulinetekort
T-cel gemedieerde immuunreactie gericht tegen β-cellen, met als gevolg insulitis. Er verschijnen ook β-cel
antichamen als tekens van autoimmune reactiviteit
Associatie met erfelijk materiaal en veroorzaakt door een combinatie van genetische en omgevings-factoren
(?viraal, ?dieet, ?toxica, …)
De beta antilichamen heb je niet bij type 2.
- Klassieke type 1 DM:
o onset: meestal voor de leeftijd van 40 jaar
o symptomen: ernstig en snel progressief: polydipsie, polyurie, vermagering
- LADA: late auto immuun diabetes of the adults
o autoimmune destructie van de β-cellen verloopt langzamer
o Meestal rond de leeftijd van 30-40j of later
- β-cel antilichamen
- erfelijke factoren:
o HLA DR 3 en DR4, DQ2 en DQ8
o CTLA-4
→ hoge incidentie rond de puberteit door stress
PATHOGENESE
je hebt een alfa keten en beta keten bij insuline en dan een
verbindend C peptide. insuline dat gebruikt wordt voor
diabetes te behandelen bevat geen C peptide.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kathoslachmuylders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.88. You're not tied to anything after your purchase.