100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting Economie $13.84   Add to cart

Summary

Complete samenvatting Economie

 23 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van de lessen economie. Bijna alles wat de prof zegt, staat erin aangevuld met eigen notities. Volledig met afbeeldingen/grafieken en oefeningen.

Preview 4 out of 181  pages

  • December 12, 2023
  • 181
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Economie

Hoofdstuk 1: economische analyses

Inleiding
Waar houden economen zich mee bezig? Favoriete antwoorden:
- Geld, aandelen en obligaties, beleggingen en investeringen, ‘gat’ in de begroting, rijkentaks
- Prijzen, werkloosheid en inflatie
Maar ook met:
- Files, vervuiling, opwarming van de aarde, sociale zekerheid, verzekeringen, migratie,
armoede en ongelijkheid, GSM-licenties, prijszetting, ...
Wat hebben deze onderwerpen met elkaar gemeen? → bepaling en toewijzing van consumptie en
productie (allocation)
Allocatie = een toewijzing in termen van aangeboden en gevraagde hoeveelheden door middel van
een evenwichtsprijs. Die prijs zal een prijssignaal geven aan producten enerzijds en consumenten
anderzijds om in the end als het convergeert tot een evenwicht te komen, dat gekenmerkt wordt
door evenwichtsprijs en -hoeveelheid.
Voorbeelden van allocaties: markten, veilingen
Files, vervuiling en opwarming van de aarde zijn voorbeelden van negatieve externaliteiten.
Negatieve externaliteiten = nare effecten die optreden ten gevolge van economische beslissingen.
Iets wordt opgelegd en waar je zelf geen deel uitmaakt van de uitvoerende beslissing. Files treden op
omdat mensen zich met de auto vervoeren om naar het werk te gaan. Je bent
medeverantwoordelijk. De fosforvervuiling van 3M in Antwerpen, daar hebben de mensen die in de
omgeving wonen niet voor gekozen.
Negatieve externaliteiten kunnen bestreden worden omdat ze inefficiënte marktuitkomsten
karakteriseren. Bij files, vervuiling en de opwarming van de aarde gaat het over overconsumptie (er
wordt te veel gebruikt gemaakt van de private wagen om naar het werk te gaan). Hoe minder
consumeren? De prijs omhoog laten gaan. Hoe meer je voor iets moet betalen → hoe minder je
ervan zal consumeren. Dit is een economische oplossing, de implementatie ervan wordt vaak niet
behaald door politiek.
↔ positieve externaliteiten: dingen die positieve neveneffecten produceren. Bv onderzoek,
ontwikkeling, investeringen. Het ontwikkelen van een idee (onderzoek) kost die persoon veel
inspanning en moeite, maar zodra het idee er is, dan is het toegankelijk voor iedereen. Wanneer de
persoon in kwestie inziet dat zijn idee gratis door iedereen gebruikt kan worden, zal hij minder
geneigd om nieuwe ideeën te ontwikkelen (tenzij hij ervoor vergoed wordt). Door dit effect zullen er
te weinig positieve externaliteiten geproduceerd worden. Dit kan men deels helpen door subsidies
voor ontwikkeling, onderzoek en onderwijs. Zonder de interventie van de overheid om het onderwijs
te organiseren, zouden die positieve effecten niet gerealiseerd worden of in mindere mate. Positieve
externaliteit kan dus geremedieerd worden door de prijs van productie te verlagen, door het
toekennen van subsidies.

,Sociale zekerheid is een probleem dat door de overheid wordt gecorrigeerd. Sociale zekerheid is een
vorm van een verzekering tegen werkloosheid, invaliditeit en ouder worden. De overheid doet dit
omdat dit niet kan gerealiseerd worden op een private wijze. Informatie-asymetrie: één van de
agenten beschikt over meer informatie dan de andere en gebruikt dit om de ander uit te buiten. Die
informatie-asymetrie zal in elkaar stuiken op een private markt (markt implodeert).
 DUS externaliteiten en informatie-asymetrieën zorgen voor ineffeciëntie. We bekijken steeds
allocatieproblemen

