100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting oftalmologie $12.91   Add to cart

Summary

Samenvatting oftalmologie

 55 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

deze samenvatting is gebaseerd op de slides, uitleg tijdens de les en het handboek van oogheelkunde

Preview 4 out of 75  pages

  • No
  • Verschillende hoofdstukken
  • December 12, 2023
  • 75
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Oftalmologie


H1 Anatomie en fysiologie
1. Oogbol
Oogbol (bulbus oculi)
- Gelegen in orbita (oogkas)
- Gem voorachterwaartse diameter: 24,2mm
- Ondersteund door accessoire structuren
(adnexen)
o Oogleden
o Conjunctivae
o Traanapparaat
o Uitwendige oogspieren
Oogbol: 3 compartimenten
- Voorste oogkamer
- Achterste oogkamer
- Glasvochtholte
Vormt anatomische eenheid met orbita, adnexen, vaten en zenuwen. Ligt in ondersteunend weefsel
(vet, bindweefsel) in voorste helft orbita. Lens verdeelt oogbol in 2 segmenten:
- Voorsegment: tss voorzijde cornea en achterzijde lens
o Voorste en achterste oogkamer: gevuld met oogkamerwater
- Achtersegment: achter het achterste lenskapsel
o Glasvochtruimte (camera vitrea): gevuld met gelachtig glasvocht = corpus vitreum

1.1. Sclera en cornea

- Buitenste laag oogbol = harde oogrok/sclera
o Geringe bloedvoorziening: ciliaire arteriën
- Voorste deel vd laag = sterke kromming en glashelder = hoornvlies/cornea
o Diameter: 12mm
o Dikte: 600 m
o Uit 5 lagen: van buiten naar binnen
 Epitheel: opp laag, 10% dikte
 Membraan van Bowman
 Acellulair, helder
 Stroma: 90% dikte
 Collageenfibrillen
 Membraan van Descemet: lamina basalis
 Endotheel
 1 cellige dunne laag
 Verlies cellen, beperkte celdeling

,  Essentieel voor helderheid  cornea in ontwaterde
omstandigheden
o Helder door parallelle opbouw cornealamellen en pompfunctie endotheelcellen
o Geen bloedvaten: voeding via pompmechanisme vanuit kamerwater in voorste
oogkamer
o Rijk sensibele zenuwuiteinden
 Hevige pijn na geringe beschadigingen aan epitheel bv takje in oog
o Samen met lens voornaamste deel optische systeem
 Verschil in brekingsindex tss lucht en water en kromming vd cornea 
aandeel in totale lichtbreking (refractie, 58D) oog (42D) > lens (16D)
 Samen stevig omhulsel. Door intra-oculaire P op spanning gehouden  eigen bolvorm oog
behouden.
1.2. Uvea
3 delen:
- Choroidea (vaatvlies)
o 3 lagen
 Lamina vasculosa: grote vaten buitenkant
 Lamina choriocapillaris: fijne vaatjes binnenkant
 Dicht vlechtwerk van vaatjes vnl thv fovea centralis
o Fovea volledig voorzien vanuit choroidea
 Bruch’s membraan: basaalmembraan van pigmentblad van retina
o Bloed aangevoerd via arteriële ciliaire netwerk (aftakking van a opthalmica)
o Afgevoerd via vv vorticosae
- Corpus ciliare (straallichaam)
o Uvea w dikker en bevat spiervezels
 Radiculair en circulaire spierbundels: m ciliaris
 = parasympatische spier  accommodatie
 Zonulae opspannen en relaxeren  ooglens wisselende
scherpstelling voor ver en dichtbij
o Productie kamervocht
 Vanuit achterste oogsegment door pupil naar voorste oogkamer
 Afgevoerd thv hoek vd voorste oogkamer (trabeculum)
o Lensophanging
 Over 360° opgehangen aan zonulaire vezels verbonden met corpus ciliare
- Iris (regenboogvlies)
o Diafragma rond centrale opening: pupil
o Hoeveelheid licht die binnenvalt op retina geregeld: 2 gladde spiertjes regelen
pupilgrootte
 M sphincter pupillae (parasympatisch): miosis (max 1,5mm)
 M dilatator pupillae (sympatisch): mydriasis (max 8mm)
o + optimale diameter  beeld op retina scherp
o Isocorie: gelijke pupilgrootte
o Anisocorie: ongelijke grootte fysiologisch/pathologisch
o Pupilreactie via licht op retina  pupilverkleining
 Zowel oog waar licht op invalt = directe pupilreactie
 Als contralaterale oog = indirecte pupilreactie
o Accommodatie? Naast convergentiebeweging ook miosis