Economie
“Economics is a social science concerned with the factors that determine the production, distrubtion
and consumption of goods and services.”
Economie is de wetenschap die zich bezighoudt met de toewijzing van middelen om te voorzien in de
menselijke behoeften: voedsel, kledij, huisvesting, etc.
De productie van deze goederen en diensten vereist de inzet van hulpbronnen (productiefactoren,
inputs) zoals land, arbeid, kapitaal, grondstoffen, energie, transport en halfafgewerkte goederen en
zelfs ondernemerschap.
De toewijzing van schaarse middelen gebeurt:
- Centraal: bureaucratisch (planeconomie)
- Decentraal: via het marktsysteem (markteconomie)
Probleem! De optimale keuze wordt beperkt: schaarse middelen ↔ quasi onbeperkte behoeften
Doel: optimaliseren onder beperkingen

Economics is the science of constrained choice
Schaarse hulpbronnen beperken de keuze die we kunnen maken m.b.t. de inzet van de hulpgoederen
en dus ook in welke behoeften we kunnen voorzien.

Keuze en beperkingen ↔ afweging (trade-off)
Micro-economie is de afweging tussen:
- Werken en vrije tijd
- Consumptie vandaag en consumptie morgen
o Consumptie morgen: sparen, beleggen
- Adverteren vs. onderzoek en ontwikkeling (O&O)
Beslissingen over de optimale samenstelling tussen goederen en diensten in termen van het
keuzeprobleem van de consument

Macro-economie is de afweging tussen:
- Productie van goederen en diensten militaire en civiele doeleinden
- Inzet van niet-hernieuwbare hulpbronnen vandaag vs. morgen

Keuzeproblemen worden gekenmerkt door de opportuniteitskost. De keuze voor het ene alternatief
sluit meteen de keuze voor het andere alternatief uit. De kost van de keuze uitdrukken in monetaire
termen, het is de kost van wat je opgeeft. De kost om nog een jaar te studeren ipv te gaan werken is
een jaarloon. Loont het de moeite om een extra jaar te studeren? De opbrengst vergelijken met de
kost → efficiënte beslissing/optimale keuze (monetaire beslissing)




2

,Fundamentele keuzes
- Welke goederen (wat?) en in welke hoeveelheden (hoeveel?)
- Productie van deze goederen en diensten en de wijze waarop (hoe?)
- Allocatie van deze goederen en diensten (efficiëntie)

Micro vs. macro
Micro-economie:
- Studie van het gedrag van individuele economische agenten → model van de werking van de
economie
- Onderzoekt de rol van de overheid en de gevolgen van overheidsinterventie: vervuiling, rent
control (maximumprijs op huurmarkt), minimumloon, invoerrechten en -beperkingen,
belastingen en subsidies, sociale huisvesting, onderwijs, sociale zekerheid, regulering (de
excesses van monopolies tegen te gaan), ...
Belastingen en subsidies zullen het prijssignaal wijzigen.
Individuele beslissingen, hetzij van de consument of hetzij van de producent, worden gebaseerd op
basis van het prijssignaal gegeven door de relatieve prijs. De prijs van het ene alternatief gedeeld
door de prijs van het andere alternatief. Die verhouding wordt beïnvloed door belastingen en
subsidies.
Indien de monopolies niet gereguleerd worden, zullen zij de consument uitbuiten.

Consumentenkeuze
Met welke goederen en diensten vul ik mijn winkelkarretje? Hoeveel koop ik er gezien de beperking
waarmee ik als consument wordt geconfronteerd, namelijk het wekelijks/maandelijks budget? Hoe
de kar optimaal samenstellen?
Taksen op frisdranken door een eenheidsbelasting (bepaald vast bedrag per consumeerde
hoeveelheid) → de korf die samengesteld was voor de belasting zal wijzigen na de invoering van de
belasting. De manier waarop de belasting consumptie beïnvloed enerzijds en de verdeling van de
belasting over de producent en consument anderzijds is de belastingstheorie. Het maakt niet uit aan
wie de belasting wordt opgelegd. Als je ervan uitgaat dat suikerhoudende dranken slecht zijn voor de
gezondheid en als overheid wil je daarin tegengaan door de consumptie van frisdranken te reduceren
door een belasting op te leggen, maakt het niet uit aan wie je die belasting oplegt in termen van de
marktuitkomst. Wat wel van belang is: hoeveel van de belasting wordt afgewenteld op de andere
kant van de markt → belastingwicht. Dit kan je relateren aan essentiële kenmerken van de vraag en
het aanbod (prijsgevoeligheid). De prijsgevoeligheid voor het goed dat belast wordt zal ten eerste
bepalen in welke mate de omvang van de belasting wordt afgewempeld op de andere kant van de
markt. Ten tweede: de reductie in geconsumeerde hoeveelheid hangt ook af van prijsgevoeligheid.
Daarom werkt dit niet in België, blijven even veel consumeren voor en na de belasting. Hoe komt dit?
We zijn gewoon verslaafd aan frisdrank → we zijn prijsongevoelig voor dit type goederen en diensten
→ consumten en producten reageren op prijsprikkels. Mensen denken rationeel
Voorbeelden:
- Super hoge maar smalle huizen in Amsterdam: belasting op breedte van het huis
- Huizen met dichtgemetste ramen: belasting op vensters
- Energiecrisis met de prijzen van aardgas en elektriciteit: prijzen zijn door exogene factoren gestegen
(enorm gevoelig). We zijn prijsongevoelig want we hebben gas en elektriciteit nodig om ons huis te
verwarmen. Consumeren minder, maar moeten blijven consumeren. Reageren op prijssignalen

3

, Macro-economie
Studie van de economie in haar geheel, geaggregeerd over alle huishoudens en bedrijven
- Op korte termijn: conjunctuurschokken (expansie, recessie)
- Op (middel)lange termijn: trend (groei) → Washington consensus
Indien landen consistent willen groeien, moeten ze voldoen aan enkele stabiele kenmerken, namelijk
de Washington consensus: monetair beleid, budgetair beleid, rule of law.
- Monetair beleid: manier waarop centrale bank omgaat met de geldvoorraad in omloop om
inflatie tegen te gaan en de wisselkoers te realiseren
- Budgetair beleid: de overheid mag niet meer uitgeven dan ze binnenkrijgt (gat in de
begroting)
- Investeringen in bruggen, snelwegen, 4G, onderwijs
- Rule of law: een juridisch apparaat dat bepaalde democratische grondrechten vrijwaart en
beschermt en dingen in bepaalde wetten giet en die wetten ook doet naleven voor de
rechtbanken. Beschermen en implementeren van het eigendomsrecht
o Wanneer landen gebukt gaan onder een slecht economisch beleid, geen groei
optekenen hebben ze vaak een corrupte regering. Ze deinzen er niet voor terug om
buitenlandse fabrieken te onteigenen en de nationaliseren
Soms blijkt dat de Washington consensus niet werkt in bepaalde landen. Meneer Dercon is dat gaan
onderzoeken: waarom lukt dat voor sommige landen wel en andere landen niet? Het komt vaak neer
op een maken van een gok en die gok wordt genomen door de machthebbers van het land


BBPt − BBPt−1
• BBPt = BBPt−1 * 100 of BBPt = (BBPt - BBPt-1)/BBPt-1 * 100
BBP is een consistente economische maatstaf om te meten hoe goed het gaat (welvaart).
Groeivoet positief = groei groeivoet negatief = recessie
Groeivoet steeds tegenover het vorige jaar. Eerst BBP berekenen, dan de groeivoet. Economische
groei is belangrijk omdat we een welvaartsstaat zijn → BBP is gericht op productiviteitsgroei op basis
van individuele ondernemingen. BBP is belangrijk om de sociale zekerheid te blijven kunnen
financiëren. Sociale zekerheid wordt elk jaar duurder. BBP groeit jaarlijks steeds trager → ongeveer
1%. Vorige eeuw was dat 2-4%. Probleem: hoe gaan we het blijven betalen als we niet productiever
worden en groei genereren? Waarom kalft de economische groei stelselmatig af (artikel slide 28)?
1) de economie verdienst: we maken steeds meer diensten. De dienstensector is minder productief
dan de bedrijven die zich in de maakindustrie bevinden. Meer personeel in dienstensector dan in
maakindustrie, andere tewerkstellingen
2) de berekeningen die we maken van BBPt zijn niet juist of onvolledig: veel dingen die we
consumeren zijn gratis bv YouTube of Google, maar we ontlenen er wel welvaart aan. Er is geen
monetaire verloning en dat kan dus niet mee worden genomen in het BBP. Het lijkt of we minder
groei creëeren.


• Hoogconjunctuur in zicht – feest op de jobmarkt is voorbij – jobcrisis vervangt coronacrisis
Werkloosheid is een indicator voor de economie. Dalende werkloosheid is een indicator voor
toenemende economische activiteiten. 2017 ging super met weinig werkloosheid (expansie), 2019
super slecht met veel werkloosheid (dus indicator op korte termijn: recessie en expansie)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ineslammens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.84  4x  sold
  • (0)
  Add to cart