2

, 1.3. Retina/netvlies
Ontstaan uit bekervormige uitstulping vd hersenen
- Buitenste pigmentlaag
o Tegen binnenzijde choroidea (membraan van Bruch)
o Bedekt naar voor toe corpus ciliare en achterzijde iris
o Licht enkel via pupilopening op netvlies vallen
 Absorbeert licht: weerkaatsing van licht in oogbol tegengaan
o Andere functies
 Vit A metabolisme
 Instandhouding bloed-retinabarrière
 Fagocytose van de vernieuwende fotoR
 Lichtabsorptie
 Warmte uitwisseling met aderen
o O2 voorziening pigmentlaag en foto R door diffusie uit vaatvlies (lamina
choriocapillaris)
o Pigmentepitheel + fotoR: hechte functionele & mechanische verbinding
 Scheiding? Netvliesloslating
- Binnenste neurale laag
o Van binnen naar buiten
 Ganglioncellen
 Bipolaire neuronen
 FotoR (staafjes en kegeltjes)
 6 milj kegeltjes: ophoping in achterpool vnl fovea centralis
o Kleurenzien, scherp zien
 120 milj staafjes: vnl in periferie
o Zien bij lage lichtintensiteit
 Verschillende fotopigmenten bv rodopsine (staafje), photopsine
(kegeltjes)
 Aangevuld met horizontale cellen, amacriene cellen, Müllercellen
o Binnentredende lichtstralen: optische media (cornea, lens en glasvocht) passeren 
lagen ganglioncellen en bipolaire cellen  fotoR
o Uitlopers (axonen) vd ganglioncellen tot bundel  via n opticus verbonden met
hersenen
 Visuele baan: papil (n opticus)  achterste occipitale hersenschors
Fovea centralis: dikte heel gering door verschuiving lagen + grote kegeltjesdichtheid (smal en
uitgerokken (Henle’s laag)  scherpte grootst + licht detectie efficiënter. Resolutie centraal >
periferie. Oplossend vermogen oog in centrum grootst. Periferie: lichtgevoeliger.
a. Funduscopie

- Achterste deel binnenzijde oogbol = fundus
- Centraal: macula lutea (gele vlek) door aanwezigheid xanthofyl
- Centrale depressie in macula: geen bloedvaten = fovea centralis
- Mediaal macula: n opticus verlaat oogbol = papil = geen fotoR = blinde vlek




3

, b. Topografische organisatie: fovea
Embryologisch ontstaan
- Migratie van binnenste nucleaire laag en ganglionlaag naar buiten
- Migratie naar centraal toe van kegeltjes
- Staafjes vrije zone
Alleen kegeltjes en enkele Müllercellen. Centrale 500 m: geen retinale capillairen.
c. Vascularisatie:

- A centralis retinae
o Tak af van a opthalmica in orbita
o Komt in n opticus 1 cm achter oogbol
o Gaat door dura mater en arachnoid
o Vormt retinale circulatie: 4 vertakkingen
- Foveale avasculaire zone en extreme retinale periferie
o Diffusie uit choriocapillaris
- Overblijvende retina
o Buitenste 1/3e: choriocapillaris
o Binnenste 2/3e: retinale circulatie
- Retour via
o Retinale venules
o V centralis retinae
o V opthalmica
o Rechtstreeks in sinus cavernosus

2. Voorste en achterste oogkamer, glasvochtruimte
2.1. Voorste oogkamer

- Aan voorkant begrensd door achterzijde
cornea
- Achterkant begrensd door iris en voorste
kapsel lens
- Ongv 3mm
o Varieert met aslengte,
accommodatie-toestand (bolling
lens) en leeftijd (dikte lens)
Erin: kamerwater  cornea en lens van voeding
voorzien. Kamerhoek (overgang cornea naar iris en corpus ciliare):
- Veneus netwerk = sinus venosus sclerae (kanaal van Schlemm)
- Losmazig trabekelsysteem = reticulum trabeculare
Zorgen voor afvloei kamerwater. Route kamerwater: corpus ciliare  achterste oogkamer  pupil
 voorste oogkamer  sinus venosus sclerae
2.2. Achterste oogkamer

- Voor- en zijkanten begrensd door achtervlak iris
en corpus ciliare




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gnk567. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.91  3x  sold
  • (0)
  Add to cart